Walter Pauli

Oorlogsretoriek

Het is een redelijk recent fenomeen: grote bedrijven die de Belgische regering onverholen afdreigen. Zoals, opnieuw, Electrabel.

Vorige week liet Electrabel weten dat het niet meer zal investeren in het Belgische energienet: ‘Wij zijn niet verantwoordelijk voor de leverzekerheid van elektriciteit in België. Wij zijn dat alleen voor onze klanten. Gezien het huidige klimaat zullen we zeker geen nieuwe investeringen doen in België.’ Gezien het huidige klimaat: daar gaat het om. En het is Electrabel niet te doen om de opwarming van de aarde. Wel om de verhitting in Brussel.

Het bedrijf zegt: als de federale regering geen ‘vriendelijker’ klimaat schept voor Electrabel, voelt Electrabel zich ontslagen van elke maatschappelijke verplichting. Ook al gebeurt er een groot malheur: dat is de zaak van bevoegd minister Johan Vande Lanotte, bij uitbreiding van de regering-Di Rupo. Niet van Electrabel

Het is een bijzonder agressieve opstelling. Het is amper voor te stellen dat andere bedrijven (hamburgerketens, frisdrankproducenten, de farmaceutische sector, …) er prat op zouden gaan dat zij ‘niet verantwoordelijk zijn’ voor het algemeen belang, weze het onze gezondheid of het leefmilieu.

De ongehoorde strategie van Electrabel heeft zijn redenen. Het bedrijf gaat niet akkoord met het energiebeleid van Di Rupo I, en dat is een hoeksteen van de regeringspolitiek: een lagere energiefactuur is een conditio sine qua non voor het in bedwang houden van prijzen en kosten, zowel voor burgers als voor de bedrijven. En dus valt Electrabel de regering aan. Net niet woordelijk, maar veel scheelt dat niet meer. Cynici denken dan: het zou Electrabel zelfs niet slecht uitkomen, een kleine panne, toevallig op een strategisch ogenblik, een week voor de gemeenteraadsverkiezingen of zo.

Electrabel reageert zo venijnig omdat het zich geviseerd voelt. Strikt genomen is dat ook zo. Dat hoeft ook niet te verwonderen. Jarenlang veranderde er aan het Belgische energiebeleid niets zonder het fiat van Electrabel. Omgekeerd werd met de regeringen weinig rekening gehouden, met de klanten nog minder. In de beste Franse traditie stelde Electrabel zich ook in België op als: ‘l’état, c’est moi.’ Men kan het een consequente bedrijfspolitiek noemen, maar evengoed een halsstarrige houding.

Daarvoor betaalt Electrabel vandaag de prijs. Niet alleen is deze regering gestopt met de aloude ‘preferentiële behandeling’, ze voert ook een beleid dat tegen de belangen van Electrabel ingaat. Zo ziet de energiereus zich opeens verplicht ook aan zijn kleine klanten forse prijsverlagingen toe te kennen. De top van Electrabel vat dat ‘persoonlijk’ op. En dat is fout. In deze verschroeiende economische crisis krijgt de Belgische regering immers niet langer aan haar publieke opinie uitgelegd waarom onze energie zo veel duurder is dan elders. En dat prijsverschil is toch in aanzienlijke mate de schuld van Electrabel. Als iedereen moet inleveren, wordt de graaicultuur van enkelingen niet langer getolereerd. Vandaar dat de Belgische regering ook het energiebeleid bij de tijd brengt.

Zeker, het staat Electrabel vrij daarop te reageren. Ook door te kiezen voor oorlogsretoriek. Het zij zo. Een bedrijf dat wil strijden tegen de tijdsgeest: het lijkt bij voorbaat een verloren zaak.

Walter Pauli

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content