Erich Maria Remarque – Drie kameraden

Het gegeven van Drie kameraden is eenvoudig en interessant: drie Duitse jongemannen hebben als soldaten gevochten in de Groote Oorlog. Ze hebben in de Vlaamse loopgraven hun vrienden zien creperen en hebben kennisgemaakt met het vernietigende effect van het mosterdgas. Maar ze hebben het overleefd.

Erich Maria Remarque – Drie kameraden
Op basis van de oorspronkelijke vertaling van Nico Rost
Uitgeverij: Vorroux, Bodegraven
Aantal pagina’s: 411
ISBN: 978-90-797-0201-5

Drie kameraden (1937) van de Duitse schrijver Erich Maria Remarque (1898-1970) eindigt als een melodrama: de heldin sterft in een sanatorium aan tbc, een bijna literaire ziekte in de Duitse letteren van het interbellum.

Deze lijvige roman vertoont nog een paar andere gebreken. De dialogen zijn vaak houterig of niet ter zake en enkele scènes zijn erg wijdlopig. Maar het gegeven zelf is eenvoudig en interessant: drie Duitse jongemannen hebben als soldaten gevochten in de Groote Oorlog. Ze hebben in de Vlaamse loopgraven hun vrienden zien creperen en hebben kennisgemaakt met het vernietigende effect van het mosterdgas. Maar ze hebben het overleefd.

Kort na de oorlog worden ze in de Weimarrepubliek geconfronteerd met een andere verschrikking, die inflatie heet: ‘Tweemaal per dag werd salaris uitbetaald, en daarna kregen we een halfuur verlof om naar de winkels te rennen en iets te kopen vóór de volgende dollarkoers genoteerd werd – want dan was het geld nog maar de helft waard.’

De drie oorlogsveteranen runnen een garage, maar veel werk is er niet. Ze hangen ’s avonds rond in cafés en bordelen omdat ze liever niet alleen zijn in hun armzalige kamers. Robert Lohkamp, de held van het verhaal, weet dat je in die eenzaamheid al snel door dode ogen wordt aangestaard – ‘Maar daarvoor heb je tenslotte jenever’.

De Duitse samenleving is in crisis. De werkloosheid drijft de mensen massaal tot zelfmoord. Enkelingen hangen zich op, maar ‘families gebruiken bijna altijd gas’. De straat is onveilig. Er wordt gevochten tussen rechts en links.

Remarque schetst in deze roman een totaal ontredderde en gedesillusioneerde maatschappij, al wordt dat beeld getemperd door de solidariteit van de drie kameraden, die in hun gedrag minder cynisch zijn dan in hun uitspraken. De portretschilder Ferdinand Grau vat het zo samen: ‘De mens is kwaadaardig, maar hij houdt van het goede – dat anderen doen.’

Piet de Moor

Partner Content