De truc met de eerlijkheid

Momenten van grote eerlijkheid en oprechtheid zijn in een regeringsonderhandeling een zeldzaamheid.

In Becket van Jean Anouilh zucht paus Alexander III dat eerlijke mensen als Thomas Becket hem steevast van zijn stuk brengen. Vertrouwensman kardinaal Zambelli legt daarop de paus uit dat eerlijkheid soms van pas kan komen.

‘Eerlijkheid is een berekening als een andere’, laat Anouilh de kardinaal zeggen. ‘Het volstaat van dat principe overtuigd te zijn en eerlijkheid is niet langer hinderlijk. In sommige, zeer moeilijke onderhandelingen, wanneer de situatie muurvast zit en geen enkel manoeuvre nog uitkomst biedt, kan het gebeuren dat ik mij van de eerlijkheid bedien. Mijn tegenstander trapt doorgaans meteen in de val; hij vermoedt immers eens heel subtiel plan, wordt op het verkeerde been gezet en raakt verstrikt. Het risico bestaat echter dat de tegenstander tegelijk eenzelfde eerlijkheid aan de dag legt. En dan wordt het spel uitermate ingewikkeld.’

Momenten van grote eerlijkheid en oprechtheid zijn in een regeringsonderhandeling een zeldzaamheid.

Regeringsonderhandelingen zijn palavers tussen politieke clans die eigen profijt en belangen veilig willen stellen, maar hun houding verpakken in grote politieke bespiegelingen over ’t algemeen belang. Alleen als de twee kampen meteen zeggen waar het hen om te doen is, kan de onderhandeling – hoe ingewikkeld die ook moge zijn – slagen.

De afgelopen dagen worden in dat verband nogal wat vergelijkingen gemaakt tussen Bart De Wever, die klaar staat om de Vlaams-nationalisten van de N-VA in de federale regering te loodsen, en Hugo Schiltz, die destijds met de Volksunie een vergelijkbare stap zette en, samen met zijn partij, op de klippen liep.
In 1974, een jaar nadat hij de leiding van de partij in handen had genomen, begon Schiltz aan de uitwerking van zijn grote droom: de VU in een Belgische regering loodsen. Omdat hij geloofde dat alleen ‘een grondige federalisering vrede kan brengen tussen de gemeenschappen’.

Twee keer echter trapte hij, met de ogen open, in de val die de Vlaamse christendemocraten voor hem opzetten. Want nadat de partij in november 1971 haar electorale hoogtepunt had bereikt en 22 Kamerleden telde, werd de VU een bedreiging voor de CVP.
Schiltz’ eerste poging stootte na langdurige onderhandelingen, waarbij ook FDF en Rassemblement Wallon waren betrokken, op het veto van RW-leider François Perin. De christendemocraten legden zich daar opmerkelijk gedwee bij neer.

Nadat hij uit de regeringsvorming werd gebonjourd, hield Schiltz voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers een vlammende rede tegen Perin, die hij met de dubbelhartige Franse diplomaat Talleyrand vergeleek, én tegen premier Leo Tindemans.

Ondanks dat eerste debacle was Schiltz niet erg op zijn qui-vive toen hij aan zijn tweede poging begon: de onderhandelingen over het Egmontpact. Een episode die voor hem ei zo na in een drama eindigde. Persoonlijke vrienden, onder wie Frans Verleyen, hielpen hem naderhand dat trauma te verwerken en brachten er hem politiek weer bovenop. Maar de gestage neergang van de VU was begonnen – een neergang en verbrokkeling die nog werd bespoedigd door persoonlijke aversies binnen de partij.

Toen Schiltz aan zijn pogingen begon, maakte hij door zijn beroepsbezigheden en door zijn aanwezigheid in een aantal – ook Franstalige – salons, al deel uit van het politieke establishment. Wat hem overmoedig maakte en hem gaandeweg van zijn partijtroepen verwijderde. Zelfs na zijn succesvolle aandeel in het Sint-Michielsakkoord van 1993 bleef Schiltz achter met het gevoel door zijn partij en vooral door de verkrampte Vlaamse Beweging onheus te zijn behandeld.

In elk geval hebben zij die zich na zijn dood op zijn politieke nalatenschap beriepen en sommigen die hem vandaag graag als voorbeeld voor Bart De Wever onder de lamp zetten, destijds weinig ondernomen om hem te steunen.

De vergelijking tussen Bart De Wever en Hugo Schiltz snijdt dan ook weinig hout. De Wever maakt, vooralsnog, geen deel uit van het politieke establishment. Republikein als hij is, heeft hij niet eens op de koninklijke signaalgevers gewacht om alvast aan zijn informatieronde te beginnen. Hij wordt ook niet gehinderd door een georganiseerde Vlaamse Beweging die haar eisenpakket op zijn drempel komt leggen. En hij heeft de conservatieve grondstroom van zijn electorale achterban helemaal in kaart.

Bovendien, zo merkte Hans Bracquené, een gewezen medewerker van Schiltz, recent nog op, haalt de N-VA een score waar de VU zelfs niet van durfde te dromen. ‘Zijn partij werd in één klap de volkspartij die Open VLD hoopte te worden. Dat plaatst De Wever in een positie die Schiltz nooit heeft gekend, in het politieke zwaartepunt van onderhandelingen over een nieuwe staatshervorming.’ Het biedt hem de kans over de doorgaans defensieve Vlaamse stellingen van het verleden heen te stappen.
De hoge verwachtingen die de kiezers in de PS van Elio Di Rupo en de N-VA van Bart De Wever hebben gesteld, laten ook niet toe te kiezen voor de korte loopplank. Zelfs de socialist Francis Gomez van de Luikse metaalvakbond heeft het over een historische kans om, op de sociale zekerheid na, alles te splitsen.

De komende weken zal blijken of de omvang van een dergelijke hervorming het talent overstijgt dat in de Belgische politiek aanwezig is.

Rik Van Cauwelaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content