Ismail Kadare – Het monster

In Het monster demonstreert Ismail Kadare hoe cynische machthebbers de massa met krachtige symbolen manipuleren.

Ismail Kadare (1936)
In 2005 won de Albanese schrijver Ismail Kadare (°1936) de internationale Man Booker Prize. De roman Het monster, die volgde op Kadares debuutroman De generaal van het dode leger, werd na publicatie in een Albanees tijdschrift (1965) op de zwarte lijst gezet. Het mocht pas in 1991 als boek verschijnen en is nu voor het eerst in het Nederlands vertaald.

In Het monster demonstreert Ismail Kadare hoe cynische machthebbers de massa met krachtige symbolen manipuleren.

Sfinxen, piramides, Chinese muren zijn in het werk van de Albanese schrijver Ismail Kadare eenvoudige en krachtige symbolen die een complexe werkelijkheid vaak meer verhullen dan samenvatten. Tot die symbolen behoort ook het paard van Troje, dat altijd opnieuw door het literaire universum van Kadare waart.

Dat paard is een angstmachine die politieke orde schept. In Kadares roman Het monster is de Constructeur, de maker van het paard, apetrots op zijn uitvinding: ‘Maar wat ik geschapen had, was iets geniaals, iets tussen werkelijkheid en droom, tussen het tijdelijke en het eeuwige. Het paard dat ik had doen verrijzen, was een machine met de benen in het mythische verleden en het hoofd in de moderne tijd.’

Kadares roman spant een boog van de Trojaanse oorlog zoals die door Homerus beschreven wordt tot het communistische bolwerk Albanië in de tweede helft van de twintigste eeuw.

Het monster opent met het opdoemen van een vrachtwagenwrak aan de rand van Tirana, een fenomeen dat de stedelingen verontrust omdat ze vermoeden dat zich in het voertuig misdadigers verbergen. Dat klopt. Want in de dichtgetimmerde laadbak verstoppen zich enkele outlaws die behalve algemene ook private redenen hebben om zich op de stad te wreken.

Een van die schurken is Maks, een cultureel werker die zijn ex-verloofde Lena wil vermoorden omdat ze hem op hun verlovingsfeest heeft laten zitten. De blonde Lena, die bang is dat ze wordt uitgehuwelijkt aan een man van wie ze niet houdt, heeft zich met plezier laten ontvoeren door Gent Ruvina, een student in de wijsbegeerte die geobsedeerd wordt door de geschiedenis van de Trojaanse oorlog.

Vanaf de eerste bladzijde ziet de lezer allerhande parallellen en symmetrieën opduiken: in Tirana speelt zich een liefdesdrama af dat een onthutsende overeenkomst vertoont met de Trojaanse ontvoering van de Griekse Helena, een gebeurtenis die drieduizend jaar geleden aanleiding gaf tot het tienjarig beleg van de stad Troje door de wraaklustige Grieken.

Maar achter het dubbele liefdesverhaal gaan allerlei ambivalenties schuil die in de loop van de vertelling schijnbaar terloops worden geanalyseerd. De student Gent Ruvina demystificeert de legende van het Griekse houten paard als een list die er alleen maar toe diende om een veel grotere list, in feite een misdaad, te verhullen.

In de versie van Homerus maken de Griekse aanvoerders, die in de buik van het paard hebben postgevat, de Trojaanse poorten van binnenuit open zodra de argeloze Trojanen het houten paard binnen de stadsmuren hebben gehaald. Maar in Kadares roman is de buik van het paard leeg, iets wat zelfs de gewone Griekse soldaten niet weten.

Zodra echter de Trojanen dat lege paard hebben binnengehaald, vertellen de Griekse leiders aan hun soldaten dat zich een Grieks commando in de buik van het paard en dus reeds in het onneembaar geachte Troje bevindt.

Het effect van die leugen is enorm, want door dat opbeurende nieuws worden de Griekse soldaten opgezweept tot een allerlaatste vreselijke aanval, waarbij Troje met de grond gelijk wordt gemaakt: ‘Het was deze aanval waarmee Troje werd ingenomen. In werkelijkheid waren de poorten van de stad door niemand van binnenuit geopend, maar in het tumult van de strijd werd dat door niemand opgemerkt.’

In Kadares versie van de Trojaanse oorlog dient het houten paard om de aandacht af te leiden van de toedracht dat een Griekse delegatie met de Trojanen een vredesovereenkomst heeft afgesloten die de Griekse leiders niet van plan zijn na te leven.

Die woordbreuk is in Het monster dé grote list die de Grieken te allen prijze geheim willen houden, omdat het uitlekken ervan de fundamenten van de Griekse staat en de internationale rechtsorde aan het wankelen zou brengen: ‘Als zij hun afspraken niet nakwamen zouden ze niet alleen gezichtsverlies lijden tegenover de buitenwereld, maar ook tegenover het Griekse volk zelf…’

Het monster is een krachttoer. Op een plastische manier onthult Kadare hoe cynische machthebbers de massa met simpele symbolen manipuleren. Deze tijdloze les in staatkunde, die een grandioos inzicht biedt in de anatomie van de macht, is verpakt in een met stilistische bravoure neergezette liefdesgeschiedenis die als een thriller leest.

Ismail Kadare, Het monster
Vertaald door Roel Schuyt
Uitgeverij: Van Gennep, Amsterdam.
Aantal pagina’s: 191
ISBN: 978-90-551-5892-8

Piet De Moor

Partner Content