“Er is niks romantisch aan je verleden verliezen”

© Saskia Vanderstichele

Klara Van Es draaide een verschroeiende documentaire over acht mensen met dementie die samenleven op een appartement in Essen.

Een jaar lang volgde reportagemaakster Klara Van Es acht mensen met dementie die tot elkaar veroordeeld zijn in een appartement in Essen. Ze verkeren in de eerste fase van de ziekte: ze beseffen dat ze ziek zijn en hoe de rest van hun leven er zal uitzien.

Verdwaald in het geheugenpaleis is een mooie, harde documentaire over acht vrouwen die balanceren tussen angst en vergeten. Ze strijden tegen de steeds groter wordende gaten in hun hoofd. Een gevecht dat ze onverbiddelijk zullen verliezen. Knack sprak met Van Es

U hebt drie jaar geleefd tussen mensen met dementie. Hebt u een ander beeld over de ziekte?

KLARA VAN ES: Ja, totaal. Het enige wat ik wist over de ziekte, was het clichébeeld. een bejaarde die meer op een plant lijkt, urenlang voor zich zit uit te staren met de billen bloot. Dat klopt niet: het is niet omdat je dement wordt dat je ook achterlijk wordt. Integendeel. Zeker in de eerste fase van de ziekte kunnen dementen nog vanalles. Neem nu Anita, één van de hoofdpersonages van de film. Ze is iemand die graag discussieert, dat is haar lang leven. Nu ze aan Alzheimer lijdt, is dat niet veranderd. Ze herhaalt zichzelf alleen wat meer. Wat me stoort, is dat men vaak over de hoofden van mensen met dementie praat. Op een bepaald moment stootte Anita zich aan een leuning. Ik ging met haar naar een verpleegster die de wonde ontsmette. Ze legde mij uit hoe Anita verder verzorgd moest worden. Waarop Anita heel gedecideerd repliceerde: ‘Zijn jullie over mij bezig? Dan kun je dat net zo goed tegen mij zeggen. Ik sta er namelijk bij.’ Ze had natuurlijk overschot van gelijk. Mensen met dementie hebben het recht om te zeggen wat ze denken, omdat ze dat gewoon ook kunnen.

De dood waart voortdurend rond. Vreemd dat er nooit over euthanasie gepraat word.

VAN ES: Ik denk dat de meesten niet eens weten dat die mogelijkheid ook bestaat.. Ik filmde in een katholieke instelling: daar is euthanasie nog altijd een taboe. Heel af en toe werd er wel een allusie op gemaakt: ‘Ik ga een pilleke halen bij de dokter.’ Toen Hugo Claus voor euthanasie koos, vonden ze dat allemaal dapper. Maar voor de rest heb ik niemand daar ooit over horen praten. Van de acht mensen die we gefilmd hebben, zitten er trouwens nog maar drie in het appartement. De rest is overgebracht naar een andere afdeling, de laatste poort naar de dood. Dat waren elke keer zware momenten. Voor mij, omdat ik drie jaar met hen heb samengeleefd, maar ook voor de andere bewoners. Ze weten dat het elke dag hun beurt kan zijn. (STO)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content