Waarover praat de Vlaamse huiskamer? (Paul Delva)

Meer dan 70% van de Vlaamse scholieren spreekt thuis nooit of bijna nooit over maatschappelijke onderwerpen.

Beleid en media besteedden de laatste dagen heel wat aandacht aan een internationale, vergelijkende studie over het onderwijs. Maar liefst 38 regio’s of landen namen aan dit onderzoek deel. De resultaten ervan waren voor het Vlaams onderwijs opvallend: wat kennis en kennisoverdracht betreft, scoort het goed (dit ligt trouwens in het verlengde van de zgn. Pisa-enquêtes).

Daarentegen scoren de Vlaamse scholieren gemiddeld slechter dan hun leeftijdsgenoten wat betreft democratische en maatschappelijke attitudes. Zo staat de Vlaamse leerling, samen met zijn Nederlandse lotgenoot, het meest terughoudend tegenover de multiculturele samenleving en de immigranten, gelooft hij minder dan gemiddeld in democratie en democratische waarden, en ziet hij het nut niet (of niet meer) in van geschiedenis of politiek.

Het meest opmerkelijke resultaat van het onderzoek haalde echter amper de media of het parlementair debat, nl. de vaststelling dat deze negatieve elementen een verlengstuk krijgen in, of een afspiegeling vormen van, de Vlaamse huiskamer. Meer dan 70% van de Vlaamse scholieren spreekt thuis nooit of bijna nooit over maatschappelijke onderwerpen. Bij hun West-Europese leeftijdsgenoten bedraagt dit cijfer iets meer dan 50%. Wat zich dus op school afspeelt, speelt zich ook thuis af, en omgekeerd. Het gebrek aan maatschappelijk en politiek debat, en aan belangstelling voor sociale kwesties, zit dus niet alleen in onze scholen, maar verspreidt zich in onze hele Vlaamse samenleving, tot in de huisgezinnen toe.

Dit is een verontrustende evolutie. De kwaliteit van de samenleving van morgen stoelt immers op de kwaliteit van de ideeën en de debatten van vandaag. Is dit het Vlaanderen, waar vele generaties voor ons aan de weg getimmerd hebben, van droomden ? Zovele bewogen Vlamingen hebben zich ingezet om van Vlaanderen en haar hoofdstad een baken te maken van dialoog en van cultuur, van sociale bewogenheid en maatschappelijk debat. Vandaag zien we dat onze scholieren – door de band genomen – niet goed scoren in het zgn. “actieve burgerschap”, en dat in het gros van de gezinnen het maatschappelijk debat tussen ouders en kinderen opdroogt. Het geeft ons misschien een idee van waar Vlaanderen morgen zal staan, en, belangrijker nog, waarvoor het zal staan…

Op onderwijsvlak beschikt de overheid over een aantal hefbomen om te werken aan de democratische en maatschappelijke attitudes van de scholieren : denken we maar aan een verstrakking (of minstens een andere inkleuring) van de eindtermen in dit verband. Ook de duurtijd of en aangepaste invulling van de lerarenopleiding kunnen ter sprake komen. Wat zich bij de gezinnen thuis afspeelt, is natuurlijk andere koek. De overheid weet maar al te goed dat het hier bijzonder weinig impact op heeft. Op zich een goede zaak natuurlijk. Maar het versterkt wél nog het appèl aan ons allemaal, aan onze vele culturele en sociale verenigingen, aan iedereen die vandaag vorm wil geven aan morgen, om het debat over maatschappelijke items opnieuw aan te zwengelen. We mogen ons niet neerleggen bij de afkalvende debatcultuur en de verminderde interesse voor maatschappelijke vraagstukken.

Vlaanderen, en de vele Vlamingen die gedurende decennia lijnen hebben getrokken voor de Vlaamse samenleving, verdienen beter.

(Paul Delva, Vlaams Parlementslid, CD&V)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content