Sinds de blessure van László Köteles midden september werpt Kristof Van Hout zich steeds nadrukkelijker op als titularisdoelman bij Genk. Maar de Hongaarse keeper is weldra weer fit. En wat dan?
“Het belangrijkste is dat we met Genk punten pakken. Natuurlijk sta ik veel liever op het veld dan dat ik op de bank zit, maar wat er moet gebeuren wanneer Köteles weer fit is, zien we wel als het moment daar is. Ik ben tevreden met de wedstrijden die ik tot nu toe speelde”, aldus Kristof Van Hout in Sport/Voetbalmagazine.
Van Hout gelooft in zijn eigen kwaliteiten om de concurrentiestrijd met Köteles aan te gaan: “Ik heb nu meer ervaring. Ik leef rustiger toe naar een wedstrijd. Bij Standard heb ik niet veel gespeeld, maar wel Champions League en Europa League meegemaakt, weliswaar als tweede doelman, maar je leert toch iets inzake druk rond een wedstrijd.”
“Als jongen die van Kortrijk kwam, met amper drie competitiematchen in de benen, was dat allemaal nieuw. De organisatie, de benadering van media: daar ben ik toen van geschrokken, maar van die ervaringen pluk ik nu de vruchten.”
Werken op details
Wel werkt hij met de Genkse keepertrainer Guy Martens nog elke dag op de details om beter te worden, zo vertelt Van Hout verder in Sport/Voetbalmagazine.
“Door mijn lengte (2m08, nvdr) moet ik bijvoorbeeld veel aandacht besteden aan mijn voetenwerk. Onder Guy leer je ook dat je door als doelman een bepaalde positie in te nemen, je de tegenstander kunt dwingen een bepaalde actie te ondernemen. Hoe beter je positie, hoe minder echte reddingen je moet doen. Een bal sneller onderscheppen is een belangrijk punt voor Guy Martens. Meespelen op diepteballen in de rug van de verdediging. Dat anticiperen, daar zijn we hard mee bezig.” (MS)
