Psychologen Elke Geraerts en Paul Verhaeghe meten coronaschade op: ‘We hebben de ander nodig’

© Debby Termonia

Twee jaar na de afkondiging van de eerste coronamaatregelen en de daaropvolgende lockdown, maken psychologen Elke Geraerts en Paul Verhaeghe de staat op van onze mentale gezondheid: ‘De wachtlijsten zijn in sommige regio’s verviervoudigd.’

Paul Verhaeghe is emeritus hoogleraar klinische psychologie aan de UGent, maar heeft zijn vizier al jaren verbreed van de individuele psyche tot breed maatschappelijke tendenzen. Verhaeghe brak door bij het grote publiek met het boek Liefde in tijden van eenzaamheid, en sinds de publicatie van Identiteit richt hij de pijlen op het ziekmakende neoliberale samenlevingsmodel. In de zomer van 2020 kaderde Verhaeghe de pandemie in het essay Houd afstand, raak me aan als een systeemfout, maar ook als een uitgelezen kans om het vanaf nu grondig anders te doen.

Ook Elke Geraerts ziet opportuniteiten in crisissen: in haar recentste boek De mentale reset spoort ze aan om de gezondheidscrisis als een kans te zien en ons doen en laten af te stemmen op de manier waarop onze hersenen werken. Geraerts is doctor in de psychologie en runt Better Minds at Work, een consultancybureau dat werkgevers en werknemers bijstaat in de strijd voor een beter werkklimaat en tegen burn-outs. De aanloop naar de lockdown staat haar nog scherp voor de geest. ‘Wij kregen plots af te rekenen met veel annuleringen, omdat al even gefluisterd werd over drastische maatregelen, zoals een lockdown. De impact op mijn orderboekje, en dat van de 40 trainers die voor ons werken, was gigantisch. We zijn vertrokken tot aan de paasvakantie, dachten we, en dan normaliseert het zich weer.’

Met sociale media an sich is niets verkeerd, wel met de puberale manier waarop wij ermee omgaan.

Paul Verhaeghe

‘In academische kringen was er ook veel verwarring’, zegt Paul Verhaeghe. ‘Van de collega’s in het UZ hoorde ik: “We kennen dit niet, we weten niet wat ons overkomt en hoe dit gaat evolueren. Help!” (lachje) Gaandeweg werd duidelijk dat de mortaliteit minder groot was dan eerst gevreesd, maar alles wat er sindsdien gebeurd is, viel niet te voorspellen. Online lesgeven is niet aangenaam, maar privé viel die lockdown al bij al nog mee, omdat ik behoor tot een geprivilegieerde groep mensen. Ik heb een groot huis met een grote tuin. Ik woon al veertig jaar samen met mijn partner en beschik over alle digitale toestellen die ik nodig heb. Afgezien van de onzekerheid was het zelfs een rustige periode.’

Uw persoonlijke situatie was minder gunstig, mevrouw Geraerts.

Elke Geraerts: Ik had niet de stabiliteit die Paul had: mijn partner en ik beslisten net aan het begin van de lockdown om te scheiden. Een beproeving is het nooit geworden, maar dat alles op pauze staat op een moment dat je belangrijke beslissingen hebt gemaakt, voelt heel contra-intuïtief.

De professionele besognes losten zich na een paar weken gelukkig al op. Na de eerste schok beseften onze klanten dat het zaak was om verbonden te blijven met hun medewerkers en om ze te ondersteunen. Ons orderboekje liep al snel weer vol. In plaats van workshops organiseerden we webinars. Dat was voor ons een voordeel aan deze crisis: de grenzen gingen open. We hebben sessies gegeven aan mensen in Rio de Janeiro, Los Angeles en Singapore. En we constateerden dat iedereen overal dezelfde uitdagingen meemaakte. Dat gaf telkens opnieuw kippenvel. Ook al is zo’n online sessie uiteraard compleet anders. Bij een livepubliek zie je meteen reacties, je weet of je goed bezig bent en doordringt tot je publiek. Idem bij humor: je ziet meteen of je die grap bij een volgende lezing nog eens kunt gebruiken. Het is soms erg eenzaam voor de webcam.

Verhaeghe: Zelfs als je ex cathedra lesgeeft voor vijfhonderd mensen ontstaat er een non-verbale interactie. Je staat daar niet eens bij stil, dat gaat vanzelf. Maar wanneer je lesgeeft via de computer, geeft de webcam geen feedback en bestaat het risico dat alles vlak wordt.

In eerste instantie ging alle aandacht – terecht – naar wat zich afspeelde in onze bovenste en onderste luchtwegen. Wanneer begon het te dagen dat de pandemie en de aanpak ervan ook onze mentale gezondheid konden bezwaren?

Verhaeghe: Iedereen met enige klinische ervaring had dat na tien dagen wel door. Als je mensen verplicht om binnen te blijven en alle externe contacten wegneemt, creëer je een stoomketel en ontstaat er ontploffingsgevaar.

Geraerts: Al na een paar weken trokken onze klanten aan de alarmbel. Hun werknemers klaagden over chronische stress en burn-outs. Mensen raakten helemaal overspannen door het thuiswerk en het gebrek aan connectie. Er waren ook specifieke groepen met specifieke problemen. Jonge mensen die recht van de schoolbanken kwamen en net aan het werk waren gegaan zonder enige onboarding – die mensen liepen verloren. En leidinggevenden zijn ook maar mensen, voor hen was het óók de eerste pandemie: ze waren veel minder zichtbaar dan normaal. Maar natuurlijk stond niemand zwaarder onder druk dan de mensen uit de zorg. In het begin werden ze nog als helden behandeld, maar dat viel snel weg. Voor hen hebben we een gratis coachingtraject opgestart.

Elke Gerarts: 'Ik was niet kritisch over het coronabeleid van de overheid. Wel over haar communicatie, die heel chaotisch was.'
Elke Gerarts: ‘Ik was niet kritisch over het coronabeleid van de overheid. Wel over haar communicatie, die heel chaotisch was.’© Debby Termonia

We applaudisseerden elke avond voor de mensen van de zorg, we wuifden en passant nog eens naar de aardige overburen die we voordien nooit zagen. Maar die korpsgeest begon al snel te tanen.

Verhaeghe: Dat heeft langer geduurd dan je denkt. We weten redelijk veel over dat soort fenomenen uit de zogeheten disaster studies. Bij een collectieve ramp keren altijd dezelfde patronen terug. De eerste is: een verregaande solidariteit, ook met onbekenden, waarbij mensen elkaar daadwerkelijk helpen. Een tweede patroon: de interventie van de overheid werkt minder goed dan de spontaan georganiseerde solidariteit – dat zie je trouwens vandaag ook bij de overstromingen in Wallonië. Helaas stond het besmettingsgevaar haaks op de spontane solidariteit, we moesten onze contacten zo veel mogelijk beperken. En uit dezelfde studies weten we dat solidariteit na een tijd altijd afkalft: we keren terug naar de omgangsvormen van voordien. Maar er blijft altijd wel íéts hangen.

Ondertussen hebben psychologen zich een slag in de rondte gewerkt om de mentale impact van de pandemie te onderzoeken. De conclusies van die honderden studies lopen op zijn zachtst gezegd niet altijd gelijk. Wat weten we wel zeker?

Verhaeghe: Wat denk je zelf? Soms heb je geen onderzoek nodig, gebruik je gezond verstand. De pandemie is een systeemcrisis die bestaande problemen heeft uitvergroot. Daarnaast heeft ze een aantal nieuwe problematieken veroorzaakt. Het probleem van sociaal isolement is niet nieuw. Er waren al mensen die aan sociale angsten leden en zichzelf afsloten. Er is een rist van diagnoses die wijzen op de angst van mensen voor andere mensen, terwijl ze toch lijden onder hun zelfgekozen sociaal isolement. Omdat we allemaal de ander nodig hebben. Het spreekt voor zich dat het aantal probleemgevallen stijgt wanneer je dat isolement oplegt aan iedereen.

Als je menselijke relaties op een basaal niveau beschouwt, dan komt dat neer op energie geven en krijgen. We hebben de ander nodig om ons op te laden en te ontladen. Op verschillende manieren, van vrijen tot ruziemaken, van les geven en krijgen tot samen eten. Als die uitwisselingen wegvallen, wordt alles vlak.

Geraerts: Wat veel mensen genekt heeft was het ontbreken van hoop, nieuwigheid en perspectief: er was niets om naar uit te kijken. Voordien sleepten al veel mensen zich op automatische piloot van de ene vakantie naar de andere, tijdens die rustpauzes tankten ze in heel korte tijd veel energie. Maar toen werd dat recuperatiemoment ook weggenomen, net als het perspectief op die recuperatie.

Mevrouw Geraerts, u zei in een interview dat het aantal psychologisch ongezonde mensen níét was gestegen tijdens de pandemie.

Geraerts: Er waren onderzoeken in Nederland waaruit dat zou blijken, en in The Lancet stond een studie die vaststelde dat het aantal suïcides niet gestegen was. Maar veel andere studies geven aan dat het aantal mentale problemen wel is gestegen. De vraag naar onze stresscoaching gaat door het dak. Wij krijgen zelfs veel mails van ouders die ten einde raad zijn en ons vragen: ‘Kunnen wij bij u terecht? Het maakt niet uit hoeveel het kost.’

Niet alleen de GEMS, ook andere mensen dachten me de mond te moeten snoeren. Ik moest vooral positieve signalen de maatschappij in sturen.

Elke Geraerts

Verhaeghe: Voor de toename van de mentale problemen is er één belangrijk, betrouwbaar criterium: de wachtlijsten. Die zijn voor de geestelijke gezondheidszorg in sommige regio’s verviervoudigd. Dan weet je het wel. Vooral jongeren en jongvolwassenen verkeren in mentale nood.

De eerste alarmbellen gingen inderdaad af bij studenten en scholieren. Waren zij de kanarie in de steenkoolmijn?

Verhaeghe: Zonder de minste twijfel is de lockdown een drama geweest voor de toenmalige laatstejaars van de middelbare school. Zij hebben in eerste instantie de mooiste periode van het middelbaar onderwijs gemist, en wie ging voortstuderen heeft geen echte start van het academiejaar meegemaakt. Zo’n hogere studie is een ingrijpende verandering, waarbij je normaal veel steun put uit de contacten met andere studenten, en die vielen nu compleet weg.

Is de schade onomkeerbaar?

Verhaeghe: Het is vooral heel erg jammer, want je kunt dat nooit meer overdoen. Jongeren die psychologisch sterk zijn, zullen het wel overleven. Anderen, die meer moeite hebben om zo’n kaap op een acceptabele manier te ronden, zullen meer last ondervinden van het gebrek aan ondersteuning van vrienden.

Mevrouw Geraerts, u hebt twee dochters. Hoe zijn zij die eerste harde lockdown doorgekomen?

Geraerts: Ze zijn nu vijf en zes, ze waren te jong om zich bewust te zijn van wat er gebeurde. Het was alleen moeilijk uit te leggen waarom de grootouders plots niet meer langskwamen.

Verhaeghe: Ook scholieren en lagereschoolkinderen uit sociaaleconomisch kwetsbare groepen hebben afgezien. Zij stonden al aan de zijlijn en zijn heel erg afhankelijk van extra begeleiding. Bij hen heeft de pandemie dramatisch hard toegeslagen. Twee bevriende kinderpsychiaters die ook met scholen werken, zeiden me: ‘Die zijn we kwijt en die zien we niet meer terug.’ Veel mensen beseffen niet hoe schandalig hoog de kinderarmoede is in België. Er zijn kinderen die op de school rekenen voor hun maaltijden. Laat staan dat zij de digitale mogelijkheden van hun leeftijdsgenoten hebben.

Mevrouw Geraerts, u was al vroeg in de pandemie kritisch voor de aanpak van de regering.

Geraerts: Ik was kritisch over de communicatie, die heel chaotisch was en weinig aandacht had voor het ‘waarom’.

Verhaeghe: Het leek soms wel Comedy Capers . De ironie wil dat de achterliggende strategie niet eens zo slecht was. Onze overheid heeft geluisterd naar de experts naar wie ze op dat moment moest luisteren – medici en virologen. Ze heeft sneller dan buitenlandse overheden de juiste, moedige beslissingen genomen. Dat was niet eenvoudig, een land platleggen. Maar de knullige communicatie heeft de boel om zeep heeft geholpen – herinner u de powerpointpresentatie van premier Sophie Wilmès (MR). Maar het was veel erger geweest als ze foute beslissingen netjes politiek-communicatief verdoezeld hadden.

Paul Verhaeghe: 'Het omgekeerde was veel erger geweest, als politici foute beslissingen netjes politiek-communicatief verdoezeld hadden.'
Paul Verhaeghe: ‘Het omgekeerde was veel erger geweest, als politici foute beslissingen netjes politiek-communicatief verdoezeld hadden.’© Debby Termonia

Geraerts: Alle onderzoek uit de motivatiepsychologie toont dat je de meerderheid van de bevolking mee krijgt als je uitlegt waarom je maatregelen neemt. Dat ontbrak te vaak. Ik vond het pijnlijk dat het rijk der vrijheid werd aangekondigd, terwijl twee dagen later al bleek dat er te weinig vaccins waren geleverd. Dat soort windhanencommunicatie is funest, en daar heb ik me boos over gemaakt.

U bent toen op de vingers getikt.

Geraerts: Door de GEMS, de expertengroep.

Door wie concreet?

Geraerts: Dat maakt niet zo uit. En het was niet alleen iemand uit de GEMS, ook andere mensen in belangrijke organisaties dachten me de mond te moeten snoeren. Ik moest vooral positieve signalen de maatschappij in sturen. Op een kritische stem komt nu eenmaal veel weerstand. Maar ik ben in de eerste plaats toch universitair opgeleid om kritisch te kunnen denken?

Meneer Verhaeghe, u hebt het Wintermanifest ondertekend, waarin een lange stoet wetenschappers en twitteraars pleitten voor ‘een breder perspectief op de lange termijn’.

Verhaeghe: Dat klopt. We hebben na twee jaar genoeg kennis over het virus en de behandeling van covid-19 om niet meer exclusief het medische perspectief voorop te stellen. We moeten ook kijken naar de psychosociale factoren, verschillende mensen raadplegen en andere maatregelen nemen. Dat gebeurde naar mijn aanvoelen te weinig. De situatie van kinderen en jongvolwassenen is schromelijk veronachtzaamd, en daarom stond ik heel erg achter het manifest. We hebben de jongeren in de steek gelaten.

In het begin kon ik de exclusief medische aanpak nog begrijpen, omdat we simpelweg niet wisten wat de risico’s waren. Herinner je je nog de Diamond Princess? In dat cruiseschip raakte na een uitbraak ongeveer iedereen besmet. Een voldoende grote groep in een geïsoleerde ruimte: dat kreeg de allures van een wetenschappelijk experiment. Al in april 2020 bleek dat de case fatality rate – het aantal besmette mensen dat ook overlijdt – slechts 1,2 procent bedroeg, en dat bij een groep bejaarden. We wisten dus al vrij vroeg dat de ziekte niet zo dodelijk was. Het gevaar ligt eerder in de razendsnelle besmettingen en de vaak ernstige symptomen, zeker bij mensen met een onderliggende aandoening. Na een jaar wisten we dat kinderen nauwelijks risico liepen. En nog eens zes maanden later wisten we dat het vaccin de overdracht niet verhindert en dat het Covid Safe Ticket zijn doel voorbijschiet. Toch bleef men vasthouden aan dezelfde remedies. Een ander voorbeeld, we weten al veel langer dan vandaag dat het onderwijs – zeker voor jonge kinderen – anders georganiseerd moet worden. Ze zitten te lang neer, in klassen die nauwelijks verlucht worden. Nu hadden we een uitgelezen kans om naar buiten te trekken en hen daar te onderwijzen op een creatieve manier. We hebben veel kansen laten liggen om – in veel domeinen tegelijk – te kiezen voor een radicaal andere aanpak.

U schreef in de zomer van 2020 een essay waarin u de pandemie kadert als een uitgelezen gelegenheid om het hele systeem op te schudden.

Verhaeghe: Daar sta ik meer dan ooit achter. Ingrijpende veranderingen zijn nodig, want ons economische systeem, dat structureel vastgeketend is aan de groei, ligt aan de basis van ecologische en sociale rampen. De pandemie is geen accident de parcours, het is een systeemfout waarvan we wisten dat ze zou komen, na alle ontbossing en het toegenomen internationale luchtverkeer. De enige vraag was: wanneer? Virologen hadden het gevaar al kort na de millenniumwisseling voorspeld. We wisten alleen niet hoe ernstig het zou worden. Elke systeemcrisis vergroot bestaande systeemfouten. Dat onze maatschappij onvoldoende zorg draagt voor peuters, kinderen en bejaarden, is opnieuw erg pijnlijk duidelijk geworden. Zij deelden het zwaarst in de klappen. Het kan cru klinken, maar de pandemie is een gedroomde kans om voor veranderingen te kiezen.

We hebben na twee jaar genoeg kennis over het virus en de behandeling van covid-19 om niet meer exclusief het medische perspectief voorop te stellen.

U ziet parallellen tussen de pandemie en de klimaatcrisis.

Verhaeghe: Het gaat allemaal terug op dezelfde oorzaak: onze economie kan niet zonder structurele groei. Maar 3 procent groei op jaarbasis betekent een verdubbeling van de extractie, productie en consumptie van grondstoffen in 22 jaar tijd. Dat kunnen we gewoon niet aan. Dat is zelfmoord.

We dachten dat we het klimaat zouden redden door de uitstoot van auto’s te verminderen. Maar die vermindering heeft geen enkel effect, want er rijden nu vier keer meer vrachtwagens en auto’s rond dan in 1980. De emissie van CO2 is tussen 1990 en 2018 met 57 procent toegenomen, ondanks die schonere auto’s. We zien dezelfde evolutie voor alle andere parameters van productie en consumptie.

Mevrouw Geraerts, beseffen de bedrijven waarmee u samenwerkt dat de manier waarop we omspringen met de natuurlijke hulpbronnen niet houdbaar is?

Geraerts: (knikt) Genoeg mensen in het bedrijfsleven huldigen het principe people, planet, profit, die zijn alle drie even belangrijk. De strategie van een bedrijf moet dan niet alleen de groeiambities waarmaken, maar ook streven naar een kleinere ecologische impact en een positieve invloed op de samenleving.

Verhaeghe: Intussen is een groep jonge mensen die anders zijn opgegroeid toegetreden tot het midden- en topkader. Veel van hen zijn doordrongen van het belang van duurzaamheid. Onderschat dat effect niet.

Geraerts: Ik ben ook optimistisch in de zin dat wij als individu veel kunnen veranderen. Op alle vlakken, ook als het gaat over het klimaat. Daarom heb ik De mentale reset geschreven. Ik hoop mensen wakker te schudden.

U hebt de pandemie een ‘fantastisch experiment’ genoemd.

Geraerts: Omdat we twee jaar lang de kans hebben gehad om te experimenteren met hoe we leven en werken. We zullen naar gezondere gewoontes móéten evolueren – zowel de mens als organisaties en de maatschappij in haar geheel.

U huldigt het credo dat crisissen opportuniteiten zijn. U beweert zelfs dat de mentale voordelen van de pandemie opwegen tegen de nadelen.

Geraerts: De mentale voordelen kúnnen groter zijn, als we met een schone lei durven te beginnen. In Mentaal kapitaal schreef ik zeven jaar geleden al dat we in een breincrisis zijn beland. Met ons slimme brein hebben we een wereld gecreëerd waarin we zelf niet meer kunnen volgen. Omdat we continu geconnecteerd zijn en bestookt worden met kolossale hoeveelheden informatie, die ons opzadelen met tonnen stress en mentale problemen.

Verhaeghe:‘Never waste a good crisis’ klopt wel tot op zekere hoogte. In het begin van de pandemie heeft een groep mensen ontdekt dat er een andere manier bestaat om in het leven te staan, aangenamer en rustiger, en zij willen die behouden. Maar ik vrees dat individuele inspanningen niet volstaan om dat te realiseren. Het veronderstelt een andere arbeidscultuur en zelfs een ander economisch systeem.

U legt in uw werk heel sterk de nadruk op veerkracht, mevrouw Geraerts. U presenteert zichzelf in uw boek als een voorbeeld, want u hebt uzelf heruitgevonden tijdens de pandemie.

Geraerts: Ik zou mezelf nooit als hét voorbeeld opwerpen, maar ik heb dat boek inderdaad vanuit mezelf geschreven. Veel mensen hebben zich vanuit een innerlijke noodzaak heruitgevonden en zijn daarbij heel innovatief geweest. Ze zijn dichter bij zichzelf gekomen en hebben gezien dat er veel moois voor hun ogen gebeurt. Veel jonge ouders zijn de qualitytime met de kids’ gaan appreciëren en willen niet terug naar een leven op automatische piloot. In dat opzicht hoop ik dat de pandemie een keerpunt zal blijken voor zo veel mogelijk mensen.

Viseert u nu niet een heel specifieke groep mensen, die de tools en de financiële mogelijkheden hebben om te kíézen voor een ander soort leven?

Geraerts: Mijn boek is bedoeld voor mensen die al een zekere psychologische kracht in zich hebben om een kanteling te forceren. Ik pretendeer niet dat ik de oplossing heb voor heel de bevolking, maar hopelijk kan ik een deeltje wel helpen.

De term veerkracht is al enige tijd en vogue. Maar het heeft weinig consideratie voor de politieke, economische en culturele krachten waar het individu aan blootstaat, waardoor veel druk komt te liggen op de schouders van mensen.

Verhaeghe: Dat begrip gaat al heel lang mee, alleen heette het in de negentiende eeuw nog ‘steniciteit’. Het vloeit voort uit de vaststelling dat mensen met vergelijkbare traumatische situaties niet dezelfde gevolgen vertonen: de ene groep mensen ondervindt er amper, de andere groep net heel veel. Vergelijk het met besmettelijke ziektes: als twee mensen worden blootgesteld aan dezelfde ziekmaker, wordt de ene ziek en de andere niet. We weten uit Amerikaans onderzoek dat veerkracht, medisch en psychologisch, te maken heeft met de individuele ontwikkelingsgeschiedenis van mensen, te beginnen vanaf de geboorte. Daar kun je wel wat aan werken, maar dat doe je niet een-twee-drie. De hedendaagse, heel Amerikaanse invulling, die veerkracht gelijkstelt met grit of volharding, laat dat wel uitschijnen. Dan krijgt veerkracht een moralistische connotatie: als mensen niet slagen, is het omdat ze zich niet genoeg inspannen of omdat het doetjes zijn. Die invulling leeft bij ons gelukkig minder sterk, behalve in de populaire opvatting, waar het meer en meer tractie krijgt: ‘Ach ja, hij zou maar wat steviger in zijn schoenen moeten staan.’

Geraerts: Ik zou mensen met mentale problemen nooit zwak noemen. Maar wat ik wel zie, al voor de pandemie, zijn medewerkers die alle verwachtingen in het mandje van de werkgever leggen – of burgers in het mandje van de overheid. Zelfs over het eigen welzijn. Ze verwachten dat de organisatie alles faciliteert om het welzijn te bevorderen. Terwijl welzijn een gedeelde verantwoordelijkheid is en je ook het eigenaarschap moet oppakken om zélf aan je welzijn te willen werken.

Het maakt niet uit in welk milieu je leefde tijdens de crisis, we konden allemaal naar buiten gaan en bewegen. In plaats van te jammeren dat we niet meer samen naar een restaurant konden, hadden we wel de mogelijkheid om iemand uit te nodigen voor een verkwikkende wandeling. Het zijn redelijk eenvoudige dingen die bijna iedereen kon doen. Maar een aantal mensen bleef liever hangen in het isolement, waar ze zich dagelijks bedroefden met deprimerend nieuws over de crisis. Ik zeg weleens: kom op, raap jezelf bijeen, maar nooit op een verwijtende manier. De positieve psychologie reikt zeer nuttige instrumenten aan voor wie het stuur in handen wil nemen.

De Amerikaanse psychotherapeute Whitney Goodman waarschuwt voor een te sterke nadruk op positief denken. Het is een obsessie geworden, zegt ze, die ook weer een nadelig licht werpt op wie het niet gemakkelijk heeft, want die heeft het alleen aan zichzelf te danken. We moeten accepteren dat het leven soms klote is, vindt Goodman.

Verhaeghe: Juist, maar de obsessie met positief denken zou ik niet op het conto van de positieve psychologie schrijven. Het is vooral een effect van de sociale media, waar iedereen alleen maar succesverhalen en prachtige foto’s deelt in een opbod met zichzelf en de wereld. Dat is zo nep als maar kan zijn.

Geraerts: Gisteren las ik over een nieuw platform waar jongeren ook de mindere kanten van het leven durven te tonen, ‘het leven zoals het is’.

Verhaeghe: We mogen niet vergeten dat sociale media nog maar vijftien jaar populair zijn. Met het medium an sich is niets verkeerd, wel met de puberale manier waarop wij ermee omgaan. Door de toenemende druk van ouders en de overheid zijn ze zich aan het reguleren. We zullen daar straks op een meer volwassen manier mee omspringen, daar ben ik gerust op. De grote uitdaging is de systeemcrisis die we meemaken, daar heb ik een minder goed oog in.

Elke Geraerts en Paul Verhaeghe bespreken de mentale reset na de pandemie op het non-fictieboekenfestival FAAR in Oostende. (19/03, Grote Post). Info: www.faar-oostende.be

Het nieuwe non-fictieboekenfestival FAAR zet van donderdag 17 tot en met zondag 20 maart de belangrijkste non-fictieschrijvers in de kijker. Plaats van afspraak is Oostende. Knack blikt op verschillende plekken in dit nummer vooruit op de vierdaagse.

Paul Verhaeghe

Psychologen Elke Geraerts en Paul Verhaeghe meten coronaschade op: 'We hebben de ander nodig'
© Debby Termonia

1955 geboren in Roeselare

1978 licentiaat psychologie (UGent)

Doctoreert daar in de psychologie en de psychoanalytische psychodiagnostiek

Tot oktober 2021 hoofd van de vakgroep psychoanalyse en raadplegingspsychologie

Schreef onder meer Liefde in tijden van eenzaamheid (1998), Identiteit (2012), Hou afstand, raak me aan (2020)

Elke Geraerts

Psychologen Elke Geraerts en Paul Verhaeghe meten coronaschade op: 'We hebben de ander nodig'
© Debby Termonia

1982 geboren in Bilzen

Studeerde psychologie aan de universiteit van Maastricht en behaalde er haar doctoraat op het onderwerp traumageheugen

Werkte als onderzoeker bij Harvard University en University of St. Andrews, was hoofddocent aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam.

2014 start het consultancybedrijf Better Minds at Work op en is voorzitter van de vzw Better Minds at School

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content