Toby Alderweireld: ‘We moeten focussen op onszelf, niet bang zijn’

© BELGA
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Op rechtsachter of centraal achterin, Toby Alderweireld is bij de Rode Duivels een onmisbare pion geworden. In Sport/Voetbalmagazine gaat hij de discussie over zijn positie niet uit de weg en geeft hij in één moeite door wijze raad aan Marc Wilmots.

‘Bij de nationale ploeg is de rechtsachter een beetje mijn plek geworden,’ klinkt het bij Alderweireld. ‘Tenminste, zo voelt dat. Ik heb me daar tot een bepaald niveau ontwikkeld. Ik ben immers nooit een heel speciale speler geweest, ik ben daarin moeten groeien. Jarenlang was ik, ik zou bijna zeggen, de stille kracht van het elftal. Nu ben ik wel blij dat de discussie rond mijn positie is afgelopen. Er waren twijfels of ik wel de rechtsachter van de nationale ploeg kon worden. Het was GeorgesLeekens die afkwam met dat idee. Hij zei zelfs dat ik daar carrière kon maken. In het begin was het zoeken. Ik was in Amsterdam net volop bezig aan mijn ontwikkeling in een centrale rol achterin, en dan moest ik me in de nationale ploeg nog eens op een andere positie ontwikkelen. Dat samen combineren was in het begin misschien wat moeilijk. Maar inmiddels heb ik mijn referentiepunten op de twee posities gevonden. MarcWilmots zei dat ik daar mijn kans moest grijpen en zie, ik heb er nu quasi al mijn interlands gespeeld en de ploeg daar toch een zekere stabiliteit gegeven. In de kwalificatiecampagne zelfs met een aantal assists. Oké, het waren geen wereldpasses, maar ik had aanvallend toch een inbreng. Ook daarin ben ik gegroeid.’

‘De offensieve impulsen kwamen er mee op vraag van Marc Wilmots,’ gaat de verdediger verder. ‘Niet alleen omdat de tegenstander intussen zo vaak voor doel kampeert dat er meer ruimte kwam. In het begin was het anders. We kregen vroeger veel goals tegen. Toen moesten we er vooral voor zorgen dat er een sterk blok stond. Dat is gebeurd. Daarna kreeg ik meer vertrouwen, en kon ik een extra dimensie aan mijn spel geven. Ik ben gretig, maar zal wel nooit té gretig zijn, in die mate dat ik nooit absoluut twee, drie assists wil geven. Hetzelfde geldt eigenlijk voor Jan Vertonghen. Ik kan niet voor hem spreken, maar hij heeft zich als linksachter ook goed ontwikkeld. De coach weet dat wij samen centraal achterin kunnen, die eenheid is er, we hebben die ervaring in de Premier League opgedaan. Dat is de luxe die we hebben. Maar het kan ook elk op de flank.’

Advies voor de bondscoach

Op welke vlakken heeft de ploeg nog progressiemarge? Alderweireld: ‘Misschien kunnen we nog iets opportunistischer worden. Voor het EK hebben we altijd veel via balbezit gedaan. Wedstrijden bepalen dat. Soms is balbezit iets beter, op andere momenten snelheid en diepgang. Maar iets opportunistischer mag misschien wel, om meer kansen en attractief voetbal te brengen. Misschien was de les van het WK wel dat het allemaal sneller moest. Maar: het was Brazilië, voor veel jongens een eerste ervaring, een ander klimaat ook. Dat is allemaal geen excuus, ik weet het, maar het speelde. Nu hebben Yannick Carrasco bij Atlético en Divock Origi bij Liverpool zich zo ontwikkeld dat ze dat wel kunnen, die snelheid brengen. We gaan elke keer een stapje verder met deze ploeg. We moeten ons vooral focussen op onszelf, denk ik. Hoe wij graag spelen. En dan wat accenten leggen op basis van de tegenstander. Niet bang zijn, maar zo goed mogelijk zelf proberen te voetballen.’

Lees het volledige interview met Toby Alderweireld in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 15 juni.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content