Het Comité P brengt de blunders in het onderzoek naar de moord op Annick Van Uytsel in kaart.
Tijdens het onderzoek naar de moord op Annick Van Uytsel is de naam Roland Janssen driemaal gevallen, maar geen enkele maal heeft de federale gerechtelijke politie van Leuven hem verhoord of opgepakt.
Dat staat in het rapport van het Comité P over het onderzoek-Van Uytsel waarover De Standaard dinsdag berichtte.
Vorige week was al bekendgeraakt dat de federale gerechtelijke politie in Leuven wel degelijk fouten heeft gemaakt in het onderzoek naar de moordenaar van Van Uytsel, die later met Shana Appeltans en Kevin Paulus nog twee slachtoffers zou maken.
Op basis van een goede bron die het rapport van het Comité P heeft kunnen inkijken, schetst De Standaard een beeld van ‘amateurisme’ en een ‘compleet gebrek aan organisatie’.
Eén van de hoofdverdachten
Janssen bleek al vlak na de verdwijning van Van Uytsel op 27 april 2007 één van de hoofdverdachten te zijn omdat hij onder de gsm-mast woonde die het laatste signaal van Van Uytsel had opgevangen en omdat zijn vrouw bij de politie klacht tegen hem had ingediend wegens verkrachting.
Voorts wilde een speurder op 3 mei 2007 aanbellen bij Janssen, maar omdat op dat moment het lichaam van Van Uytsel werd gevonden, deed hij dat uiteindelijk niet. Een derde gemiste kans was toen de naam van Janssen zonder gevolg op een lijst stond van de federale gerechtelijke politie in Leuven met 31 namen van potentiële daders.
Bovendien werd er, nog steeds volgens De Standaard, door de speurders in Leuven geen rekening gehouden met een rapport dat profilers hadden opgesteld. Daaruit bleek dat het profiel dat de specialisten hadden opgesteld perfect overeenkwam met Janssen.
Daarnaast zou zijn verzuimd DNA-onderzoek uit te voeren op twee haartjes die op de touwen rond het lichaam van Van Uytsel zaten.
