Michel Faber – Het vuurevangelie

Michel Faber ging voor ‘Het vuurevangelie’ met de mythe van Prometheus aan de slag: de titaan die de mensheid het vuur schonk, en daarvoor door Zeus gestraft werd.

Michel Faber – Het vuurevangelie
Vertaald door H. Damsma en N. Miedema
Uitgeverij: De Bezige Bij
Aantal pagina’s: 205
ISBN: 978-90-234-3004-9

In de al enige jaren lopende reeks novellen waarin gerenommeerde auteurs mythen naar hun hand zetten, ging Michel Faber (die van Lelieblank, scharlaken rood) voor Het vuurevangelie met de mythe van Prometheus aan de slag: de titaan die de mensheid het vuur schonk, en daarvoor door Zeus gestraft werd.

Het verhaal: Theo Griepenkerl, een specialist Aramees (de taal van Palestina in Jezus’ tijd), vindt, wanneer er bij zijn bezoek aan een Iraaks museum net een bomaanslag wordt gepleegd, nadien in het puin negen papyrusrollen. Die bevatten het ooggetuigenverslag door een zekere Malchus van Jezus’ laatste dagen op aarde en terechtstelling.

Sensationeel, inderdaad – vooral ook omdat het een tikje anders eindigt dan de canonieke versies: Jezus laat zijn ontlasting lopen en spreekt als laatste woorden: ‘Laat iemand er alsjeblieft een einde aan maken.’ Waarna geen verrijzenis. Hiermee zakt dus compleet de bodem uit het christendom.

Dit Vijfde evangelie wordt na publicatie uiteraard hier en daar openbaar verbrand – vandaar ‘vuurevangelie’ -, want de christenen, en dan zeker de fundamentalisten onder hen, zien heus wel de gevaren van deze tekst voor hun geloof.

Precies zoals in Griepenkerls bedoeling lag: hij wilde, allereerst, financieel binnenlopen met dit Dan-Browneske-maar-dan-niet-verzonnen verhaal, maar hij wilde ook dit: ‘De in al hun onschuld vernietigende herinneringen van Malchus zouden radicaal een einde maken aan tweeduizend jaar poppenkast en de vlam van de rede ontsteken, en miljoenen spiritueel kreupelen zouden hun krukken wegwerpen en hun lot in eigen hand nemen.’ Tja, het loopt toch anders.

Het vuurevangelie is hier en daar niet onvermakelijk – met name het zouteloze geklep van Malchus, die een warhoofdige ouwehoer van jewelste blijkt, is eigenlijk wel geestig – maar zaagt nogal eens van dik hout planken. Het format bleek hier een nadeel: voor déze brisante stof had Faber beter een paar honderd pagina’s meer de ruimte en de nuance genomen.

Herman Jacobs

Partner Content