‘Een vakbond op de werkplek maakt het verschil’

‘Werknemersinspraak op de werkvloer maakt een effectief verschil voor werknemers, bedrijven, en de samenleving’, schrijft Maarten Hermans, die onderzoek deed naar de effecten van vakbonden op ondernemingsniveau.

Beeldt u zich even in dat het deze week buurtverkiezingen zijn in België: in duizenden wijken verkiezen 1,7 miljoen buurtbewoners onder elkaar de tienduizenden lokale buurtvertegenwoordigers. Deze vertegenwoordigers zullen vier jaar lang hun buren bijstaan, organiseren, en hun buurt mee vorm geven via recht op informatie en inspraak in hun wijk. Sommigen doen dit al jaren en weten goed waar het in de buurt beter of minder gaat. Andere, nieuwe vertegenwoordigers willen de handen uit de mouwen steken en gaan via de nationale organisaties van buurtvertegenwoordigers opleiding volgen rond verkeersveiligheid of milieuwetgeving.

Weinig aandacht voor verkiezingen

Vervang buurt door werkplek, en dit is in grote lijnen wat momenteel in België plaatsvindt: de vierjaarlijkse sociale verkiezingen van werknemersvertegenwoordigers. Terwijl we in het geval van zulke hypothetische buurtverkiezingen ons kunnen voorstellen dat politicologen klaarstaan met duiding, journalisten gaan luisteren wat er leeft, en opiniemakers zulke enorme burgerparticipatie bejubelen als hét middel om de kloof met de politiek te dichten, blijft het over de sociale verkiezingen tamelijk stil.

Een vakbond op de werkplek maakt het verschil.

En dit is een spijtige zaak. In de publieke sfeer, ons verenigingsleven of in het gezin, zijn we gaandeweg het principe van gelijkwaardige, democratische inspraak vanzelfsprekend gaan vinden. De sfeer van het werk behandelen we op dat vlak echter zeer stiefmoederlijk. Aan de fabriekspoort of de deur naar het landschapskantoor bergen we die democratische principes grotendeels op, en de onvolledige maar meest concrete uiting van economische democratie in België – de sociale verkiezingen voor Ondernemingsraad en Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk – passeert soms een beetje als een formaliteit.

Duidelijke effecten van inspraak

Niet enkel omwille van principieel-democratische overwegingen is dit gebrek aan aandacht voor inspraak op het werk spijtig, ook omdat inspraak op je werkplek concrete gevolgen heeft voor werknemers, bedrijven, en de samenleving. Recent internationaal onderzoek leert ons bijvoorbeeld dat in corona-tijden vakbonden de werkplek en haar omgeving veiliger maken. Zo ligt de corona-sterfte onder rusthuisbewoners zelfs 30% lager wanneer er een vakbond aanwezig is, vooral omdat zorgpersoneel dan betere beschermingsmiddelen krijgt.

Er is dan ook een brede internationale onderzoeksliteratuur over de positieve en negatieve effecten van vakbonden op de werkvloer. Terugkerende bevindingen in verschillende nationale contexten zijn bijvoorbeeld dat naast een meer veilige werkplek, vakbondsaanwezigheid de kans op opleiding versterkt, het werknemersverloop verlaagt, de productiviteit in bepaalde sectoren verhoogt maar bedrijfsinvesteringen vermindert. Ook gaan de effecten van werknemersinspraak op de werkvloer breder: zo hebben werknemers met meer inspraak op het werk bijvoorbeeld ook meer democratische attitudes en gedrag.

Wat echter ook opvalt in die brede internationale onderzoeksliteratuur is dat we voor België relatief weinig weten over de effecten van werknemersinspraak op organisatieniveau. Schaars recent onderzoek voor België vindt bijvoorbeeld dat lokaal sociaal overleg een opwaartse druk zet op zowel de lonen als de productiviteit, en wat op die manier marges creëert voor onderhandelingen.

In het HIVA – KU Leuven onderzoeksrapport dat we vandaag publiceren geven we een samenvatting van wat we uit recent onderzoek kunnen leren over de effecten van werknemersinspraak op organisatieniveau en testen we verschillende verwachtingen voor België. Op basis van een omvangrijke bevraging van werknemers naar hun werksituatie kunnen we bijvoorbeeld vergelijken tussen werkplekken met en zonder een actieve vakbondsvertegenwoordiging.

Meer kans op opleiding

Deze vergelijking leert ons dat ook in België een vakbond op je werkplek de kans op opleiding voorzien door de werkgever gevoelig verhoogt. Dit vakbondseffect is meer uitgesproken voor werknemers met een kortere scholing, wat betekent dat vakbondsaanwezigheid de ongelijkheid tussen kort- en langer geschoolden vermindert op vlak van opleidingskansen. Ook voor arbeidsmarktbeleid is dit een relevante bevinding: het sluit aan bij o.a. Duits onderzoek dat besluit dat meer inspraak en beter HR-beleid op bedrijfsniveau mogelijk meer effectief voor vorming is dan opleidingsprogramma’s voor korter geschoolden.

Een ander duidelijk effect is dat de kennis over werknemersrechten en voordelen groter is. Het aandeel werknemers dat niet weet of ze recht hebben op bijvoorbeeld betaald ouderschapsverlof of tijdskrediet halveert met een vakbond aanwezig. Het vergroot ook de kans dat werknemers aangeven dat ze bepaalde rechten of voordelen ook effectief kunnen uitoefenen of benutten, vooral als het gaat om collectieve arbeidsrechten. We vinden ook een bescheiden effect dat erop wijst dat men zich beter geïnformeerd voelt over de gezondheids- en veiligheidsrisico’s van hun job, en meer zeker is dat de arbeidsvoorwaarden niet achteruitgaan.

Toenemend belang bedrijfsniveau

Dat werknemersvertegenwoordiging op de werkvloer dus op een aantal dimensies een meetbaar effect heeft, is hopelijk een opsteker voor de duizenden vertegenwoordigers – én HR-verantwoordelijken – die in moeilijke corona-tijden sociale verkiezingen hebben moeten organiseren, en de komende vier jaar het sociaal overleg lokaal dienen waar te maken.

Met de trend in sociaal overleg richting het bedrijfsniveau en de uitdaging voor de Belgische vakbonden om bijvoorbeeld nieuwe generaties jonge werknemers te bereiken, gaat ook het belang van werknemersinspraak en sociaal overleg op het organisatieniveau toenemen. Het valt te hopen dat dit stijgend belang samengaat met een groter begrip van haar effecten en waardering van haar plaats binnen een democratische samenleving.

Maarten Hermans is als senior onderzoeker verbonden aan het HIVA – KU Leuven en is kernlid van Denktank Minerva.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content