Ludo Bekkers

Reportagewerk, foto’s van David Seymour

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

De Pools-Amerikaanse fotograaf David (Chim) Seymour was een soul-mate van Robert Capa. Ze werkten samen tijdens de Spaanse burgeroorlog maar Seymour, die sociaal sterk geëngageerd was, ging z’n eigen weg. Hij werkte in de hele wereld, daar waar maatschappelijke veranderingen aan de gang waren en er een hoop bestond voor een betere wereld. Hij wilde daar aan bijdragen.

In december 2007 arriveerden in het International Center of Photography in New York drie kartonnen dozen uit Mexico die zeventig jaar vroeger op mysterieuze wijze waren verdwenen. Ze bevatten honderden filmrolletjes van Robert Capa, zijn vriendin-fotografe Gerda Taro en David Seymour en dateerden uit de periode 1936-1939. Het is niet erg duidelijk hoe ze uit Parijs, waar Capa ze achterliet toen hij naar New York emigreerde, in Mexico belandden. Feit is dat in de dozen onschatbaar en ongeschonden negatief fotomateriaal teruggevonden werd. Het vervolledigde het oeuvre van deze drie fotografen die een zo belangrijke rol gespeeld hebben in de reportagefotografie van hun tijd. Meer dan 3000 negatieven bleken van Seymour te zijn en ze werden voordien als verloren beschouwd.

David Seymour (Warschau, 1914- Suez, 1956), van Joodse afkomst, heette eigenlijk Szymin en wijzigde zijn naam toen hij, in 1944, de Amerikaanse nationaliteit verwierf en zijn pseudoniem Chim koos hij bij het begin van zijn professionele loopbaan in 1933. Aanvankelijk studeerde hij kleurendruktechnieken in Leipzig en verkaste dan naar Parijs om aan de Sorbonne wetenschappen te studeren met als specialiteit hogere scheikunde en fysica. Hij kwam tot de fotografie uit geldnood en kon vrij snel aan de slag bij enkele foto agentschappen. Seymour was van in het begin maatschappelijk geëngageerd en veel van zijn reportages koos hij, binnen de actualiteit, in een sociale context. Dat had hij gemeen met zijn compagnon de route Robert Capa en zijn vriend Cartier-Bresson. Een eerste voorbeeld zijn de foto’s die hij maakte tijdens de stakingen en bezettingen van fabrieken van mei-juni 1936 in Parijs en het ontstaan van het “Front Populaire”. Beroemd werd hij, zoals trouwens ook Capa, met zijn talrijke reportages over de Spaanse burgeroorlog. Hij trok naar Mexico om er de landbouw en de industrie te fotograferen en na Pearl Harbour nam hij dienst in het Amerikaanse leger om luchtfoto’s te analyseren. Alhoewel hij tijdens zijn diensttijd vernam dat vele van zijn verwanten en vrienden in Polen door de nazi’s werden vermoord ging hij in 1947 toch naar Duitsland om er, zonder haatgevoelens, reportages te maken over het tragische leven van de uitgeleefde posttraumatische bevolking. Ondertussen was hij mede-oprichter geworden van het gerenommeerde agentschap Magnum. Opmerkelijk is zijn reeks ontroerende opnamen van kinderen die hij, in opdracht van de UNESCO, in zes, door de oorlog getroffen, Europese landen maakte over hulpbehoevende kinderen (Enfants d’Euirope). Met de auteur Carlo Levi volgde dan een verslag over het analfabetisme in enkele Italiaanse provincies en met de schrijfster Ann Carnahan werkte hij aan een reeks over het Vaticaan. Dan trok hij naar Israël waar hij de realisaties van de nieuwe staat sympathiserend vastlegde. Zijn laatste zelfgekozen opdracht bracht hem naar Egypte tijdens het conflict met Israël.

Vier dagen na de wapenstilstand werd hij door een salvo van Egyptische mitrailleurs in de Suez zone neergeschoten. Einde van zijn extreem boeiend levensverhaal.

Zoals gezegd was Seymour een fotograaf die vooral oog had voor maatschappelijke situaties die hij bewust opzocht. Hij had een sterk bewustzijn voor rechtvaardigheid en vrijheid van denken. Daarom koos hij zijn onderwerpen in de sfeer van onrecht en sociaal/politieke wantoestanden. Maar er was meer aan de hand met zijn foto’s. Anders dan zijn kameraad Capa was hij ook een estheet en dat hij dan weer gemeen met die andere compagnon Cartier-Bresson. Alhoewel de meeste reportagebeelden spontaan lijken werden ze wel degelijk gecomponeerd volgens de gouden regels van de fotokunst. Alles zit op zijn plaats, de compositie klopt zoals ook het standpunt dat hij inneemt, hij zoekt de juiste invalshoek en de lichtinval. Kortom, de perfecte fotograaf. Hij laat zich in de vele portretten die hij maakte bewust leiden door een geraffineerde esthetiek met als hoogtepunt een foto van de oude kunsthistoricus Bernard Berenson met witte hoed, in contemplatie voor een marmeren liggend naakt in de Borghese galerij in Rome. In deze opname zit Cartier-Bresson mee te kijken op zijn schouder. David (Chim) Seymour behoort tot de wereldklasse van reportage fotografen en het is zeldzaam dat een zo uitgebreide keuze van zijn oeuvre in België te zien is.

Ludo Bekkers

Tentoonstelling “David Seymour, retrospectieve” Brussel Joods Museum van België, nog tot 27 februari.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content