Colombia zou jaren aan een stuk duizenden jonge mannen omgebracht hebben om hen daarna te klasseren als ‘omgekomen rebellen’. Het land wou zo een positieve balans kunnen voorleggen in de strijd tegen de guerilla. Dat schrijft de Duitse krant Die Welt woensdag op haar site.
Om vooruitgang te kunnen melden in de strijd die het Colombiaanse leger al jaren voert tegen rebellen, zou het het onschuldige jonge mannen vermoord hebben. Het leger lokte hen met valse beloftes naar kritieke gebieden en vermoordde hen. In de statistieken staan ze aangegeven als ’terroristen’.
Een moeder wiens twee zonen in de val werden gelokt en vermoord, legt de schuld bij president Álvaro Uribe en diens mogelijke opvolger Juan Manuel Santos. Sinds 2006 was Santos ook al minister van Defensie en dat was net het hoogtepunt van de moorden.
In Soacho, een kleine voorstad van de hoofstad Bogota, alleen al verdwenen 23 mannen. Hiervoor werden 62 soldaten in voorlopige hechtenis genomen, waarvan er nu nog maar acht aangehouden blijven. Het aanhoudingsbevel van de anderen werd niet verlengd. Tot nu toe werd er niemand veroordeeld, noch zijn er ook maar enige schadevergoedingen aan de getroffen families betaald.
Top van de ijsberg Speciaal VN-gezant Philip Alston spreekt in het geval van Soacho over de ’top van de ijsberg’. Het leger maakte gebruik van een stimulerend systeem dat de soldaten premies, bevorderingen en speciale vakantiedagen beloofde. De legerleiding zou zichzelf daarna op de borst geklopt hebben met de positieve statistieken over de strijd met de guerillia.
Nog volgens het rapport van Alston zouden de moorden zich vlak na de aanstelling van Uribe als president over heel Colombia verspreid hebben. Precieze aantallen zijn er niet, maar ze zouden schommelen rond de 2.300 gevallen, volgens de Colombiaanse overheid. Alston meent dat het echte cijfer wel eens veel hoger kan liggen. Veroordelingen zijn er niet gebeurd aangezien de processen systematisch werden beïnvloed. Het rapport zegt dat maar liefst 98,5 procent van de verdachten zonder enige straf zijn vrijgekomen.
Volgens mensenrechtencommissaris van Colombia, Carlos Franco, die het probleem openbaar maakte, treft presidentskandidaat Santos zeker geen schuld. ” Hij heeft ervoor gezorgd dat het stopte”, klinkt het.
