Fotografie: De Apartheid van Roger Ballen

Roger Ballen is een curieuze figuur met een vreemd curriculum.

In New York werd hij geboren (1950), zijn moeder werkte er voor het beroemde Magnum agentschap en runde daarbij een fotogalerie.

Ze toonde er werk van Edward Steichen, Cartier-Bresson, Paul Strand en andere iconen van het medium. Zo groeide zijn belangstelling voor de fotografie maar zijn moeder, die het okee vond, poneerde wel dat je er je brood niet mee kon verdienen. Dus werd het een studie geologie aan de universiteit van Berkeley met specialisatie mijnbouwkunde. Foto’s kon je dan wel in je vrije uren nemen, dacht hij.

Zijn mastertitel behaalde hij met succes en de open dissidente geest van de universiteit dreef hem naar de betogingen van de activisten tegen de oorlog in Vietnam. Hij realiseerde er zijn eerste serieuze foto’s. Welstellend van huize uit en progressief via de universiteit trok hij, als rugzaktoerist voor vijf jaar op een wereldreis die in 1974 eindigde in Zuid-Afrika. In 1982 keerde hij er terug als geoloog in de ontginningsindustrie en professioneel rondreizend op zoek naar mineralen ontdekte hij aspecten van het land die voor de rest van de wereld onbekend waren.Ver buiten de steden vond hij een doodarme blanke bevolking die leefde op de rand van het bestaan.

Enigszins vergelijkbaar met wat destijds in Duitsland August Sander deed, een inventaris samenstellen van de verscheidenheid binnen het Duitse ras, verzamelde Ballen portretten van arme landbouwers, arbeiders en werklozen. Verpauperde types die ook fysiek weinig innemend waren maar fotografisch aantrekkelijk. Het is daarbij niet helemaal duidelijk of hij een sociologisch fenomeen openbaar wilde maken of louter fotografisch dacht. Feit is dat de beelden hier en daar op exposities werden getoond en de indruk was zo overweldigend dat er een boek over verscheen, “Platteland, Images from rural South-Africa”. In het thuisland werd het niet gesmaakt want de conservatieve nazaten van oom Krüger, blank en welvarend, vonden dat de fotograaf het imago van hun land had besmeurd door mensen te tonen die in hùn wereld niet thuis hoorden evenmin als de zwarten. Maar Ballen repliceerde dat de idyllische droom van de bevoorrechte blanken haaks stond op de brute realiteit en dat zo bewezen werd dat het bestuurlijk sisteem faalde.

Zijn bedoeling was dus niet om zuivere fotografie te bedrijven maar er een maatschappelijke dimensie aan te geven.

Ondanks de controverse of net daardoor was meteen zijn reputatie als fotograaf gemaakt, hij liet de geologie voor wat ze was, kocht een nieuwe 6 x 6 camera en ging zich nu volledig aan de fotografie overgeven. Niet zonder resultaat overigens want de naam Ballen klinkt nu, vanuit Zuid-Afrika, als een klok over de hele fotowereld. De bron die hij spontaan had aangeboord droogde niet op en zijn inspiratie vloeide verder binnen de rurale gemeenschappen. De mensen, hun woningen, de dieren werden allemaal blijvende onderwerpen. Maar op een gegeven moment gebeurde er iets merkwaardigs. Hij begon zijn foto’s te regisseren wat hij al vroeger en minder expliciet had gedaan door de personages bewust dicht tegen grauwe muren te plaatsen waar ze visueel niet van loskwamen als een metafoor voor een virtuele gevangenschap.

Binnen in hun schamele verblijven (je kan het bezwaarlijk woningen noemen) viel zijn oog op details die de moedeloosheid van de bewoners illustreerde. Loshangende elektriciteitsdraden, verkreukelde prenten aan de afbladderende muren, goedkope allerhande parafernalia die slordig rondslingerden. Dat bracht hem op het idee om combinaties te zoeken waarbij voorwerpen en personen verweven werden. Hij construeerde zelf ijle objecten met metaaldraad en verweefde die met menselijke figuren. Het waren geen reportages meer maar composities met de woningen als decor die er de authenticiteit van respecteerden. Hij toonde daarbij zijn talent om ongewone relaties tussen objecten, mensen, hun vormen en hun voorkomen bloot te leggen. Het werden haast psychologische experimenten of absurd theater.

Trouwens koos hij voor een aantal van die foto’s een plaats waar zwakzinnigen woonden met alle respect voor hun qankele persoonlijkheid. Nog recenter zocht hij de grens op van de fotografie en de beeldende kunst. De beelden werden vrijwel helemaal picturaal of sculpturaal.

De mensen of dieren die er in getoond werden kan men ervaren als figuranten in een surrealistisch theaterstuk dat hijzelf regisseerde. In de fotografie is het een volstrekt persoonlijke manier om ontypische sociologische waarnemingen om te zetten in wit/zwart beelden . Hoe theatraal of sculpturaal die ook mogen lijken, toch getuigen ze van een zeker mededogen met het lot van de minsten onder de minderen in een land dat anderzijds fier uitpakte met de verblindende organisatie van de wereldbeker voetbal.

Ludo Bekkers


Tentoonstelling “Retrospectieve Roger Ballen, Brussel, BOZAR nog tot 26 september.




Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content