Patrick Martens

Grijsgedraaid

De waarschuwingen over de oplopende kosten van de vergrijzing zijn nu genoeg herhaald. Tijd om er ook echt iets aan te doen.

‘Iedereen ziet de schok al jaren aankomen.’ De frustratie in het commentaar Guy Quaden valt moeilijk weg te cijferen. Naast gouverneur van de Nationale Bank is hij ook voorzitter van de Studiecommissie voor de Vergrijzing. Het negende jaarverslag van die commissie sinds 2002 stelt dat de sociale uitgaven tegen 2060 oplopen tot 31,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp).

Ze zullen dan met andere woorden al bijna een derde opslorpen van de welvaart die we met z’n allen in een jaar produceren. Dat is voor het grootste deel toe te schrijven aan extra kosten door de vergrijzing van de bevolking. In 2060 zullen de gezondheidszorg en de pensioenen goed zijn voor ruim 80 procent van de sociale uitgaven.

De kostenramingen van de Studiecommissie voor de Vergrijzing liggen elk jaar hoger. Maar talloze economen hebben al gewaarschuwd dat ze nog veel te rooskleurig zijn. Reden: ze steunen op hypothesen over een toename van de productiviteit, een groei van de economie en een daling van de werkloosheid, die op geen enkele manier bevestigd worden door de evoluties ter zake tijdens de voorbije decennia in ons land. De oplopende projecties van de Studiecommissie voor de Vergrijzing hebben er trouwens voor een deel mee te maken dat ze die hypothesen in haar opeenvolgende jaarverslagen zelf naar beneden heeft bijgesteld.

Maar niet alleen de commissie loopt zo achter de feiten aan. De politiek doet dat minstens even hard. Niemand ontkent nog dat in de paarse periode van Guy Verhofstadt (Open VLD) en onder de regeringen van de christendemocraten Herman Van Rompuy en Yves Leterme niets in huis is gekomen van de ‘budgettaire strategie’ om overschotten opzij te leggen om de kosten van de vergrijzing te financieren. Ook in nabije toekomst zal dat niet gebeuren.

Integendeel, het zal al alle hens aan dek zijn om de budgettaire kraters die door de financiële en economische crisis werden geslagen weer te dichten en zo de overheidsschuld opnieuw onder controle te krijgen. En zelfs als een nieuwe federale regering daar tegen 2015 in slaagt, zal ze op dat moment een vijfde van de extra uitgaven voor de vergrijzing niet kunnen dekken. Die sombere berekening komt van Frank Vandenbroucke (SP.A).

De boodschap van de Studiecommissie voor de Vergrijzing, met inbegrip van de remedies (meer economische groei en langer werken), is intussen blijkbaar zo grijsgedraaid dat niemand van de ontslagnemende regering-Leterme II vorige week tijd had om haar nieuwe jaarverslag in ontvangst te nemen. Dat verhinderde niet dat vier PS-excellenties (Laurette Onkelinx, Michel Daerden, Philippe Courard en Jean-Marc Delizée) op een informele Europese Raad van Sociale Zaken in Brussel hun EU-collega’s de les spelden met hoogdravende beschouwingen over meer sociale bescherming en waarborgen voor de financiële houdbaarheid van hogere pensioenen. In hun beleidsparcours van de afgelopen jaren was nauwelijks een spoor terug te vinden van initiatieven die voor ons land effectief in die richting wijzen. Hun opvolgers mogen eindelijk hun mouwen opstropen.

Patrick Martens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content