Joel Rubinfeld

Welke lessen trekken uit de aanslag op het Joods Museum in Brussel?

‘Als Israël een nazistaat is en de diasporajoden hun collaborateurs, welke andere oplossing dan de Endlösung verdienen ze dan van ons, Europeanen, die juist het nazisme als absolute vijanden hebben?’ Joël Rubinfeld van de Liga tegen Antisemitisme, trekt lessen uit de aanslag aan het Joods Museum in Brussel.

De aanslag tegen het joods museum van België bevestigt op tragische wijze de realiteit van het Syrische jihadcircuit. Vandaag weten we dat duizend Belgische en Franse terrorismeleerlingen die in de jihadschool in Syrië gevormd worden opnieuw op Europese grond kunnen toeslaan. Dat is echter niet de enige les die we moeten trekken uit de antisemitische aanslag die op 24 mei in Brussel werd gepleegd.

We hebben bij de Belgische liga tegen antisemitisme (LBCA) een groot aantal steunbetuigingen ontvangen, uit alle confessionele hoeken. Die eensgezindheid in de ingetogenheid vonden we ook terug op de sociale media. Niet zelden vind je er echter sympathieboodschappen waarin er gevraagd wordt naar de verantwoordelijkheid van de joodse staat in het opnieuw de kop opsteken van het antisemitisme.

Zo is er bijvoorbeeld de reactie op de publicatie van een opinie van de advocaat van de LBCA Christophe Goossens in Le Soir op 4 juni met als titel ‘Antisemitisme: nultolerantie’. De lezer plaatste volgend bericht op de Facebookwall van Goossens: ‘Prachtige tekst, maar beste joodse en andere vrienden, zullen we de volgende vraag durven stellen zonder een lawine van reacties uit te lokken: voedt de politiek van de Israëlisch staat niet dat antisemitisme in plaats van er tegen te strijden?’

Zou dat willen zeggen dat Israël, de ultieme garantie van het ‘Plus jamais ça’, voor sommigen één van de oorzaken vormt van het weer oplaaien van antisemitisme in onze contreien? Sommigen beweren dat met vrienden als deze lezer, joden geen vijanden meer nodig hebben. Ik denk dat dat een fout zou zijn. Eerst en vooral omdat er geen enkele reden is om te twijfelen aan de oprechtheid van die laatste. Vervolgens, omdat zijn woorden een gedachte uitdrukken die zeer verspreid is bij sommige van onze medeburgers die een antiracistische engagement aan de dag leggen.

Antiracisme : hier ligt precies het ‘grote misverstand’. Voor we dat onderwerp aansnijden dringen er zich echter twee inleidende opmerkingen op.

Eerst en vooral is de Israëlische politiek bekritiseren duidelijk niet antisemitisch. Het tegenovergestelde beweren is hetzelfde als ervan uitgaan dat de meerderheid van de Israëli’s zelf antisemitisch zijn. Ik zou zelfs zeggen dat Israël evenveel als alle democratieën moet bekritiseerd worden om de werking ervan te verbeteren.

Ten tweede richt die poging om het ‘grote misverstand’ te verdrijven zich niet tot degenen die zich achter het antizionisme verbergen om een beschamend antisemitisme te verspreiden. Neen, die tekst richt zich tot degenen die uit goeder trouw en op basis van slechte informatie, ongewild bijdragen tot het demoniseren van Israël en daardoor tot de banalisering van het hedendaags antisemitisme. Laten we met die gedachten in het achterhoofd nu tot het ‘grote misverstand’ overgaan.

Na de twee wereldoorlogen die vorige eeuw ons continent verwoestten, heeft Europa heilzaam een educatief mechanisme – het antiracisme – ontwikkeld om de herhaling van dat soort tragediën te vermijden. In dat mechanisme wordt het absolute kwaad verpersoonlijkt door een persoon, Adolf Hitler, en een regime, het Derde Rijk. Sindsdien moet er meedogenloos gestreden worden tegen alles wat op nazisme en zijn medeplichtigen – de collaborateurs – lijkt. Geen enkel compromis, geen enkele vrede is mogelijk met het nazisme: het moet uitgeroeid worden.

Hierin spelen de cryptoantisemieten een rol. Na de Tweede Wereldoorlog hebben ze de joodse staat door het joods individu vervangen en sindsdien hebben ze alle middelen aangewend om de geesten van de echte antiracisten te besmetten door Israël nazistisch te maken, door de oude slachtoffers in nieuwe beulen te veranderen. Om dat te bereiken, behouden ze hun ‘verontwaardiging’ voor de enige democratie van het Midden-Oosten (volgens onze Europese criteria). ‘In naam van het antiracisme’ veroordelen ze onophoudelijk de minste daden van Israël en bevorderen ze de boycot van het land. Het feit dat het enige land van de ongeveer 200 leden van de VN dat die bedreiging ondergaat ook de enige joodse staat van die organisatie is, is een verontrustend toeval.

Als bijkomend verschijnsel verzwijgen ze systematisch de nazistisch geïnspireerde aard van de vijanden aan de Israëlisch grenzen. De beschuldiging lijkt hard maar de daden zijn er niet minder veelzeggend om. Wat te denken over de Libanese Hezbollah en sommige bewapende Palestijnse milities die met een Kalasjnikov defileren terwijl ze de nazigroet doen? En wat te denken over het Handvest van de Hamas dat de oudbakken clichés van het antisemitisme herneemt (‘Met hun geld controleren ze de media uit de hele wereld. (…) Met hun geld hebben ze geheime genootschappen zoals de vrijmetselaars, de Rotary – en Lionsclubs (…) opgericht om de maatschappijen te saboteren en de zionistische belangen te dienen’ art. 22) en zijn ideologie uit het lievelingsboek van Adolf Hitler put (‘Hun zionistische plan wordt uiteengezet in de ‘Protocollen van de Wijzen van Zion’ en hun huidige gedrag is het beste bewijs voor onze beweringen, art. 32)’.

Maar als Israël door die omkering van beschuldiging een nazistaat is en de diasporajoden hun collaborateurs, welke andere oplossing dan de Endlösung verdienen ze dan van ons, Europeanen die met antiracisme opgroeiden en die juist het nazisme en zijn steun als absolute vijanden hebben?

Dat is de andere les die we uit de recente actualiteit moeten trekken : als we oprecht tegen het antisemitisme willen strijden, als we de kans willen grijpen om die plaag te overwinnen die op termijn onze gemakzuchtige democratie kan doen wankelen, als we het vertrouwen willen teruggeven aan de 40% Belgische joden en de 46% Fransen die volgens de recente peiling van het Europees Bureau voor de grondrechten overwegen ‘hun land te verlaten omdat ze zich er als joden niet meer veilig voelen’ zullen we de actualiteit van het Nabije Oosten grondig moeten opnieuw bestuderen en tenslotte het Israëlisch-Arabisch conflict moeten herbenoemen.

Indien de spelers uit de politiek, de media, de verenigingen en de academische wereld de dringendheid van een dergelijk gebod niet beseffen en als we dat grote verstand nog meer in het hart en de geest van onze burgers die onmiddellijk betrokken zijn bij dit probleem laten bloeien, zal het antisemitisme niet kunnen ingedijkt worden.

Elke maatregel zou dan dweilen met de kraan open zijn, de grondbeginselen van onze Europese democratieën zullen verder uitgehold worden en de zwijgzame uittocht van de Europese joden onverbiddelijk doorgaan. En degenen die daarover verheugd zouden zijn zouden zich beter opnieuw verdiepen in geschiedenisboeken om niet te vergeten dat als de antisemieten met de joden beginnen, het nooit met hen is dat ze er een einde aan maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content