De iPhone’s zijn zo veilig dat steeds meer ontwikkelaars van apps niet meer investeren in een eigen beveiliging. En dat is interessant voor hackers.
Apple heeft de laatste tijd enorm geïnvesteerd in een betere beveiliging van het iOS-besturingssysteem. Die beveiliging is ondertussen zo sterk, dat de ontwikkelaars van apps niet meer investeren in veilige apps en dus enkel vertrouwen op Apple. Dat meldt CNN.
Domino-effect
Onbeveiligde apps die allemaal door een gemeenschappelijke firewall beschermd worden, hebben hetzelfde zwakke punt: één foutje in de iOS-firewall stelt meteen alle apps bloot aan hackers. “Als je één programma kan hacken, kan je ze allemaal hacken”, waarschuwt Jonathan Zdziarski, forensisch wetenschapper, tijdens een conferentie over computerveiligheid.
Geconfronteerd met de waarschuwing van Zdziarski, verkoos Apple niet te reageren.
Solide systeem
Om een iPhone te hacken, moet een hacker slechts twee zaken doen: de iPhone stelen, wat niet zo moeilijk is, en een zwakte vinden in het iOS-besturingssysteem.
Die tweede voorwaarde is meteen een reden om nog niet te panikeren. De firewall van het iOS-systeem heeft zich immers al meerdere keren bewezen. De gevallen waarin iemand erin slaagde een iPhone te hacken zijn zeer zeldzaam.
Opletten met wachtwoorden
Een bekend zwak punt zijn wachtwoorden. Apple-toestellen vragen de gebruiker nooit zijn wachtwoord opnieuw in te voeren wanneer hij terugkeert naar een app. Op die manier kan een hacker een programma aanpassen en het laten denken dat de gebruiker zich ooit eens ingelogd heeft.
“Ontwikkelaars mogen dus niet te lui zijn wanneer ze hun programma’s beveiligen”, besluit Zdziarski. “Apple heeft een uitstekende beveiliging, maar vertrouw er niet té veel op.” (GM)
