Ludo Bekkers

Photo Event 2014: amateurs tussen de pro’s

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Naast enkele kleppers uit de wereld van de fotografie is er dit jaar op Photo Event 2014 in Mechelen voor het eerst ook een galerij met het werk van leden van het Centrum voor Beeldexpressie.

Iedere fototentoonstelling is voor de bezoeker een avontuurlijke belevenis. Soms wordt hij gelokt door de naam van de fotograaf, soms door de onderwerpen maar het blijft altijd een confrontatie van twee werelden, die van de bevlogen kunstenaar met zijn persoonlijke inzichten en mogelijkheden en die van de al dan niet argeloze of erudiete toeschouwer. Aan het eind van de rondgang is er de vraag of beiden elkaar gevonden hebben binnen die bipolariteit.

Er wordt veel gefotografeerd, veel te veel sinds de opkomst van de digitale camera die niet meer gebonden is aan dure filmrolletjes en de kosten voor ontwikkeling ervan. Destijds koos de amateurfotograaf zorgvuldig onderwerp en standpunt, wachtte het juiste belichtingsmoment af en maakte hooguit twee of drie opnamen om zeker te zijn het ideale beeld bereikt te hebben. Fotograferen was een kunst waarbij techniek en artistiek inzicht aan de basis lagen. Nu vrijwel iedereen over een digitaal toestel beschikt is en met ieder gsm-toestel, i-Pad en tablet opnamen kunnen worden gemaakt is fotograferen gedevalueerd tot een doodgewoon consumptiefenomeen en dat heeft de waardering voor het betere fotowerk geen goed gedaan. Het is opvallend hoe foto-amateurs, die met enige pretentie de professionelen trachten te benaderen zoniet te evenaren, maar al te vaak verzanden in een patroon van imitatie en standaardesthetiek weliswaar met een technische kennis en vaardigheid die respect afwingt.

Maar het moet gezegd dat de laatste jaren leden van de betere fotoclubs evolueerden van het gekunstelde en steriele “mooie” beeld naar meer overdachte composities die ook minder vrijblijvend en minder “gezocht” waren. Desondanks blijft het kwetsbare en tere punt dat er nu net dàt element ontbreekt wat van een goede foto een buitengewone foto maakt. En dat is dan ook het fundamenteel verschil tussen amateurs en professionelen: het kunstenaar zijn. Bij de “profs” is een foto meer dan een perfect beeld, het heeft, behoudens zijn technische en artistieke kwaliteiten, een betekenis, een inhoud die meer wil zeggen dan wat er getoond wordt. Een beroeps, zij het de zuivere kunstfotograaf of de fotoreporter of de documentairemaker, vertrekt van een concept, een keuze, een achterliggende gedachte die zowel van esthetische als van maatschappelijke aard kan zijn. In ieder geval wil er iets meegedeeld worden op een zo persoonlijk mogelijke manier. gedragen doot een plastisch signatuur dat onvervreemdbaar is van de auteur. De waarde en impact van een foto wordt dan gemeten aan de intellectuele, emotionele en technische kracht die er in vervat zit. Er zullen dus altijd fotografen zijn, van de ene soort en van de andere.

Het Cultuurcentrum in Mechelen is de uitdaging aangegaan om dat dilemma aan de orde te stellen in samenwerking met het Centrum voor Beeldexpressie. Deze semi-professionele organisatie zet zich al jaren in om de amateurfoto- en cinematografie te begeleiden en naar een hoger niveau te tillen. Een tijdschrift, tentoonstellingen, workshops zijn middelen om de amateurs te prikkelen en uit te dagen. Het is een onderneming die nog te langzaam verloopt en te vaak botst op het juiste inzicht en durf. Door zich in te passen bij het Mechels project hoopt het CvB een eye-opener voor zijn leden te bieden. Behalve enkele buitenlandse gerenommeerde fotografen wordt ook het werk van vijf leden van de organisatie en vier zogenaamde Belgische talenten getoond. Buiten categorie en in de ruimte van De Garage, een stadsgalerie voor hedendaagse kunst, is werk te zien van Hans Op de Beeck (Brussel, 1969) die al meerdere jaren, ook internationaal, doorgebroken is met verbluffende werken in allerlei concepten, waaronder fotografie. Hans Op de Beeck creëert in vele gevallen denkbeeldige situaties, landschappen, stadsdelen, interieurs die op schaal verkleind, de illusie bieden écht te zijn waardoor een verschuiving plaatsvindt tussen tijd, ruimte en plaats. Het stelt bij de toeschouwer de vraag of de werkelijkheid fictie zou zijn en de fictie ook tot realiteit kan worden. In deze tentoonstelling wordt uitsluitend fotowerk getoond, zorgvuldig opgebouwde situaties die op een of andere manier een absurdistisch trekje hebben gekregen. Zijn het beelden van een realiteit of van een enscenering. Soms is het duidelijk maar soms ook wordt de toeschouwer op een dwaalspoor gezet. Het zijn prachtige foto’s, groot formaat die met dezelfde nauwkeurigheid zijn uit- en afgewerkt zoals trouwens het hele oeuvre van deze kunstenaar.

Twee buitenlandse fotografen dragen het frame van het hele tentoonstellingsconcept : de menselijke figuur. William Ropp (1960) is daarbij een excellente keuze want zijn hele oeuvre is geïnspireerd door het lichaam en de houdingen die het kan aannemen. In prachtige zwart-wit beelden toonde hij vroeger alle mogelijke facetten van de menselijke figuur via lichamen en portretten. In Mechelen herinneren enkele beelden aan deze periode. De andere foto’s zijn opnamen in kleur van kinderen, meisjes en vrouwen in een haast historisch-klassieke setting. Vanuit een duistere achtergrond staren de modellen recht in de cameralens en door een subtiele belichting lijkt het of de gezichten van porselein zijn waarbij de ogen dwingend de toeschouwer aankijken. Door de kledij en de houding van de personages is er een subtiele verwantschap te vinden met die van de middeleeuwse Vlaamse schilders. William Ropp staat voor een fotograaf-kunstenaar. Een tweede gast is de eveneens Franse Antoine d’Agata (1961) die tot de Magnum groep behoort. Zijn foto’s zijn dramatisch, zowel wat inhoud betreft als kleurgebruik. Wat we zien zijn lichamen, onscherp en getormenteerd, zowel door de houdingen als door de manier waarop ze in beeld zijn gebracht. Alle concrete vormen zijn opgelost in een wazige atmosfeer die men ondergaat als onbehaaglijk en pijnlijk. En desondanks gaat er vanuit die foto’s een kracht uit, een intensiteit die niet slechts tot dieper kijken dwingt maar ook tot analyseren en nadenken. De fotograaf decomposeert als het ware het lichaam door de belichting en de onscherpte en er ontstaat een plastische compositie die los staat van de realiteit. Picturaal is er een zekere verwantschap met het oeuvre van de schilder Francis Bacon.

De vier “Belgische Talenten” zijn relatief jonge fotografen die diverse stijlen ontwikkelen en hun verhalen beeldend weten te vertellen zonder te veel in chlichés te vervallen. De geselecteerde CvB-leden bewijzen dat de oubollige fotobedoening die jaren schering en inslag was binnen de amateurswereld plaats heeft gemaakt voor creativiteit en ontwikkeling van een persoonlijke beeldtaal.

Tentoonstelling “Photo Event 2014”, Mechelen, Cultureel Centrum & De Garage, nog tot 24 augustus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content