Murakami schreef boek van het jaar (deel 2)

In het tweede deel van ‘1q84’, een magistrale thrillertrilogie, laat Haruki Murakami zijn beide koningskinderen naar elkaar op zoek gaan.

Haruki Murakami – ‘1Q84’

Boek één en twee samen in een cassette

Vertaald door Jacques Westerhoven

Uitgeverij: Atlas, Amsterdam/Antwerpen

Boek één: 432 pagina’s

Boek twee: 384 pagina’s

Prijs: 49,90 euro

ISBN: 978-90-450-8516-9

De romanticus van het verlies. Voor de Japanse auteur Haruki Murakami is het leven geen win-win- maar een lose-losesituatie: ‘Wanneer iemand een bepaalde leeftijd is gepasseerd, wordt zijn leven één aaneenschakeling van verliezen. Al de dingen die belangrijk waren in uw leven, zullen uit uw handen glippen en gaten achterlaten zoals bij een kam waaraan steeds meer tanden gaan ontbreken.’

Tengo, die als dertiger de middelbare leeftijd heeft bereikt, krijgt van een belager deze woorden in het gezicht geslingerd net voordat hij in een neerwaartse spiraal wordt meegezogen.

Aomame, zijn vrouwelijke evenknie die even oud is, ervaart dan al langer hoe hard en wreed het bestaan is, zoals in het geval van haar beste vriendin die door de ‘woeste leegte’ in zichzelf steevast het gevaar opzoekt en tijdens een sm-spelletje wordt omgebracht.

Toch krijgt dit verlies uiteindelijk een romantische, haast keizerlijke glans want het brengt de beide hoofdpersonages dichter bij elkaar én bij zichzelf.

In het tweede deel van ‘1q84’ (hier leest u de bespreking van deel één) laat Murakami zien hoe Tengo en Aomame stilaan maar zeker van alles en iedereen worden gestript tot ze tot een harde kern zijn herleid. Die essentie bestaat uit een handvol beelden.

Noem het leidmotieven, zoals in het werk van Richard Wagner – bij wie trouwens ook alles draait om de pracht van de exploderende (on)macht. Of noem het ogenblikken van totale vervulling of epifanie die de grote literaire modernisten, van Thomas Mann en Marcel Proust tot A.F. Th. en Erwin Mortier, in hun werk najagen.

Vaak zijn die momenten van ultieme betekenis ingebed in de wereld van het kind, toen alles nog vanzelfsprekend oogde. Wanneer later die magische ban gebroken is, gaat de verdwaalde volwassene op zoek naar die totaalbelevenis van toen.

Onwillekeurige herinneringen zijn de koningsweg in de richting van het volmaakte leven. Zo is het ook bij Murakami. Tengo wordt geregeld overvallen door het beeld van zijn moeder die de borst gaf aan een man die zijn vader niet kon zijn, terwijl hij als baby moest toekijken. Aomame voelt nog altijd de handdruk die ze gaf aan de tienjarige Tengo voordat ze van hem wegliep.

Murakami laat een van zijn personages terloops zijn schrijverscredo vertolken via een anekdote. Tamaru, een lijfwacht van de oude dame in wier opdracht Aomame verkeerde mannen ombrengt, vertelt haar hoe hij als jonge outcast van Koreaanse origine een andere verschoppeling uit een gemengd huwelijk in het weeshuis steeds de handen boven het hoofd hield want hij kon maar één ding en één ding alleen: ‘de rat eruit halen’.

De halfbloed hoefde slechts een blok hout te krijgen, of hij begon zonder schets of concept de perfecte rat uit het blok te beitelen. Een beetje zoals Michelangelo beelden uit de steen bevrijdde, zo zette deze idiot savant prachtige houten ratten op de wereld door ze uit een blok hout te halen: ‘Een mens heeft zoiets nodig, om in leven te blijven: een beeld dat hij niet goed kan uitleggen, maar dat wél iets betekent. Er is een theorie die zegt dat wij leven om dat iets behoorlijk uit te kunnen leggen.’

Daar is het Murakami’s personages (en Murakami zelf) dus om te doen. Ze worden gedreven door de kracht van oerbeelden – denk aan de archetypes van Carl Gustav Jung of de oervormen van Johann Wolfgang Goethe – waar ze als volwassenen het fijne van willen weten.

Tengo gaat te rade bij zijn dementerende vader, terwijl Aomame zonder het zelf te beseffen koers zet naar Tengo. Hij komt in 1984 toevallig in het parallel universum van 1q84 terecht. Die andere wereld naast, boven of onder de gewone krijgt Tengo te zien door het boek te redigeren van het meisje Eri, dat als lid van een sekte heeft meegemaakt hoe zogenaamde Little Men een pop van lucht konden maken: een cocon waarin dubbelgangers zaten opgesloten.

Nadat Aomame de finale opdracht krijgt om de sekteleider om te brengen in een scène die sterk doet denken aan het slot van ‘Apocalypse Now’ of het originele ‘Heart of Darkness’ (’the horror the horror’), ontdekt Tengo in de holte van het laken die het lichaam van zijn stervende papa heeft achtergelaten een miraculeuze lookalike van Aomame.

De echte Aomame wil zich ondertussen blijkbaar voor het hoofd schieten terwijl Tengo zich vertwijfeld afvraagt waarom niet één maar twee manen hem toeschijnen. Wordt hij maanziek en raakt hij ingesponnen door de Little Men? Of is de verlossing nabij en gaat hij zijn jeugdliefde eindelijk ontmoeten?

Het blijft nagelbijten tot volgend voorjaar om dit dilemma te kunnen beslechten. Dan pas verschijnt het derde en laatste deel van deze wonderlijke trilogie vol spiegelende symmetrieën en spirituele spitsvondigheden.

Frank Hellemans

Partner Content