De Vraag van De Vadder

Hoe Guy Verhofstadt ei zo na kritisch werd aangepakt.

De vraag brandde al een week op onze lippen. Al sinds Guy Verhofstadt als liberaal fractieleider in het Europees parlement tekeer was gegaan tegen de manier waarop Frankrijk de collectieve deportatie van Roma-zigeuners organiseert. ‘De waarden van Europa zijn in gevaar’, sprak Verhofstadt. ‘Wat in Frankrijk gebeurt, is onaanvaardbaar. De Roma zijn Europese burgers.’ Dat laatste zei hij heel langzaam, met veel gevoel voor drama, als betrof het een overtuiging waarvan hij al zijn hele leven ten diepste doordrongen is.

Een hele week ging voorbij zonder dat iemand dé vraag stelde, die ene noodzakelijke vraag waaruit moet blijken dat Verhofstadt misschien toch eens in eigen boezem moet kijken alvorens hij de rest van de wereld de les spelt. Integendeel, onze oud-premier werd in de vaderlandse media getrakteerd op een acute heiligverklaring. Da Joenk bestormt Europa, titelde De Standaard afgelopen weekend zelfs boven een artikel dat lichtjes overdreef qua idolatrie.

Toen wij vernamen dat Verhofstadt zondag te gast zou zijn in De zevende dag, durfden wij te hopen dat alles nog niet verloren was. Bij de herlancering van het zondagse praatprogramma had Ivan De Vadder een paar weken geleden immers nadrukkelijk verkondigd dat hij er de zweep zou opleggen en zelfs ‘de controverse’ niet uit de weg zou gaan. En dus maakten wij ons sterk dat hij de mediaweek zou goedmaken door de vraag der vragen wél te stellen.

En dat deed hij ook. Helemaal in het begin van het gesprek, zelfs. Verhofstadt had nog maar net uitgelegd hoe schandelijk hij het Franse uitwijzingsbeleid vindt, of De Vadder nam het woord en zei: ‘Uitwijzingen gebeuren overal. U hebt destijds zelf uitwijzingen…’ Verder kwam De Vadder helaas niet, want Verhofstadt ging er meteen autoritair overheen: ‘Op individuele basis, wanneer het gaat om criminele figuren, is dat geen enkel probleem.’ Meteen was het gesprek om zeep: Verhofstadt kreeg de rode loper en De Vadder kwam er niet meer toe om zijn vraag af te maken.

Jammer. Maar niet getreurd. Ziehier de volledige vraag: ‘U hebt destijds zelf uitwijzingen van Roma georganiseerd, is het niet, mijnheer Verhofstadt? Eind 1999, toen u eerste minister was, werden tientallen Roma-zigeuners in Gent onder valse voorwendsels naar het politiekantoor gelokt, een paar dagen opgesloten en vervolgens collectief gedeporteerd naar Slovakije. (die laatste woorden mogen heel langzaam worden uitgesproken, met veel gevoel voor drama – ‘Collectief. Gedeporteerd. Naar. Slovakije.’) U zult zich herinneren, mijnheer Verhofstadt, dat België hiervoor werd veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Dat Amnesty International in haar jaarrapport schreef dat de bewuste asielzoekers ‘werden gediscrimineerd op grond van hun etnische identiteit’ (‘Hun. Etnische. Identiteit.’) en dat de asielprocedure ‘niet onpartijdig’ was toegepast. U zult zich herinneren dat diverse vluchtelingenorganisaties zich afvroegen ‘waarom in het Belgische verwijderingsbeleid telkens weer dezelfde bevolkingsgroep geviseerd wordt’. (‘Telkens. Weer. Dezelfde. Bevolkingsgroep.’) Kortom, mijnheer Verhofstadt, wat doet president Sarkozy nu precies wat u ruim tien jaar geleden als premier niet zelf hebt laten gebeuren?’

Joël De Ceulaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content