Uwe Johnson giste nooit

De verdwenen gewaande gesprekken van de Duitse schrijver Uwe Johnson met West-Duitsers die mensen smokkelden uit de DDR.

Uwe Johnson: Ich wollte keine Frage ausgelassen haben. Gespräche mit Fluchthelfern, Suhrkamp, Berlijn 2010, 247 bladzijden, 22,80 euro, ISBN: 978-3-518-42151-2.

Toen op 13 augustus 1961 in Berlijn de Muur werd gebouwd, verbleef de schrijver Uwe Johnson (1934-1984) in de Verenigde Staten. Hij was twee jaar voor de bouw van de Muur in 1959 uit de DDR naar het Westen gegaan, eerst naar West-Berlijn, dan naar Amerika. Hij beschouwde zichzelf niet als een vluchteling. Alleen wie bij zijn overkomst gevaar gelopen heeft, mag zo genoemd worden, aldus de Johnson. Van zichzelf zei hij dat hij verhuisd was.

Maar de schrijver van ‘Vermoedens omtrent Jakob’ en ‘Het derde boek over Achim’ (Meulenhoff 1990 resp. 1991) bleef zich obsessief voor Duitsland en zijn deling interesseren. Daarvan getuigen ook de prachtige essays die hij over dat onderwerp geschreven heeft. Johnson voorspelde trouwens de bouw van de Muur in een van zijn Amerikaanse brieven aan vrienden in het Oost-Duitse Leipzig: ‘Ik ben ervan overtuigd dat de heersende klasse in Oost-Berlijn de toegang naar Westberlijn (sic) om redenen van nooddruft en waardigheid zal afsluiten.’

En nu, meer dan 25 jaar na Johnsons dood, verscheen bij Suhrkamp het boek ‘Ich wollte keine Frage ausgelassen haben’, of ‘er was geen vraag die ik wilde verzuimen’. Het is om tal van redenen een bijzondere publicatie. Na zijn terugkeer in Amerika overwoog Johnson om een boek te schrijven over de zogenaamde Girrmann-groep, West-Duitse onbaatzuchtige vluchthelpers die jaren gevangenisstraf in de DDR riskeerden door na de afgrendeling van de rompstaat Oost-Duitsers over de grens naar het Westen te smokkelen. Om zich over hun motieven – ze deden het niet voor het geld – en de omstandigheden waarin ze werkten te informeren, maakte Johnson talrijke op band opgenomen interviews die hij afnam in zijn woning (Niedstrasse 14) in Friedenau, West-Berlijn. Van het project kwam uiteindelijk niets in huis omdat Johnson – een precisiefanaat – meende dat zijn materiaal niet nauwkeurig genoeg was. In een van zijn voorlezingen (‘Begleitumstände’, 1980) vertelde Johnson later dat hij de banden met de opnames had gewist. Dat klopte slechts gedeeltelijk. Twee banden met protocollen, vijf uur in totaal, doken toch weer op.

Die gesprekken, voorzien van talrijke voetnoten, staan nu in het boek dat zopas bij Suhrkamp verscheen. Het is niet alleen een historisch document, het boek werpt ook een licht op de ongewoon acribische, pedante manier waarop Johnson rechercheerde. Een gespreksfragment gaat over zondag 13 augustus 1961, de dag waarop de Berlijnse Muur werd gebouwd. Van zijn gesprekspartner, die deze gebeurtenis in West-Berlijn meemaakte, wil Johnson inderdaad alles weten, niet alleen vanaf wanneer en hoe lang hij die dag naar de nieuwsberichten op de radio luisterde, maar ook wat hij intussen deed. De vragen zijn in de trant van: ‘Was u aan het ontbijten toen u naar de radio luisterde? Wat deed u inmiddels, las u of waste u uw voeten? Zat u naast het toestel?’

Piet de Moor

Partner Content