Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Burgerpanel om druk te zetten op partijfinanciering? Sinds wanneer is loting een democratisch systeem’

Ondanks alle mooie beloftes komt er maar niets in huis van een hervorming van de partijfinanciering. Nu moet zelfs een geloot burgerpanel dat debat aanzwengelen.  Professor Herman Matthijs (UGent & VUB) formuleert tien bemerkingen bij de huidige discussie.

  1. Met de wet van 4 juli 1989 over de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen werd een begin gemaakt met de publieke partijfinanciering. Die wet is gestemd toen de traditionele partijen nog groot waren, en het Vlaams Belang een kleine partij was. De N-VA en de PVDA-PTB zaten nog niet in het parlement. De parameter om het overheidsgeld te verdelen was en is nog steeds het aantal behaalde stemmen om het geld te verdelen. Dat is een terecht criterium. Alle partijen evenveel geven bestaat nergens en zou de invoering betekenen van het marxistisch systeem: iedereen evenveel, los van de prestaties. Het systeem dat bestraat in de Europese Unie hanteert ook zeer duidelijke criteria:  10 procent van de dotaties aan de EU-partijen wordt gelijk verdeeld en de resterende 90 procent à rato van het aantal verkozenen. Met als gevolg dat de grootste fractie, de Europese Volkspartij waartoe CD&V behoort, het meeste geld krijgt.
  2. Het EU-systeem om partijen te financieren kan een bron van inspiratie zijn, want daar wordt een verschil gemaakt tussen politieke partijen (46 miljoen euro dotatie in 2023)  en politieke stichtingen (23 miljoen euro dotatie in 2023). In het EU-stelsel zitten de vormingen en de studiediensten in stichtingen en die staan los van de Europese politieke partijen. Voor de volledigheid moet ook nog vermeld woren dat de begroting van het Europees Parlement nog tientallen miljoenen euro besteedt aan de fracties. Hier kunnen we zeker nog wat inspiratie opdoen als we nadenken over het financieren van onze politieke partijen.
  3. Als men de begrotingen 2023 leest, dan vindt men de volgende cijfers: Kamer: 35,5 miljoen euro aan partijdotaties en 40,7 miljoen voor de fracties; Vlaams Parlement: 9,1 miljoen aan partijdotaties en 19 miljoen voor de fracties; Senaat: 11,4 miljoen voor de fracties. De Senaat afschaffen zal niet lukken, want daar is geen grondwettelijke meerderheid voor te vinden.  Maar men zou met een gewone meerderheid de fractiemiddelen kunnen verminderen.
  4. Men spreekt over de rechtstreekse dotaties aan de partijen en de ondersteuning van de parlementaire fracties. Maar de regeringspartijen kunnen dan ook nog eens profiteren als ze heel wat kabinetten hebben. Enige sanering op dit vlak is niet merkbaar. In het Britse systeem krijgen de oppositiepartijen die steun om hun oppositiewerk te kunnen uitvoeren tegen de door de regering geleide administratie. Het probleem in ons land is dat niemand een globaal beeld heeft over de kostprijs van alle kabinetten.
  5. Kijken we naar de boekhoudingen van de partijen, dan zien we dat de N-VA over 2021 het grootse balanstotaal heeft (38,7 miljoen euro), gevolgd door de PS (20,8 miljoen), de MR (18,1 miljoen), het Vlaams Belang (14,4 miljoen), het CD&V (14,3 miljoen), Vooruit (13,3 miljoen), de PVDA-PTB (12,6 miljoen), Ecolo (12,4 miljoen),  cdh (12,1 miljoen), Open VLD (10,2 miljoen),  groen (7,6 miljoen) en Défi (1 miljoen miljoen). De zeer gunstige financiële ratio’s van de N-VA zijn in grote mate het gevolg van een beleid van ‘Hollands rentmeesterschap’ dat deze partij voert. Ook het Vlaams Belang en de PVDA-PTB voeren een spaarzaam beleid. Op dat vlak kunnen de klassieke partijen nog iets leren van de nieuwkomers op het politieke schaakbord.
  6. De wet van 1989 bevat veel te veel regels met betrekking tot de campagne met allerlei nutteloze beperkingen. Daarin moet meer vrijheid komen. Waarom mag een kandidaat voor zijn kiescampagne bijvoorbeeld niet al zijn geld besteden aan tien grote affiches? 
  7. Het controlesysteem op de boekhoudingen van de politieke partijen is te omslachtig met revisoren, het Rekenhof  en de controlecommissie in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Er bestaat geen enkele instelling of bedrijf in dit land met zoveel controle. Men zou er daarom kunnen aan denken om de revisoren te laten vallen, want uiteindelijk is een politieke partij geen onderneming.
  8. Het nieuwste idee om de financiering van de politieke partijen te hervormen bestaat erin om een geloot burgerpanel daarover te laten beslissen. Sinds wanneer is loting een democratisch systeem? De enige democratische legitimiteit ligt bij de verkozenen en die worden gekozen door alle kiesgerechtigden. Trouwens, wie leidt dat lotingssysteem en wie bepaalt welke happy few er mogen mee doen? Daarnaast is er nog de vraag wie die zogenaamde innoverende burgerpanels financiert? Het merkwaardige is ook dat de publieke subsidies aan die panels niet in vraag worden gesteld en de dotaties voor de politieke partijen wel.
    Ooit was er zelfs het  idee  om de Senaat te gaan bevolken via een lotingssysteem. In 1974 is er, met weinig belastinggeld, een goede Vlaamse film gemaakt, namelijk ‘De loteling’ naar het boek van Hendrik Conscience. Die wist waarover hij schreef want er waren toen onverantwoorde toestanden in het leger waarvoor er toen werd geloot. Is het volgende idee om te loten wie belastingen moet betalen? Enfin, heel dat systeem van loten staat haaks op een democratisch bestuur.  
  9. Trouwens, dient er overheidsgeld naar burgerinitiatieven te gaan? Als men de begrotingen overloopt, zou er beter een grondige sanering worden doorgevoerd van de subsidies aan alle mogelijk organisaties verbonden aan vakbond, ziekenkas, middenstand, werkgevers en andere maatschappelijke organisaties. Het maatschappelijk nut daarvan is meestal niet aan te tonen. Laat me hier het idee lanceren dat het de politiek partijen vrij staat om een deel van hun dotatie over te maken aan zogenaamde ‘gelote’ burgerinitiatieven. Dan kost het niets bijkomend aan de begroting en dus ook niet aan de belastingbetaler.
  10. Ten slotte moeten we ons ook de vraag stellen of de bevolking wel wakker ligt van het mediatumult  over de partijfinanciering? Als je eens door de straat loopt en het volk aanhoort bij voordrachten, dan zijn de mensen veel meer begaan met veiligheid, migratie en vooral het betalen van hun facturen. Als men nu eens al die aandacht voor gelote burgerinitiatieven zou steken in een grondige zoektocht voor betaalbare- en leesbare energiefacturen, dat zou de bevolking en dus de kiezer pas echt verwelkomen. 

Conclusie

De wet van 4 juli 1989 is zeker aan een grondige herziening toe. Maar die wijzigingen hadden tot een akkoord moeten leiden in het begin van de legislatuur van de regering-De Croo. Aangezien de campagne voor de volgende verkiezingen reeds is begonnen, zal er nu niets meer gebeuren. Zelfs het voorstel om de dotaties niet meer te indexeren, haalt geen meerderheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content