De kruik gaat zolang te water tot ze barst

Het getuigt van westerse arrogantie om te denken dat wij gespaard zullen blijven van grotere droogte en watersnood.

Midden november stonden de kranten in het teken van de watersnood. Op enkele dagen viel evenveel regen als normaal in heel de maand november. Met de gekende ellende als gevolg: ondergelopen huizen en wijken, overstroomde scholen en bedrijven. Uiteraard konden we ook in de berichtgeving lezen waarom het fout liep. De regen was uitzonderlijk, de ruimtelijke ordening zit fout, de voorziene overstromingsgebieden komen er veel te traag.

We kregen echter ook geruststellende boodschappen: zo’n regenval komen maar eens op de honderd jaar voor. De uitspraak klopt als we ons baseren op het verleden, maar zegt weinig over de toekomst. Want: blijft deze regenval wel zo uitzonderlijk? We weten allemaal dat klimaatwijziging bezig en, gelet op het huidig fiasco van mondiale klimaatonderhandelingen, alleen nog sterker zal toenemen. En hét kenmerk van klimaatwijziging is dat extreme weersomstandigheden tot de normale gang van zaken gaan behoren.

Mondiaal heeft 2010 getoond wat dit betekent: Rusland kende door droogte bosbranden die ze niet onder controle kregen en Pakistan kreeg watersnood te verwerken die onbeheersbaar was. Het getuigt van westerse arrogantie om te denken dat wij gespaard zullen blijven van grotere droogte en watersnood dan we tot op heden kennen in ons collectief geheugen. In die zin zullen we meer en meer getuigen krijgen op televisie die zullen verklaren: ‘dat heb ik nog nooit meegemaakt in mijn leven’. Een uitspraak die ons op het verkeerde spoor zet want doet vermoeden dat we er weer een leven lang van af zijn van die ellende.

De kruik gaat zo lang te water tot ze barst, luidt het spreekwoord. Vraag is wat te doen om de breuk te voorkomen als neerslag én droogte toenemen. Dit is een fundamentele vraag, ze overstijgt thema’s als overstromingsgebieden en erosiebestrijding. Het gaat erom hoe we onze maatschappij robuust kunnen maken tegen de grote veranderingen die er aankomen, of ze nu van ecologische, economische of sociale aard zijn. Hoe te komen tot een veerkrachtige samenleving? Het is waarschijnlijk geen toeval dat het denken over veerkracht (resilience) vaak wordt toegepast op een stroombekken als voorbeeld van een sociaalecologisch systeem. Veerkrachtdenkers nemen een holistisch perspectief in, kijken eerder naar de dynamiek van het geheel als naar de eigenschappen van de delen. Zoals Rudy Dhont in de nieuwe Oikos duidelijk maakt, gaat veerkracht over de capaciteit van zo’n systeem om verstoringen te absorberen en zichzelf te organiseren terwijl het verandering ondergaat, of het vermogen om te transformeren indien het systeem vastloopt. Veranderingen kunnen geleidelijk zijn (het water stijgt langzaam) of plots (door het stijgende water breekt de dijk).

De veerkracht van een samenleving wordt bepaald door haar graad van diversiteit, modulariteit en terugkoppeling. Diversiteit wordt duidelijk als tegenhanger van monocultuur. Als boeren slechts één gewas verbouwen dan zijn ze erg kwetsbaar voor plagen. Als een regio haar waterhuishouding organiseert op basis van rechtgetrokken waterlopen en dit blijkt nadien een slechte keuze, zit je met een probleem. Diversiteit gaat over het ondersteunen van verschillende aanpakken die elkaar versterken en ondersteunen.

Een hoge graad van modulariteit wijst op het bestaan van verschillende subsystemen die elk een vorm van autonomie bezitten. Het belang hiervan werd mooi verwoord door de waterexpert van Natuurpunt als hij stelde ‘dat we het water moeten opvangen waar het valt’. In overgeconnecteerde systemen reizen schokken ongestoord verder en kunnen ze meer onderuit halen dan nodig. Modulariteit gaat over een systeem met lossere componenten waartussen meer elasticiteit en buffercapaciteit zit, waarbij schokken slechts beperkte schade kunnen toebrengen. Anders blijven gemeenten stroomafwaarts de pineut als men stroomopwaarts weigert een ander waterbeleid te ontwikkelen. Het derde element gaat over terugkoppeling: hoe snel worden we met de gevolgen van ons handelen geconfronteerd? Zeker bij klimaatwijziging is dit een uitdaging van formaat.

Nu het water zich langzaam terugtrekt, komt er ruimte vrij voor een belangrijke denkoefening. Wat betekent het als binnen twintig jaar er dubbel zoveel regen zou vallen in drie dagen, en de frequentie van dergelijke extremen toeneemt? Science fiction? Zeker niet: het is gewoon het regionaal vertalen van wat internationale verzekeringsfirma’s ons nu al jaar na jaar rapporteren. Vanuit veerkracht denken omvat deze denkoefening drie vragen. Kunnen we de veranderingen absorberen binnen het huidig systeem? Of moeten we het aanpassingsvermogen van onze samenleving opschroeven door andere organisatievormen. En als dit niet helpt, hoe zit het met transformatietalent waarmee we de samenleving van de toekomst vorm kunnen geven.

Een beproefde wijze om de veerkracht van een samenleving te verhogen kan via het ontwikkelen van scenario’s. Hierbij gaat het niet om een expertenoefening achter gesloten deuren, maar om een toekomstverkenning met alle betrokken actoren. Net dit proces van samen de toekomst verkennen vanuit verschillende belangen en perspectieven kan de kiem leggen voor verandering: als we samen ontdekken wat er echt toe doet. En dat is onder meer ons voorbereiden op grote veranderingen -die er zowieso zitten aan te komen-, dan dat ze ons keer op keer overvallen en we de gevolgen moeten ondergaan.

Dirk Holemans (Oikos)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content