Hubert van Humbeeck

Deauville en verder

Rusland wil een platform voor overleg met West-Europa over veiligheidszaken. Verandert de strategische kaart van de wereld?

Het is niet ongewoon dat Franse en Duitse leiders in de aanloop naar een belangrijke Europese top wat afspraken maken onder elkaar. Het is ook niet ongewoon dat de andere lidstaten vervolgens klagen dat Europa op weg is om een soort directoire te worden, waarin de grotere lidstaten de wet dicteren. In de commotie die ontstond na de wandeling van Nicolas Sarkozy en Angela Merkel in Deauville werd bijna vergeten dat ze daar het gezelschap kregen van een derde, niet onbelangrijke regeringsleider.

De Russische president Dimitri Medvedev liep langs, om te zeggen dat hij de invitatie aanvaardt om over enkele weken de top van de NAVO in Lissabon bij te wonen. De alliantie wil er haar langverwachte, nieuwe strategische concept goedkeuren.

Het trio opperde in Deauville het idee om regelmatig met elkaar over veiligheidszaken te overleggen, en daar bij gelegenheid misschien ook Turkije bij te inviteren. Tegelijk wil Moskou graag op een formele manier betrokken worden bij het veiligheidsbeleid van de Europese Unie. Dat was overigens een idee van Angela Merkel.

Nicolas Sarkozy noemde Rusland twee weken geleden ‘een bevriend land’ en het altijd wantrouwige Polen werd het net met Moskou eens over een grote energiedeal. De tijden zijn duidelijk veranderd. In de zomer van 2008 botsten die landen nog frontaal over de oorlog in Georgië.

De Amerikanen bekijken die ontwikkeling ondertussen met enige argwaan. De afspraken van Sarkozy en Merkel met Medvedev staan ineens wel erg ver van het vertrouwde trans-Atlantische kader. Maar daar heeft Washington het ook enigszins naar gemaakt. Zeker Barack Obama maakte na zijn aantreden heel snel duidelijk dat de strategische prioriteit van de VS niet aan deze kant van de oceaan ligt. Europa mag nog mee de rekeningen betalen en soldaten leveren, maar de president stopte de voorbije twee jaar nauwelijks energie in de relatie met de oude bondgenoten. Zelfs Londen maakt zich tegenwoordig zorgen over de special relationship met Washington. Obama nam vorig jaar zelfs niet de moeite om voor de twintigste verjaardag van de val van de Muur even naar Berlijn te vliegen.

De president voelt zich meer bij Azië betrokken. Met de opkomst van China ligt daar ook de belangrijkste uitdaging voor de rol van Amerika in de wereld. Maar zijn politiek ten aanzien van Peking kan niet echt een groot succes worden genoemd. China doet gewoon zijn zin en dus voelt Washington zich verplicht om met Japan en Zuid-Korea een soort dam op te werpen tegen de Chinese expansie. Obama reist deze maand in een grote Aziatische tournee naar Tokio en Seoul, maar ook naar India en Indonesië – en duidelijk niet naar China.

Er zijn analisten in Washington die de houding van de president tegenover Europa kortzichtig en gevaarlijk noemen. Zij vinden dat de stabiliteit in de wereld een stevige trans-Atlantische band nodig heeft. Maar twee decennia na het einde van de Koude Oorlog is de strategische kaart van de wereld veranderd. Landen en blokken tasten elkaar af. De beledigingen die een deel van Europa ter wille van de oorlog in Irak van de Amerikanen moest slikken, zijn niet vergeten. Een reden te meer om zich niet nog een keer uit elkaar te laten spelen.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content