B-H-V: contouren van een compromis

© Sigfrid Eggers

De beslissende fase in de onderhandelingen over de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde is ingezet. Maar hoeveel speelruimte heeft koninklijk bemiddelaar Jean-Luc Dehaene (CD&V)? Paul Van Orshoven, Vlaams hoogleraar publiek recht en Vincent de Coorebyter, Franstalig politiek wetenschapper, bespreken voor Knack mogelijke onderdelen van de lopende politieke ruilhandel.

De beslissende fase in de onderhandelingen over de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde is ingezet. Maar hoeveel speelruimte heeft koninklijk bemiddelaar Jean-Luc Dehaene (CD&V)? Paul Van Orshoven, Vlaams hoogleraar publiek recht en Vincent de Coorebyter, Franstalig politiek wetenschapper, bespreken voor Knack mogelijke onderdelen van de lopende politieke ruilhandel.

VINCENT DE COOREBYTER: Zonder een regeling voor de niet-benoemde burgemeesters van Kraainem, Wezembeek-Oppem en Linkebeek, kan er geen compromis tot stand komen.

PAUL VAN ORSHOVEN: Maar de rechtstreekse verkiezing van de faciliteitenburgemeesters zou betekenen dat Vlaanderen de bevoegdheid om zelf die burgemeesters te benoemen opnieuw kwijtspeelt. Waarom gaat men er altijd van uit dat de splitsing van B-H-V gepaard moet gaan met zulke Vlaamse toegevingen? Met het afbreken van bestaande, verworven zaken of met nieuwe tegemoetkomingen? Je zou ook kunnen redeneren dat de grote Vlaamse toegeving aan de Franstaligen erin bestaat dat het status-quo op sociaaleconomisch vlak nog enige tijd wordt gehandhaafd.

En de faciliteitengemeenten opnieuw onder federale voogdij brengen? Wat zou daarvan het gevolg zijn?

DE COOREBYTER: Dat is een interessant denkspoor, want precies de Vlaamse voogdij over de faciliteitengemeenten vormt vandaag het grote probleem. Het is de voogdijoverheid die weigert de burgemeesters te benoemen. Toen Vlaanderen de voogdij over de faciliteitengemeenten verwierf, zijn ook de rondzendbrieven-Peeters, -Martens en -Vanden brande er gekomen. De Vlaamse regering vond dat zij voortaan bevoegd was om de faciliteiten te interpreteren. Federale voogdij zou de Franstaligen opnieuw de nodige bescherming bieden, want Vlamingen en Franstaligen zouden dan binnen de federale regering akkoord moeten gaan over de correcte invulling van de faciliteiten.

VAN ORSHOVEN: Vroeger werden de Franstaligen in de faciliteitengemeenten na één verzoek voor de rest van hun leven door de gemeente in het Frans geholpen. Eind jaren 1990 is de Vlaamse regering voor het eerst echt gaan nadenken over de draagwijdte van de faciliteiten. De faciliteitengemeenten in de Rand maken deel uit van het Nederlandstalig taalgebied, waar het Nederlands de enige officiële taal is. Dus mag je veronderstellen dat Franstalige inwoners van die gemeenten na verloop van tijd voldoende Nederlands kennen en niet langer, of niet langer in alle gevallen, een beroep op faciliteiten zullen doen. De Raad van State heeft intussen al vier keer de juistheid van die interpretatie bevestigd. Maar als ze de Vlaamse regering zo gek krijgen dat die de rondzendbrief-Peeters prijsgeeft _ be my guest.

Han Renard

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content