Paul Van Orshoven: De nieuwe wet op de bemiddeling

Ik raad de onderhandelaars een boek over de bemiddelingswet aan.

Na 143 dagen onderhandelen is er nog steeds geen nieuwe federale regering in zicht. Toch zullen Bart De Wever (N-VA) en Elio Di Rupo (PS) op de een of andere manier samen tot een akkoord moeten komen. Om hen daarbij te helpen vroeg Knack bij de start van de Boekenbeurs aan een reeks prominenten welk boek ze beide onderhandelaars cadeau willen doen. Dat maakt een boeiende lectuurlijst voor iedereen die deze ingewikkelde tijden beter wil begrijpen.

Paul Van Orshoven (grondwetspecialist) Benoit Allemeersch, Barbara Gayse, Peter Schollen, Piet Taelman en Paul Van Orshoven, De nieuwe wet op de bemiddeling Die Keure, 94 blz., 29 euro.
‘Bij rechtsgeschillen wordt vaak misbruik gemaakt van bemiddeling omdat dat wordt gezien als “elkaar halverwege tegemoetkomen”. De actuele politieke toestand heeft daar veel van weg. Wie ongelijk heeft, heeft er baat bij dwars te liggen. Zeker wanneer de tegenpartij zich laat afpersen met het verwijt van onverantwoordelijkheid als zij te traag water bij de wijn doet. Daarom raad ik de onderhandelaars een boek over de bemiddelingswet aan, waarin ik zelf in tempore non suspecto heb geschreven dat álle partijen water bij de wijn moeten doen bij een bemiddelde oplossing. Anders is geen overeenkomst nodig en volstaat het dat de verliezer de handdoek in de ring gooit. Er moet dan ook een onderscheid gemaakt worden tussen betwistingen waarbij de beide partijen boter op het hoofd hebben en de uitkomst allicht verdeeld zal zijn, en geschillen waarbij één partij het bij het rechte eind heeft en de andere dus verliest. Dat je in het eerste geval naar een bemiddelaar wordt gestuurd, is geen kwade zaak. Zoals gezegd zullen de partijen sneller gediend zijn als ze zelf water bij de wijn doen dan met de rechterlijke variant. In het tweede geval is er daarentegen een groep die recht heeft op niet-verwaterde wijn, maar gedwongen wordt daar alsnog van af te zien. Met andere woorden: als een partij die geen been heeft om op te staan dat (onbestaande) been niettemin stijf houdt, moet de wederpartij naar de rechter. En hoe langer die rechter op zich laat wachten, hoe meer zij onder druk gezet wordt om verwaterde wijn te slikken, want zij krijgt vlugger een (slecht) compromis dan haar (goed) recht.”‘

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content