Marc Tritsmans – Man in het landschap

Keurige strofen, nergens uit de band springende versregels, nul procent onkies taalgebruik, het maakt van Marc Tritsmans de braafste dichter van Vlaanderen.

Marc Tritsmans – Man in het landschap
Uitgeverij: Nieuws Amsterdam
Aantal pagina’s: 64
ISBN: 978-90-468-0498-8

Toen uitgeverij Lannoo begin 2006 haar fondsdichters op de keien gooide, was Marc Tritsmans daar uitermate misnoegd en verontwaardigd over.

Niet verwonderlijk, want hij publiceerde er zeven dichtbundels, waaruit Gerrit Komrij maar liefst zeven gedichten selecteerde voor zijn poëziecanon. Nog meer rampspoed: Tritsmans had met een maximaal aantal gedichten ook in de bloemlezing van baby-Komrij Chrétien Breukers moeten staan, maar door een redactioneel foutje bleek hij nergens te bespeuren.

Intussen is het tij gekeerd voor de milieuambtenaar uit Borsbeek: hij heeft onderdak gevonden bij uitgeverij Nieuw Amsterdam. Man in het landschap opent met een plaatsbepaling, een les in astronomie. Terwijl u onderuitgezakt in uw knusse fauteuil geniet van uw geliefkoosde magazine, dendert u ongemerkt met een rotvaart door het heelal.

De verwondering over de nietigheid van het individuele ik in het onmetelijke decor van overweldigend veel niet-ik vormt het hoofdthema in het werk van Tritsmans.

De beste gedichten zijn die waarin dat gevoel in minutieuze bewoordingen wordt geconcretiseerd, zoals in Dialyse (ondergebracht in een autobiografische cyclus over de ziekte die de dichter moest overwinnen), waarin het bloed ‘onnodig // schreeuwerig rood langs meterslange / plastic slangen door de kamer sluipt’.

Waarna de vraag volgt: ‘Verlies ik mezelf of verover ik slinks / wat meer van de wereld’? Micro versus macro. Zo ook in het gedicht Memorystick, waarin de tastbare stapel papier de voorkeur geniet boven die minuscule spitstechnologische informatiedrager.

Keurige strofen, nergens uit de band springende versregels, nul procent onkies taalgebruik, het maakt van Marc Tritsmans de braafste dichter van Vlaanderen. Zolang de invalshoek en het taalgebruik origineel blijven, lijdt deze poëzie daar geenszins onder, wel integendeel.

Een aantal gedichten echter – Woorden, bijvoorbeeld, over een gesprek dat door een briesje naar de overkant van het dal wordt meegevoerd – heeft iets te weinig vlees aan de ribben hangen om echt te beklijven.

Philip Hoorne

Partner Content