Ludo Bekkers

Collectie Clouzot onder de hamer

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

De veiling Clouzot is geen uitzondering in Parijs want in 2009 ging de collectie Bergé-Yves Saint-Laurent er al onder de hamer en in september was het de beurt aan de verzameling van Hélène Rochas.

De Franse cineast Henri Georges Clouzot (1907-1977) is de auteur van belangrijke films zoals Le Corbeau (1943), Quai des Orfèvres (1947), Le Salaire de la Peur (1953), Les Diaboliques (1955) en de beroemde documentaire Le Mystère Picasso (1956) waarin we de meester dwars door een glazen plaat een werk zien uitvoeren Het was slechts door intimi bekend dat de cineast tevens een verwoed verzamelaar was.

Curieus detail : hij had ook ambities om zelf te schilderen en vroeg daarbij raad aan zijn vriend Georges Braque. Maar dat pad heeft hij niet verder bewandeld. Het was dan ook niet te verwonderen dat hij de film over Picasso wilde realiseren en er in Cannes de Gouden Palm mee behaalde. Bovendien is het opmerkelijk voor de aandachtige toeschouwer dat in veel van zijn films kunstwerken opduiken.

Eigenlijk was hij in de kunst geïntroduceerd door zijn oom Henri Clouzot die verzamelaar was van Afrikaanse en Oceanische kunst. Toen hij genoeg geld had verdiend met zijn films kon hij zich veroorloven om zelf kunstwerken te gaan verzamelen, Afrikaanse en moderne. Zijn collectie wordt op 1 december geveild bij Christie’s in Parijs. Na zijn overlijden erfde zijn tweede echtgenote Inès de collectie en in de laatste jaren van haar leven had zij beslist dat de werken zouden geveild worden ten bate van de “Secours Catholique” conform aan haar religieuze overtuiging. Inès overleed in 2011.

In de veilingcatalogus werden zestig loten gecatalogeerd in twee onderscheiden groepen. In de eerste vinden we werken van avant-garde kunstenaars uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Een grote gouache van Robert Delaunay uit 1917-1918 op het thema van het voetbal., een kubistische collage “Danseuse” van Henri Laurens uuit 1915 en twee werken van Braque waaronder een van zijn beste stillevens uit 1952 dat geschat wordt tussen 200 à 300 duizend euro. In de tweede groep die veel omvangrijker is vinden we werken van kunstenaars die na de tweede wereldoorlog en vogue waren : Vieira da Silva, Atlan, Soulages, Hartung, Bissière en vooral Tapiès die vertegenwoordigd is met twee belangrijke werken uit 1956 en 1958. Ze worden respectievelijk geschat tussen 300 en 600 duizend euro.

Maar het topwerk is zonder twijfel het schilderij “Corps de Dame” van Dubuffet uit 1950 waar men denkt 1 tot 1,5 miljoen euro voor te vangen. Blijft de vraag waarom er geen Picasso’s in de collectie waren behalve enkele prenten uit 1955 en twee kleine kleurtekeningen uit 1956, het jaar waarin de film gedraaid werd. Was Picasso gierig of klikte het niet bijzonder tussen de twee kunstenaars? Feit is dat iemand zoals de surrealistische dichter Paul Eluard wel op zijn vrijgevendheid kon rekenen. Misschien was het omdat de literator financiële problemen kende of omdat hij, zoals de schilder, communistische sympathieën had. Het kan ook zijn dat Picasso het niet nam dat Clouzot bevriend was met Braque met wie hij in onmin leefde.

De veiling Clouzot is geen uitzondering in Parijs want in 2009 ging de collectie Bergé-Yves Saint-Laurent er al onder de hamer en in september was het de beurt aan de verzameling van Hélène Rochas. Zo verhuizen privé verzamelingen stilaan maar zeker naar andere kunstamateurs maar gaan ze ook verloren voor het publiek, tenzij musea ze kunnen verwerven. Maar, gelet op de huidige precaire financiële situatie, lijkt die kans klein.

Ludo Bekkers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content