Kort door de bocht

Hoe moeten we de banken voor de crisis laten betalen?

Hij zou de banken wel eens mores leren. Niets meer of minder dan een run on the bank zou die dikgenekte bankiers op hardhandige wijze herinneren aan wie er eigenlijk koning is, in de relatie met de consument. Eric Cantona, ex-voetballer, had voorgesteld dat spaarders over de hele wereld op 7 december hun spaargeld van de bank zouden halen. Als zelfs maar een paar procent van de spaarders op die uitnodiging zouden ingaan, zou dat het internationale banksysteem minstens aan het wankelen brengen, zoniet helemaal doen instorten. Net goed, eigen schuld dikke bult. Daarmee zouden Cantona en de zijnen — en wie heeft er géén geld verloren aan de roekeloosheid van de bankiers? — eens flink hun gram halen.

Dat de oproep van Cantona ernstige risico’s voor het bankwezen inhield, staat buiten kijf. Dat is ook waarom wereldwijd op zijn oproep gereageerd werd, niet alleen door bankiers maar ook door specialisten die boven alle verdenking stonden. De spaarder zou in zijn eigen voet schieten. Immers, zelfs de meest gezonde bank laat de spaardeposito’s niet in de kluis liggen voor mochten de spaarders ineens allemaal samen hun geld weer opvragen. Waarmee zouden ze dan de rente kunnen betalen? Maar goed, dat verhaal is kennelijk bekend, want van de bankrun kwam niets in huis. In ons land merkten de banken geen enkele opvallende stijging in het aantal opvragingen. En zelfs Cantona bleek uiteindelijk geen zin meer te hebben om zijn tegoeden op te halen.

Is dit daarom slechts een verhaal van voetballer-blijf-bij-je-leest? Of is het een verhaal over burgers die niet meer goed begrijpen hoe hun instellingen werken? En daarom uit pure balorigheid zelfs datgene kapot zouden slaan wat voor hun inkomen zorgt? Vraag is wie onze structuren wél nog begrijpt. Einde 2009 liet onze minister van Financiën himself een wet goedkeuren die ‘de banken’ voor de crisis ging laten betalen. De bankentaks zou, godbetert, berekend worden in functie van de hoeveelheid spaargeld die de banken beheerden. Dat verraste vriend en vijand. Want een cruciale factor in de hele bankencrisis, zeker in ons land, was dat sommige banken hun risico’s tomeloos hadden opgedreven door zich net niet met spaargeld te financieren, maar op de (veel goedkopere) interbankenmarkt. Voor de minister was het allemaal om het even: kennelijk ging het hem niet om de bestraffing van banken die voor de crisis verantwoordelijk waren geweest, maar om wat de taks voor de begroting zou opbrengen. Febelfin, de bankenfederatie, mocht zelf een alternatief voorstel uitwerken, als het maar evenveel opbracht. Met andere woorden: schuldigen en onschuldigen moesten het onder elkaar maar uitvechten. Ondanks alle kritiek op die perverse manier van werken, heeft de minister tot op vandaag niets aan zijn demarche veranderd. Febelfin zou naar eigen zeggen een alternatief voorstel klaar hebben, maar kan daar niets mee aanvangen omdat een regering ‘in lopende zaken’ geen wet kan wijzigen.

Het punt is dat net in een vrije markt de wet moet beslissen wat een gezonde manier van werken is, en wat tot de junglepraktijken behoort. In tegenstelling tot de run on the bank van Cantona is de bankentaks wel degelijk de goede plek om de banken ‘mores’ te leren, letterlijk, in de zin van ‘goede manieren’. En zelfs als een minister momenteel geen wet kan veranderen: het parlement kan dat wel.

Luc Baltussen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content