Surrealistisch

Ik ken ondertussen geen beroepsgroep die zo nonchalant en vrijblijvend met inhoud goochelt als beroepspolitici.

Het ‘feest van de democratie’ zit er voorlopig weer op, al was de sfeer op de redactievloer van Studio 5 tijdens de verkiezingsshow van de VRT er dit jaar vooral een van onderdrukte neerslachtigheid. Dé remedie om uit de politieke impasse te geraken, was volgens Corelio-hoofdredacteur Peter Vandermeersch, deze keer ‘een hele goeie campagne te voeren’.

Een suggestie, even naïef als de heruitgave van stuntelig geassembleerde stemtesten. Opvallend genoeg liet een aantal commentatoren en opiniemakers zich achteraf tevreden uit over de campagne-inhoud die politici, de media en zijzelf, de kiezer in de aanloop naar 13 juni voorschotelden.

Het vergt een behoorlijke inspanning om nog langer mee te gaan in de stelling dat verkiezingen over inhoud moeten gaan. De roep om inhoud heeft de dwangmatige omgang van politici met de media immers enkel maar versterkt en het inhoudelijk debat vermolmd tot voorgeprogrammeerde robottaal, lichtzinnige metaforen, mediatieke oneliners en trivialiteiten op maat van de redactionele agenda’s. Ik ken ondertussen geen beroepsgroep die zo nonchalant en vrijblijvend met inhoud goochelt als beroepspolitici.

De moderne homo politicus is meer dan ooit slaaf van een schier eindeloze reeks van journalistieke ‘verplichtingen’ en laat er zich gewillig en obsessioneel door meesleuren en verslinden. Inhoud is daarbij nog hoofdzakelijk een instrument in dienst van tactische profilering en strategische beeldvorming. Weinig journalisten lijken gebrand om die wijsheid te ontmaskeren.

Toen P-Magazine-redacteur Raf Liekens voor de verkiezingen in een opmerkelijke open brief opriep voor ‘een eerlijke verkiezingsberichtgeving’, kreeg hij die nergens gepubliceerd.

Er is een eenvoudige basisregel die stelt dat wanneer identiteit (‘wie ik ben’), communicatie (‘wat ik zeg’) en reputatie (‘wat ik doe’) uit balans raken, de onvermijdelijke afgrond wenkt. In de paarse periode tussen 1999 en 2007 hield het politieke bedrijf de band met de beleidsrealiteit voor bekeken en werd die gewillig opgeofferd aan perceptie met als orgelpunt de constructie van de virtuele modelstaat, gedragen door de slogan ‘Ons land staat er weer’. Sedertdien lijkt het politieke bedrijf zichzelf verkiezing na verkiezing in ongeloofwaardigheid te overtreffen.

Open VLD kon al toezien hoe haar ‘nieuwe start’ 48 uur na de verkiezingen in eigen rangen werd verbogen tot ‘een valse start’. Het electoraat klampt zich ondertussen vast aan de zeldzame bakens van geloofwaardigheid die bij elke verkiezing op de woelige wateren van het politieke wantrouwen en ongenoegen komen bovendrijven.

Het inzicht dat geloofwaardige communicatie de sleutel is tot electoraal succes, zou de ingewikkelde zoektochten naar de achtergronden en motieven van de kiezer aanzienlijk kunnen vereenvoudigen. ‘Het verschil is dat ik meen wat ik zeg’, verklaarde Bart De Wever meermaals, al klinkt ook dat surrealistisch in de wetenschap dat dat niet noodzakelijk geldt voor de andere partners die straks de beleidskoers mee zullen maken of kraken.

Frank Thevissen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content