Dirk Draulans

Bergaf op de oceaan

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Van een tsunami merk je op zee bijna niets, maar een freakwave is een ander geval.

Charles Darwin schreef in zijn autobiografie een klein, maar veelbetekenend zinnetje dat hij ootmoedig op zichzelf toepaste: ‘Het is heel gemakkelijk fenomenen over het hoofd te zien, zelfs heel opvallende, als ze nog niet door iemand zijn opgemerkt en beschreven.’

Darwin had tijdens het anderhalf jaar dat hij met de Beagle op volle zee vertoefde nauwelijks oog voor de oceaan en het leven in de oceaan. Hij was een landman. Nochtans vult de oceaan bijna driekwart van de oppervlakte van onze planeet. Als de aarde vanuit de ruimte blauw overkomt, is dat bij gratie van de oceaan.

Mariene biologen en geologen mogen ook mea culpa slaan: uiterst belangrijke facetten van het oceaanbiotoop worden pas recent blootgelegd. Niet onbegrijpelijk, natuurlijk, het is al niet evident om het aards bestaan te vatten, een milieu waar wij vertrouwder mee zijn dan met dat onderwater.

De oceaan overspoelt de wetenschappelijke wereld met de ene golf van verbazing na de andere. Wie had gedacht dat het oceaanwater een uniform oppervlak is, alleen bewogen door het spel van wind en water, heeft het mis. Het is even hobbelig als een slecht onderhouden weg in onze Kempen. Er zitten ook kuilen in, bulten en builen.

De Nederlandse deskundige Herman Ridderinkhof toonde op de clipper kaartjes met de variant van hoge- en lagedrukgebieden in de Indische Oceaan tussen Madagascar en de Zuid-Afrikaanse kust. Gebiedjes met een zeespiegelverschil dat enkele meters kon bedragen, die een invloed hadden op de stromingen in het water.

Tussen de Australische havenstad Perth en het eiland Mauritius vaarde de Stad Amsterdam door een honderden kilometers lang diep ‘dal’, met een zeespiegelverschil van 43 meter. Dat merk je niet, maar het lijkt gigantisch veel. Je kunt op een oceaan dus bergaf varen, en helaas ook bergop.

Het grootste verschil dat ooit is geregistreerd is een dal van meer dan 100 meter diep ergens voor de kust van Indië. Een zeespiegelverschil van 100 meter aan onze kust zou een totaal ander landschap geven.

Herman legde ook uit dat de grote golfstromen in de oceaan dikwijls geen rechtlijnig gebeuren zijn, maar opgesplitst zijn in kleinere stukken, wervelingen die afzonderlijk in de richting van de stroom bewegen, en die plaatselijk grote veranderingen in stroomrichting en -snelheid kunnen genereren. Zo moet er ook iets als ‘weer’ bestaan in de oceaan, met dagelijkse veranderingen in stroming en temperatuur. Een vis kan de ene dag met warmer water uit het noorden te maken krijgen, en de volgende met een plotse opstoot van kouder water uit het zuiden. Net als wij dus, maar dan natter.

Voor de oostkust van Zuid-Afrika loopt de fameuze Agulhas-stroming, bekend voor zijn freakwaves, zijn plotseling opduikende metershoge golven die schade aan schepen kunnen veroorzaken. Een sterke zuidwaartse stroming met door ijzige winden uit de richting van de zuidpool gestuwde golven ontmoeten elkaar, waardoor de golven hoog opgestuwd worden. Je gaat met je schip eerst in een diep dal als je zo’n freakwave ontmoet, om vervolgens ‘de lift te nemen’ en de hoogte in gebracht te worden. In die lift krijg je een massa water over je heen.

Ter informatie: de spectaculairste golf ooit geregistreerd zou een waanzinnige 400 meter hoog geweest zijn, maar dat was een apart geval, in een fjord in Noorwegen, waar een groot stuk klif in het water gevallen was, dat daarenboven alleen weg kon langs een smalle uitgang en een brede bocht, twee elementen die het zo hoog opstuwden dat het een vissersboot uit de fjord lichtte en over land in de volgende fjord deed belanden.

Dagenlang werd er aan boord gespeculeerd over de kans op zo’n freakwave. Herman trachtte iedereen gerust te stellen met de boodschap dat de Agulhas-stroming amper 30 kilometer breed is, en dat je de weersomstandigheden waarin freakwaves uit de hand kunnen lopen, goed kunt voorspellen, zodat je op tijd weg kunt met je schip.

Maar hij overtuigde niet iedereen. Kapitein Andi Manser wilde uiteindelijk het risico niet lopen op zo’n golf te botsen. Hij hield zijn schip netjes uit de stroming. Van een tsunami was hij niet bang, daar merk je op zee bijna niets van, dat is een probleem voor laaggelegen kustgebieden. Maar een freakwave is een ander verhaal, getuige de foto’s over getroffen schepen die aan boord begonnen te circuleren.

Twee weken voor het einde van het Beaglereisproject wilde onze kapitein zich niet meer in te woelig water wagen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content