Zuid-Soedan: kroniek van een aangekondigde dood (Chams Eddine Zaougui)

Volgend jaar krijgt Afrika er misschien een nieuw land bij: de onafhankelijke republiek ‘Zuid-Soedan’. Maar volgens analisten is de nieuwe Afrikaanse staat absoluut niet klaar om op haar eigen benen te staan.

Op 9 januari 2011 spreekt Zuid-Soedan zich tijdens een onafhankelijkheidsreferendum uit over een definitieve afscheuring van het noorden. De meeste analisten zijn het er over eens dat de overwegend zwarte, animistische en christelijke bevolking voor onafhankelijkheid zal stemmen. Gesteld natuurlijk dat het geplande referendum doorgaat en Khartoem geen roet in het eten strooit.

Na decennia van verwaarlozing, onderdrukking en geweld door de Arabisch-georiënteerde en islamitische regering van Khartoem, lijkt de kloof tussen noord en zuid onoverbrugbaar. De pogingen om de twee gebieden na de brutale burgeroorlog – die meer dan vijftig jaar duurde en 2.5 miljoen levens eiste – te verzoenen, zijn duidelijk mislukt.

Dankzij de honderden miljoenen westerse dollars en de enorme natuurlijke rijkdommen – teak, olie, suiker en graan – heeft het zuiden in ieder geval het economisch potentieel om alleen verder te gaan. Op het eerste gezicht lijkt een afsplitsing het zuiden dan ook de beste kans te bieden om het dode gewicht van haar tragische geschiedenis van zich af te werpen, en opnieuw te beginnen.

De realiteit is minder rooskleurig. Wie de internationale rapporten bekijkt, herkent in Zuid-Soedan een vertrouwd Afrikaans verschijnsel: een land dat bijzonder slecht is toegerust om levensvatbaar te zijn. Om te benadrukken hoe erg het wel is, gaf de VN een van haar rapporten de veelzeggende titel ‘Scary Statistics’.

Die titelkeus is niet overdreven; de feiten zijn inderdaad beangstigend. Vijf jaar na het staakt-het-vuren behoort Zuid-Soedan nog steeds tot een van de minst ontwikkelde plekken op aarde.

Naast bestaande ziektes zoals malaria, cholera en HIV maken polio, lepra en de mazelen een comeback. Chronische ondervoeding is met 47 procent gestegen. En ongeletterdheid bedraagt 90 procent bij vrouwen, terwijl klassen in het lager onderwijs gemakkelijk zeventig kinderen tellen.

Natuurlijk kan niet alle schuld voor de deur gelegd worden van de semi-autonome regering van Zuid-Soedan, onder leiding van de oncharismatische ex-rebellenleider Salva Kiir. De verwaarlozing van het zuiden gaat al terug tot in de tijd van Britse kolonisator, die het zuiden als een soort geografisch extraatje toevoegde aan het noorden. De noord-Soedanese Arabieren hebben die bewuste politiek van onderontwikkeling actief verder gezet. Ze hielden nauwelijks rekening met het zuiden, en naar de westelijke provincie Darfur werd al evenmin omgekeken. Toch is de koloniale geschiedenis maar een deel van de verklaring.

Minder bekend is dat de zuidelijke politici, sinds de ondertekening van het vredesverdrag in 2005, opmerkelijk weinig moeite deden om de regio herop te bouwen. Zo wordt het leeuwendeel van de olie-inkomsten – maar liefst 60 procent – gebruikt voor wapens en voor zichzelf, ten koste van de bevolking. Ook corruptie en vriendenpolitiek, waarbij mensen uit de eigen etnische groep (voornamelijk Dinka en Nuer) worden voorgetrokken, vormen een reëel probleem.

Maar het meest frappante, iets wat door de eenzijdige wereldaandacht voor het conflict in Darfur onder de radar van de media is gebleven, is dat de zuidelijke regering het spiegelbeeld is geworden van Khartoem; alle macht en rijkdom concentreren zich in de hoofdstad Juba, waar nieuwe straten (met straatlampen) leiden naar splinternieuwe ministeries. Ondertussen blijft de rest van het zuiden arm en onderontwikkeld. De weinige gezondheidsinitiatieven, klinieken, scholen en wegen hebben de acht miljoen zuid-Soedanezen vooral te danken aan de aanwezigheid van kerken en westerse donors. Tragisch gevolg: net als in het noorden gaat de periferie zich steeds anarchistischer gedragen. Zo stierven in 2009 honderden mensen in de zuidelijke regio’s, als gevolg van inter-tribaal geweld.

Is Zuid-Soedan gedoemd om te mislukken? Het antwoord is nee. Niet noodzakelijk. Wat het zuiden nu dringend nodig heeft – naast een erkenningsgezind China, Afrika en Noord-Soedan, zodat ze de onafhankelijkheid niet unilateraal moet afkondigen – is een radicale en snelle mentaliteitswijziging van de plaatselijke regering. In plaats van het huidige etnisch-favoritisme moet de regering proberen om zoveel mogelijk verschillende stammen te laten delen in de macht. Er moet met andere woorden een robuust federaal systeem komen. Dat bekent ook decentraliseren en een gevoel van samenhorigheid creëren. Tot slot moet de overheid de beschikbare financiële middelen beter investeren en managen – in onderwijs, in gezondheid, in infrastructuur. Het terugkerende argument dat grote wapenvoorraden en een sterk leger een waarborg zijn tegen hernieuwde aanvallen van het noorden, is geen reden om de eigen bevolking arm te houden.

Maar misschien is dat te veel verwacht van een regering die voorlopig weinig aanstalten maakt om van houding te veranderen. De mentale ketenen die de zuidelijke politici van het noorden hebben geërfd lijken, zeker op korte termijn, te sterk om te doorbreken.

Chams Eddine Zaougui is arabist en filosoof

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content