Hubert van Humbeeck

Van genocide tot genocide

Volgens de VN maakte Rwanda zich in Oost-Congo schuldig aan volkenmoord.

Als het goed is, bevestigt een rapport van het Hoog Commissariaat voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties straks wat iedereen toch al weet. Dat het Rwandese leger zich in de tweede helft van de jaren negentig in Oost-Congo schuldig heeft gemaakt aan schending van de mensenrechten. Inspecteurs van de VN overwegen zelfs om wat daar is gebeurd als een genocide te omschrijven.

Dat wil Rwanda tot elke prijs vermijden. Het ligt sinds de volkenmoord op Tutsi’s en gematigde Hutu’s in 1994 bij belangrijke Angelsaksische donoren, zoals de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, in de bovenste la. Washington en Londen hielden het regime van sterke man Paul Kagame ook politiek de hand boven het hoofd. De Rwandese president kan de beschuldiging van genocide daarom missen als kiespijn. Hij leed al imagoschade tijdens de recente campagne voor de presidentsverkiezingen, toen politieke tegenstand soms weinig zachtzinnig werd uitgeschakeld. Kagame dreigt er nu mee dat Rwanda niet langer zal deelnemen aan vredesoperaties van de VN. Zeker in Afrika kunnen de blauwhelmen moeilijk zonder de goed opgeleide en gedisciplineerde Rwandezen.

Rwanda houdt vol dat zijn soldaten alleen in Oost-Congo waren om er Huturebellen op te sporen, die zich in 1994 aan moordpartijen op Tutsi’s schuldig hadden gemaakt. Toen die génocidaires voor het leger van Kagame op de vlucht gingen, trokken in hun spoor honderdduizenden onschuldige Hutu’s mee de Congolese grens over. Ze vonden elkaar in vluchtelingenkampen, die door Hutumilities werden gebruikt om onder te duiken en aanhang te rekruteren. Het VN-rapport stelt nu dat de Rwandezen in Oost-Congo niet alleen gewapende Hutu’s achternazaten. Ze zouden niet alleen strijders hebben gedood, maar ook en vooral vrouwen, kinderen en oudere mensen. De systematische manier waarop dat gebeurde, kan erop wijzen dat de operatie een duidelijk plan had.

Controle over de Congolese bodemschatten speelde zonder twijfel een grote rol in wat er daarna gebeurde. Toen Kagame besloot om de kampen schoon te vegen, sloot hij een verbond met de Congolese opstandelingen van Laurent-Désiré Kabila. Dat verbond werkte zo goed dat Kabila luttele maanden later zelf president van Congo was. Maar de Rwandese actie trok ook een oorlog op gang, waarin uiteindelijk zeven landen en tientallen gewapende benden meevochten en die aan miljoen mensen het leven kostte.

Die zogenaamde Afrikaanse wereldoorlog is al enige tijd officieel voorbij. In werkelijkheid gaat het geweld verder. Begin augustus nog zou een Hutumilitie een Oost-Congolees dorp dagenlang hebben geterroriseerd en vrouwen en kinderen hebben verkracht – nauwelijks enkele kilometers van een kamp met VN-blauwhelmen. Er zijn er in het gebied van de grote meren weinig zonder bloed aan de handen. Ook degenen die verlamd toekeken zijn niet zonder fouten. De Belgen trokken in 1994 hun blauwhelmen terug toen de genocide begon. Franse troepen lieten de Hutumoordenaars naar Congo ontkomen. De Chinezen zijn alleen op grondstoffen uit. Amerikanen en Britten zetten Rwanda veel te lang uit de wind. Paul Kagame heeft een probleem. Maar hij niet alleen.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content