“Ik schrijf graag over vrouwen” (Poirotwinnaar Patrick De Bruyn)

Afgelopen vrijdag kreeg misdaadauteur Patrick De Bruyn de Knack Hercule Poirotprijs voor zijn boek ‘Dodelijk verlangen’. Katrien Vervaele ging met hem praten over zijn bekroonde werk.

De E 40, richting Brussel, in de gietende regen en in een monsterfile. Onmogelijk nog tijdig op mijn afspraak met Patrick De Bruyn te komen. Wanneer ik plots moet remmen omdat de slakkengang helemaal stilvalt, lijk ik verzeild in één van zijn boeken. Bij hem zit het gevaar immers in een klein hoekje, zoals hachelijke verkeerssituaties – het was de aanzet van zijn debuut ‘File’ in 1998 – en het overkomt steevast doodgewone mensen. Dat is ook weer zo in zijn achtste boek ‘Dodelijk verlangen’, waarmee hij eindelijk, na vier eerdere nominaties, de Knack Hercule Poirotprijs wint.
Wanneer we ons hebben geïnstalleerd en ik mijn dictafoontje aanzet, vertrouwt hij me toe dat hij blij is dat een vrouw hem komt interviewen. Logischerwijs vraag ik hem waarom. “Ik denk dat we over dezelfde dingen gaan praten”, zegt hij.

Over dezelfde dingen praten?
Patrick De Bruyn: Doorgaans lezen vrouwen mijn boeken op een heel andere manier dan mannen. Niet dat ik specifiek voor vrouwen schrijf, maar ik schrijf heel graag óver vrouwen, en over gevoelens, en ik heb waarschijnlijk net daardoor een overwegend vrouwelijk publiek.
In dit boek is dat nog meer het geval. Het kon ook alleen maar door een vrouw gedragen worden. In vorige boeken als ‘Verdoemd’, ‘Verminkt’, Verliefd’ was de hoofdfiguur een man, maar nu is de centrale persoon een vrouw, Katelijne. Zij is eind de dertig, begin veertig, er zit wat sleet op haar huwelijk en ze is halsoverkop in een onstuimige, passionele relatie gedoken. Haar vertelstandpunt wordt af en toe overgenomen door haar dochter Charlotte. Het verhaal komt op gang wanneer Katelijne haar eerste afspraak heeft met haar minnaar. Maar net die dag spijbelt haar dochter. En het ongelukkig toeval wil dat moeder en dochter allebei op dezelfde plek in Brussel lopen. Moeder denkt dochterlief te hebben gezien en omgekeerd, maar geen van de twee weet het zeker en niets wordt uitgesproken. Achterdocht, leugens en misverstanden verzieken de sfeer en de relatie tussen moeder en dochter.

Uw personages zijn doodgewone mensen in een typische Vlaamse verkaveling. Ik schrijf gewoon over alles wat ik elke dag om me heen zie. Mijn boeken spelen zich allemaal af in de buurt van Halle, Dworp, Huizingen, de zuidelijke rand van Brussel. Een plek dicht bij Brussel, maar het kwaad lijkt veraf, omdat je toch idyllisch tussen de vogeltjes en de koeien zit en je de kerktoren hoort slaan. Je zit op amper tien minuten van de hoofdstad van Europa, maar toch in een verkaveling in het groen. Dat is wel een continu thema in mijn boeken: je zit ergens waar je denkt: ‘Ik zit hier goed, er kan mij niets overkomen, ik kan best mijn achterdeur ’s nachts openlaten…’ En dat is waar, maar nét die ene keer niet! Ze zitten ineens binnen in je huis en er kan van alles gebeuren.

Het verkeer speelt in al uw boeken een grote rol: een auto-ongeluk is nooit ver weg. Dat begon al in ‘File’, mijn eerste boek. Die focus is ontstaan uit mijn eigen angst voor het verkeer, voor de auto. Kijk… ik weet niet hoe een kogel in mijn lijf voelt, ik weet al wat beter hoe een mes in mijn vinger voelt, maar nog niet hoe een mes in mijn hartstreek voelt, maar ik weet wel, zoals de meeste mensen, hoe het voelt als je een auto-ongeluk krijgt. Iedereen heeft al eens iets voorgehad in het verkeer. Niet zo moeilijk dus om je voor te stellen dat het nog een stuk ernstiger is als je écht crasht.
Een auto is trouwens een perfect moordwapen. Ik geef een voorbeeld… stel nu dat iemand zijn man / vrouw wil vermoorden, dan vraag je toch gewoon of hij / zij eens achteraan wil gaan kijken of – ik zeg maar wat – de uitlaatpijp er nog wel aanhangt, en je rijdt achteruit. Oeps! Je stond niet in eerste versnelling, maar per ongeluk in achteruit. Wie zal zeggen of het waar is of niet? Een pistool kopen is een stuk ingewikkelder.
Maar los van moorddadig gedrag met de auto is het verkeer op zichzelf al heel gevaarlijk. Je zit eigenlijk in een tuig waarmee je kunt doden, ook al is dat ongewild. Mannen worden een stuk agressiever als ze in die kooi zitten. Vrouwen voelen zich plotseling een stuk minder belaagd. Heel erg vreemd.

Wel verrassend was die behoorlijk expliciete erotische scène waarmee uw boek begint. Overweldigend zelfs. Dat waren we van De Bruyn niet gewend. Tot nu toe had ik bloed en bloot altijd bewust vermeden. Waarom moet er bloed vloeien in een thriller terwijl je evengoed met onderhuidse angst de spanning kunt opbouwen? Hetzelfde over bloot… waarom zou je een seksscène uitgebreid beschrijven terwijl je ook met een paar woorden kunt suggereren wat er gebeurt? Maar in dit boek vond ik die scènes wel functioneel. Ik wilde tussen Katelijne en George een heftige relatie creëren en in die beginscène al meteen de vraag stellen: voelen ze nu echt zoveel voor elkaar of is het enkel om de seks te doen?

Was dat moeilijk om te schrijven?
Vreselijk! Aanvankelijk had ik geprobeerd om die ontluikende passie geleidelijk te beschrijven, maar het lukte me niet om op die manier weer te geven hoe hartstochtelijk die twee mensen zich tot elkaar aangetrokken voelen. Het werkte gewoon beter om meteen, bij de eerste bladzijden al die hevige begeerte te verwoorden. Ik hoed me wel voor negatieve reacties op die scènes. Als ik ze vanuit het standpunt van George had geschreven, zou ik me wat zekerder voelen. Maar ik wilde ze zeer bewust vanuit het standpunt van Katelijne schrijven. Ik mag dan wel denken dat ik me in het standpunt van een vrouw kan inleven, maar is dat wel zo? (lacht)

Er gaat ook een kwekerij van tilapiavissen failliet.
Eigenlijk is dat vooral een metafoor voor wat mij overkomen is. Ik ben psycholoog en headhunter. Maar met eerst een internetbubbel die uit elkaar spat, dan een wereldwijde economische crisis, een informatietechnologiesector die doodbloedt, en daarbovenop een financiële crisis, is die markt compleet in elkaar gestuikt. De laatste zeven jaar ging het me echt niet voor de wind. Het was een heel moeilijke periode en op de duur kon ik me zelfs niet meer concentreren op het schrijven.

De bekroning kwam wel op het goede moment? Absoluut! Ik was heel erg blij toen Jan (Haeverans, de voorzitter van de Knack Hercule Poirotjury) me belde dat ik bij de genomineerden was, wat ik op zich al fantastisch nieuws vond. Het betekende dat de jury van de Poirot, die ik overigens heel erg waardeer, voor de vijfde keer een van mijn boeken in de jaarlijkse top vijf van de beste Vlaamse thrillers rangschikte.
Toen echter werd bekendgemaakt dat ik echt de Hercule Poirotprijs 2010 had gewonnen, was het toch wel even slikken. Van blijdschap, dat wel, natuurlijk, en trots, jazeker. Het duizelt me nog, maar echt waar, die bekroning betekent echt heel veel voor mij. Een prijs is zo belangrijk als zijn vorige winnaars. Dus, dat zit wel heel erg goed. En ik hoop dat ik met dit boek ook een moeilijke periode kan afsluiten.

Katrien Vervaele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content