Hubert van Humbeeck

Stoorzender Assange

Time koos Mark Zuckerberg tot Persoon van het Jaar. Had dat toch niet Julian Assange moeten zijn?

Het Amerikaanse weekblad Time kiest al sinds 1927 rond midden december zijn Persoon van het Jaar. De figuur die, volgens de redactie van het blad, de meeste invloed had op de gebeurtenissen van de voorbije maanden. De eerste laureaat was Charles Lindbergh, maar ooit waren ook Adolf Hitler en Josef Stalin aan de beurt en bij gelegenheid viel de keuze op een computer, de bedreigde aarde of de Amerikaanse vrouw. Voor 2010 koos Time voor Mark Zuckerberg, de niet door iedereen geliefde ceo van de sociaalnetwerksite Facebook.

De lezers van het blad maakten een andere keuze, en eigenlijk werd min of meer verwacht dat de redactie dat ook zou doen. Zij gaven de voorkeur aan Julian Assange, de man achter de klokkenluiderwebsite WikiLeaks. Die zorgt al maanden voor ophef door vertrouwelijke boodschappen uit het Amerikaanse diplomatieke circuit openbaar te maken. Misschien vond Time het niet geraadzaam om voor Assange te kiezen omdat twee Zweedse vrouwen hem van seksueel misbruik beschuldigen. Tegelijk wordt hij soms vergeleken met Daniel Ellsberg, de defensieanalist die in 1971 met de Pentagon Papers een geheim rapport van het ministerie van Defensie over de oorlog in Vietnam publiek maakte. Henry Kissinger noemde Ellsberg ’the most dangerous man in the world’ en hij kreeg, zoals Assange, het gerecht achter zich aan. Man van het Jaar van Time in 1971 werd Richard Nixon – of all people.

Zuckerberg en Assange hebben dit met elkaar gemeen dat ze allebei gebruikmaken van dezelfde gesofisticeerde technologie. De ene werd er schatrijk mee. De andere belandde in een cel. De ene wil mensen met elkaar in contact brengen. De andere probeert om politieke processen transparanter te maken. Omdat mensen altijd een etiket opgekleefd krijgen, wordt Assange vaak een anarchist genoemd: hij verstoort een bepaalde orde. Dat de boodschappen van WikiLeaks in de meeste gevallen niet verder gaan dan wat iedereen in de krant kan lezen, doet daarbij weinig ter zake.

Instellingen schrokken trouwens vooral toen aanhangers van WikiLeaks erin slaagden om de websites en daarmee ook een deel van de werking van overheden, banken en andere financiële instellingen te blokkeren die zich tegen Assange hadden gekeerd. Ze gebruikten daarvoor geen bommen in de oude anarchistische stijl, maar wapens waarmee ze vertrouwder zijn: ze bombardeerden sites met zo veel internetverkeer dat ze vastliepen of helemaal crashten. Dat WikiLeaks tot zo’n riposte in staat was, zorgt voor onzekerheid. Het weekblad The Economist vergelijkt de hele operatie met een soort van elektronische blokkade van een bedrijf. Een sit-in, als het ware. Of met een actie van burgerlijke ongehoorzaamheid, waarmee Amerika sinds de campagnes voor burgerrechten vertrouwd zou moeten zijn. Een wapen van de kleine man.

Het avontuur van WikiLeaks leert de verbaasde burger dat er zich op het internet soms echte cyberoorlogen afspelen, waarbij computersystemen van landen en organisaties worden aangevallen en onklaar gemaakt. Mark Zuckerberg zei in een dankwoord dat hij verder zal proberen om mensen dichter bij elkaar te brengen. Julian Assange is een stoorzender in het harde spel om grote belangen. Een ongeleid projectiel. Maar hij staat wel dichter bij de echte, grimmige wereld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content