Buffel: ‘Steeds op een andere manier belangrijk zijn, is ook leuk’

© BELGA

Thomas Buffel lijkt onder Mario Been zijn tweede jeugd te beleven bij RC Genk. In Sport/Voetbalmagazine legt hij uit hoe dat komt.

Buffel: “Na mijn terugkeer naar België ben ik bij Cercle op de flank terechtgekomen en ook in het systeem van Vercauteren bij Genk waren de buitenste spelers redelijk controlerend. Daar moest ik mijn spelstijl aan aanpassen en de automatismen van op training neem je uiteraard mee in de wedstrijd.”

“Bij Feyenoord en bij de Rangers was ik op training altijd tweede spits en dan was het altijd wegdraaien en versnellen. Snelheid hangt ook deels samen met frisheid en de mate waarin je rustmomenten in je spel inbouwt. Maar constant in beweging zijn, biedt ook voordelen. Dan ben je moeilijker af te stoppen.”

“Ik probeer het een beetje te combineren. Het type snelle flankaanvaller dat de bal meteen voor zijn verdediger tikt en er op snelheid voorbijgaat, ben ik nooit geweest. Een van mijn sterktes bij Feyenoord was wel het versnellen met de bal aan de voet en als ik mij fris voel, zal ik zeker ook nu nog acties op snelheid maken. Anders probeer ik iets meer in de bal toe te spelen, de combinatie te zoeken, een een-twee op te zetten, tussendoor te komen en op intuïtie te weten te komen waar er ruimte zal vallen.

“Het is een beetje schipperen van wedstrijd tot wedstrijd. Steeds op een andere manier belangrijk zijn, is ook wel leuk. Bovendien kan ik nu ook nog meer ervaring in de strijd gooien en misschien probeer ik ook meer met het elftal mee te denken dan in mijn jongere jaren.”

Ego opzijschuiven

Sport/Voetbalmagazine vroeg Thomas Buffel ook nog eens terug te blikken op zijn periode bij Cercle Brugge en de manier waarop het daar is misgelopen. “Dat was vooral het gevolg van een fout in de communicatie, denk ik. Misschien had ik toen het idee van: oké, als je mij niet nodig hebt, heb je mij niet nodig. Achteraf gezien had ik mijn ego misschien een beetje opzij moeten schuiven en gewoon eens met hem (Glen De Boeck, nvdr) moeten praten.

“Had ik zoals bij Genk de tijd gekregen om mijn individueel programma in de trainingen te integreren, dan was het perfect geweest. Nu werd er om welke reden dan ook gezegd dat ik niet fit was. Dan denk je na een tijd: dat geeft niet, ze verliezen toch. Dat is het ego dat spreekt. Maar soms is dat ook wel eens goed, om niet zomaar over je heen te laten lopen.” (CV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content