Een meerderheid van de Turken heeft zondag in een referendum de voorgestelde grondwetsherziening goedgekeurd.
Een meerderheid van de Turkse bevolking heeft zondag in een referendum de door premier Erdogan voorgestelde grondwetsherziening goedgekeurd. De Europese Commissie en de Verenigde Staten hebben de uitslag van de volksraadpleging al verwelkomd.
Met bijna alle stemmen geteld stemde ongeveer 58 procent ‘Ja’.
Premier Recep Tayyip Erdogan noemde de uitslag een keerpunt voor de democratie in Turkije. “Ons volk heeft een historische stap gezet op de weg van de democratie en de rechtsstaat,” zei hij. Volgens Erdogan bedroeg de opkomst 77 à 78 procent.
EU
Het referendum werd vooraf beschouwd als een test voor Erdogan. De 26 grondwetswijzigingen die zijn regerende AK-partij voorlegde, zijn volgens hem nodig om lid te kunnen worden van de Europese Unie.
De aanpassingen herzien onder meer de machtsverhoudingen tussen de politieke en de rechterlijke macht.
Tegenstanders vrezen echter dat ze de deur openzetten voor een AKP-dictatuur, waarbij uiteindelijke alle touwtjes in handen van de politieke islam zouden komen.
Tevreden
De Europese Commissie en de Amerikaanse regering hebben al laten weten dat ze tevreden zijn met het resultaat van het Turkse referendum.
Europees Commissaris voor Uitbreiding wijst er in een mededeling op dat het resultaat een stap in de goede richting is met het oog op een toetreding van Turkije tot de EU, maar ook dat nu alles op het terrein nog in de praktijk moet worden omgezet.
Grondwetswijziging
Een greep uit de voorgestelde amendementen:
Artikel 20: Privé-informatie inwinnen kan alleen met toestemming van de betrokkene of in bepaalde wettelijke omstandigheden.
Artikel 23: Reizen naar het buitenland kunnen enkel beknot worden in het kader van een strafwettelijk onderzoek of op doktersbevel.
Artikel 74: Het amendement moet het mogelijk maken dat de burger via een ombudsman bij de overheid klacht indient en informatie opvraagt.
Artikel 125: Militairen kunnen in beroep gaan tegen uitspraken van militaire rechtbanken.
Artikel 128/129: Ambtenaren kunnen collectieve onderhandelingen voeren over arbeidsvoorwaarden en beroep indienen tegen disciplinaire strafmaatregelen.
Artikel 145/156/157: Misdrijven tegen de staatsveiligheid en de grondwet uitgevoerd door militairen worden voortaan berecht door burgerlijke rechtbanken. Burgers kunnen niet langer berecht worden in militaire rechtbanken.
Artikel 146/147/148/149: Het parlement heeft voortaan een inbreng in de procedure tot benoeming van leden van het Grondwettelijk Hof.
Tijdelijk artikel 15: De belemmering van vervolging van leden van de Nationale Veiligheidsraad en technocraten die betrokken waren de staatsgreep van 1980, wordt opgeheven.
