Rudi Rotthier

Moefti en maulana (deel 1)

Moefti Kifayatullah is een man met gevoel voor humor en superioriteit.

‘He’, vraagt de moefti, tijdens een van de allerlaatste avonden van de ramadan: ‘vast jij wel?’ Hij serveert appels en druiven en koekjes en cola.

Neen.

‘Dan ben jij als een kind. Onze kinderen vasten evenmin.’

Moefti Kifayatullah (zie ook Knack magazine van 15 september), woordvoerder van de religieuze partij Jamiat Ulema-e-Islam in het provinciaal parlement in Peshawar, is een man met gevoel voor humor en superioriteit. Hij tut zich op als er foto’s gemaakt worden, hoewel een recente schouderbreuk het hem moeilijk maakt zich te verkleden. Hij draagt de kleren zoals de profeet die droeg, beweert hij. Voor de foto dan toch.

Soms is het niet duidelijk waar de grap eindigt en de schrijnende ernst begint. In zijn mobiel telefoonnummer zitten de getallen 9/11 naast elkaar verwerkt. Toen er in het parlement over geboortebeperking werd gedebatteerd, verklaarde hij zijn oppositie met het argument dat de islam zoveel mogelijk moedjahedin, strijders, nodig heeft.

Wij houden van christenen, zegt hij. ‘Wij noemen onze zonen en dochters Isa en Maryam, Jezus en Maria. Zou jij je zoon Mohammed noemen? Wie is dan tolerant? Wie is dan open van geest? Jullie?’
Ik zeg hem dat ik mijn zoon evenmin Jezus zou noemen.
Het christendom is een onvolwassen vorm van de islam, suggereert hij. Zoals ik me, door tijdens de ramadan niet te vasten, gedraag als een onvolwassen moslim. Qua filosofie is er geen verschil – het enige verschil is dat de islam ook politiek is, de maatschappij wil ordenen.

De islam is een godsdienst van vrede, het westen en het christendom zoeken inmenging en uiteindelijk oorlog in moslimlanden. ‘Is het te veel gevraagd om ons toe te laten onze eigen zaken te beredderen?’

Ik werp tegen dat de vorige paus een prominent tegenstander was van de oorlog in Irak.

‘Dat geloof ik niet. Daar heb ik nooit iets over gehoord.’

Ik beloof dat ik hem artikels zal sturen met de verklaringen van de paus.

‘De paus zegt dat zomaar. Meent hij het ook? Kijk naar de daden. Het christendom gedraagt zich agressief.’

En als moslims aanslagen plegen tegen minderheden?

‘Waarom zouden moslims zoiets doen? Het druist in tegen onze godsdienst.’

Maar het gebeurt wel.

Hij laat het bandje stilleggen en geeft een samenzweringstheorie om die aanslagen te verklaren. ‘Men wil ons in een slecht daglicht stellen.’

En dat de Taliban, die hij geestgenoten noemt, meisjesscholen systematisch vernietigen is een leugen. ‘Als een heel dorp in de oorlog vernietigd is, zien jullie alleen dat de meisjesschool aan diggelen ligt. Maar dat het ziekenhuis en de jongensschool ook vernield werden, wordt niet belicht. Ik wil juist meer geld om scholen, ook voor meisjes, te kunnen bouwen.’

Demagogie en gebrek aan feitenkennis gaan hier moeiteloos samen. Maar het klinkt overtuigd, en overtuigend.

Soms klinkt hij zelfs realistisch.

Na afloop glundert mijn tolk. Hoewel hij voor de seculiere ANP stemt, ‘kan ik niets vinden in het betoog van moefti sahib waarmee ik het oneens ben.’

Rudi Rotthier

Met dank aan Fonds Pascal Decroos



Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content