Pascal Smet en de democratische attitudes (Unie Vlaamse Autonome Hogescholen)

“Burgerzin” staat hoog op de lijst van de ’to-do’s’ binnen de verschillende opleidingsonderdelen van de lerarenopleidingen.

De resultaten van het recente internationaal onderzoek inzake de sociale en democratische attitudes van jongeren dichten onze Vlaamse 14-jarigen weinig burgerzin toe en rangschikken hen beduidend slechter dan hun Europese leeftijdgenoten wat betreft democratische en maatschappelijke attitudes. In de multiculturele samenleving zijn ze helemaal niet geïnteresseerd en met immigranten lopen ze allesbehalve hoog op.

Volgens het onderzoek draagt de school daar veel toe bij. Vergeleken met hun Europese collega’s zouden Vlaamse leerkrachten zich maar weinig bekommeren om het bevorderen van kennis over sociale, politieke en burgerlijke instituties of het bevorderen van de kennis over rechten en plichten als burger. Kortom: het is het onderwijs, mijnheer.

Vlaams minister van Onderwijs, Pascal Smet, voelde zich meteen aangesproken en gaf aan conclusies te zullen trekken uit deze “slechte prestaties” (De Morgen, 22/11/10). Heel gezwind, maar toch wat kort door de bocht, spijkerde de minister meteen de professionele bachelors in het onderwijs – de vroegere regenten en onderwijzers – tegen het bord. Volgens de minister schieten zij tekort in hun opdracht en moet het heil komen van actieve onderwijsvormen waarvoor die bachelors versterking nodig hebben van de masters (De Morgen, idem).

Het is ons een mysterie waar de minister zijn mosterd haalde om die stelling hard te maken. Enig onderzoek of overleg met het werkveld, met de mensen die dagelijks in het onderwijs werken, waren welkom geweest en hadden – even snel als zijn conclusies – de minister duidelijk gemaakt dat hij zijn pijlen op het verkeerde doel richt.

Het zijn juist de actieve onderwijsvormen die, aansluitend bij de meest recente leertheorieën, de kern vormen van alle professionele opleidingen van bachelors in het onderwijs. De actieve werkvormen behoren tot de kernpunten van een kwaliteitsdoorlichting die elke lerarenopleiding periodiek doorloopt. Indien afgestudeerde leerkrachten er niet in slagen om zelfstandig een “actieve onderwijsvorm” of een “aangenaam klasklimaat” te creëren, dan valt zo’n opleiding door de mand bij een controle. De tot nu toe gepubliceerde doorlichtingsverslagen maken echter geen melding van “gebuisde” professionele bachelors in het onderwijs. Ook niet voor het onderdeel “participatie” dat eveneens een belangrijk criterium is bij een doorlichting.

Het is ook erg onduidelijk wat volgens de minister de inbreng en meerwaarde kan zijn van de masters en hoe die inbreng er uitziet. Tenslotte toont de studie ook aan dat het met de oudere Vlaamse leerlingen nog erger is gesteld qua burgerzin en democratische waarden en het zijn juist aan die leerlingen dat de masters les geven! Bovendien zijn de bachelors minstens even goed, zo niet beter, getraind in de vakdidactiek dan de masters. Misschien toch best eerst samen rond de tafel gaan zitten.

We willen de minister van Onderwijs er ook op wijzen dat “burgerzin” hoog op de lijst staat van de ’to-do’s’ binnen de verschillende opleidingsonderdelen van de lerarenopleidingen. Het zou best kunnen dat het werk van scholen en lerarenopleiders rond burgerzin en participatie wel veel positief effect heeft en dat de resultaten van het onderzoek anders nog schrijnender zouden zijn.

Het onderzoek zou ook aantonen dat de huidige generatie leerlingen eerder passief burgerschap verkiest en niet al te hoog oploopt met de democratische waarden. Maar dit geldt waarschijnlijk voor het gros van onze bevolking. Dat o.a. het aantal ongewettigde afwezige bijzitters voor kiesbureaus bij de laatste verkiezingen stijgt en dat verschillende Nederlandstalige en Franstalige politici elkaar amper nog het licht in de ogen gunnen, kan toch moeilijk op het conto van het onderwijs worden geschreven.

We nodigen de minister graag uit om de klas in te duiken en zich te informeren over wat er reeds aan opbouwend werk gebeurt rond burgerzin, democratische waarden en omgaan met diversiteit en samen met alle betrokkenen te kijken waar en hoe er nog een tandje kan bijgestoken worden. Tegelijk kan hij zijn collega’s ministers uitnodigen om ook op hun departement na te gaan hoe zij voor meer werkgelegenheid, goede gezondheidszorg en sociale zekerheid kunnen zorgen om de “burgerzin” en “democratische attitudes” een breder draagvlak te geven.

Alleszins betere ideeën dan het afschaffen van de steunpunten voor gelijke onderwijskansen en het vluchtig kapittelen van de bachelors in het onderwijs.

Toemaatje: het is verbazend hoe in de studie het positieve resultaat inzake gendergelijkheid plots niet meer op het conto van het onderwijs wordt geschreven maar voortvloeit uit de mate van gendergelijkheid in de Vlaamse samenleving.

De departementshoofden van de Lerarenopleidingen van de Unie Vlaamse Autonome Hogescholen (Artesis, Erasmushogeschool Brussel, Hogent, Howest en Xios)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content