Knut Hamsun – Mysterieën

Het thema van de vreemdeling die vergeefs zijn plaats zoekt in de wereld duikt altijd weer op in het oeuvre van Hamsun, wat waarschijnlijk ook Kafka’s bewondering voor het werk van de Noor verklaart.

Knut Hamsun – Mysterieën
Vertaald door Marianne Molenaar
Uitgeverij: De Geus, Breda
Aantal pagina’s: 317
ISBN: 978-90-445-1284-7

Niemand kan een touw vastknopen aan de 29-jarige Johan Nilsen Nagel, een man die plots in een Noors havenstadje opduikt en er de lokale gemeenschap (‘een nest vol nietige mensen met grote oren’) op stelten zet.

In het begin wordt Nagel ‘de gele man’ genoemd, omdat hij altijd in een gele jas gekleed gaat. Verder draagt hij een ijzeren ring waaraan hij een magische kracht toekent. In zijn vioolkist bewaart hij zijn vuile was.

Nagel, die zichzelf presenteert als agronoom (‘een leerling van een koeienstrontacademie’), is het hoofdpersonage uit Knut Hamsuns (1859-1952) roman Mysteriën (1892). Nagel verbaast zijn omgeving met zijn onberekenbare gedrag. Hij sluit vriendschap met de dorpsgek Minuut.

De armen kunnen op zijn gulheid rekenen, zolang ze maar zwijgen over de herkomst van het geld dat ze van hem krijgen, hij is bereid grote sommen te betalen voor waardeloze spullen.

Met zijn beroep van agronoom komt Nagel aardig in de buurt van K., de landmeter uit Kafka’s Slot . Net als K. is Nagel een zwerver. Het thema van de vreemdeling die vergeefs zijn plaats zoekt in de wereld duikt altijd weer op in het oeuvre van Hamsun, wat waarschijnlijk ook Kafka’s bewondering voor het werk van de Noor verklaart.

Maar waar K. de ratio zoekt en struikelt over de onredelijkheid van zijn omgeving, is Nagel zelf de belichaming van de irrationaliteit. Uiteindelijk pleegt Nagel zelfmoord door in zee te springen, waardoor de rust in het havenstadje wordt hersteld.

Hamsun kreeg in 1920 de Nobelprijs voor de Literatuur. Op hoge leeftijd werd hij een fervente aanhanger van Hitler. Hamsun wist wat schrijven was (‘doemdag houden over jezelf’), maar dat zijn criteria om een groot man te beoordelen op z’n minst dubieus waren, was misschien al te merken aan de normen die Nagel daarvoor in Mysteriën hanteert: ‘Ik beoordeel hem zo te zeggen naar de smaak die ik in mijn mond krijg van zijn activiteiten.’

Piet de Moor

Partner Content