Martin Schouten – Het meisje met het hoofddoekje

Het meisje met het hoofddoekje, de nieuwe roman van oud-journalist Martin Schouten, is op zijn eigen bescheiden wijze een monumentje van helderheid en Hollandse nuchterheid in de levensbeschouwelijke nevelen die zich al een tijd tot een antimoderne mist aan het verdichten zijn.

Martin Schouten – Het meisje met het hoofddoekje
Uitgeverij: Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam
Aantal pagina’s: 224

‘Godsdienst, het kwam me zo langzamerhand mijn neus uit, een mens wil zich ook wel eens bezighouden met serieuze zaken.’

Het meisje met het hoofddoekje, de nieuwe roman van oud-journalist en literaire non-fictiepionier Martin Schouten (1938), is op zijn eigen bescheiden wijze een monumentje van helderheid en Hollandse nuchterheid in de levensbeschouwelijke nevelen die zich al een tijd tot een antimoderne mist aan het verdichten zijn.

Het verhaal: de oudere Ron raakt bevriend met de zestienjarige ‘Shahara’ (zo heet ze niet, maar zo noemt hij haar wel), die in zijn Amsterdamse buurtwinkel helpt. Haar oudere broer Bilal is sinds kort helemaal in Allah, wat met name voor haar nogal onaangename gevolgen heeft. Een en ander doet Ron zonder plezier (maar ook zonder rancune) terugdenken aan zijn calvinistische jeugd.

Zijn oude vriend Jacques, een joodse boekhandelaar, met wie hij menig gesprek over religie voert, weet hem overigens te vertellen dat Calvijn zelf de rede zeer hoog achtte en de niet-gelovige zaak zo ten slotte bevorderd heeft. Dit alles wordt versneden met een hommage aan W.G. Sebald, een kleine geschiedenis van het warenhuis, Rons belevenissen met zijn agressieve kleuterkleinzoon Daan, die zich niet goed kan uiten, een uitstapje in de geest van Theo van Goghs moordenaar en nog zo wel wat – er is best veel te beleven in dit boek.

Met Shahara, die ernstig gaat balen van Bilal en diens Allah, loopt het niet zo vrolijk af. Na door Bilal te zijn bedreigd, laat Ron haar in de steek, kun je zeggen. Het slot is wat onbevredigend, zeker vergeleken met de uitstekende eerste 150 pagina’s, maar deze goedgeschreven roman zet je in ieder geval aan het denken over een hoop actuele maatschappelijke kwesties.

(En: mag een oude blanke zich zomaar een gekleurd meisje als hoofdpersonage toe-eigenen? Wat nou ’toe-eigenen’? Wou je beweren dat jonge moslima’s over hun thuis per definitie nooit iets kunnen zeggen als: ‘Als ik daar met al die boeken aankom, krijg ik nog meer blauwe plekken. Ze haten boeken, daar krijg ik alleen maar verkeerde ideeën van. Het is daar echt een geestelijke achterbuurt’? Enzovoort.)

Herman Jacobs

Partner Content