Een politiek van het geluk

Zouden politici niet actiever moeten nadenken over en maatregelen treffen die bijdragen tot het welzijn, en niet enkel de welvaart, van de burger?

De voorbije week kwamen er twee van elkaar losstaande feiten in het nieuws die bij nader inzien misschien toch wel naast elkaar horen te staan.

Ten eerste was er het opmerkelijke nieuws dat Tele-Onthaal tijdens de periode van 5 tot 20 juli dit jaar 18 procent meer hulpvragen kreeg dan tijdens diezelfde periode vorig jaar.

Er werden verschillende verklaringen geopperd: het uitzonderlijk warme weer dat mensen binnenshuis hield, de afwezigheid van vrienden en kennissen tijdens de vakantie, slechte nachtrust die het piekeren deed toenemen… De constante factor in al deze verklaringen is eenzaamheid.

De dagelijkse babbel met de buren, het telefoontje naar moeder, vader, broer of zus, de wekelijkse bijeenkomst op de sportclub… het lijken verwaarloosbare momenten maar ze zijn eigenlijk levensnoodzakelijk.

Sociale contacten zijn een essentieel ingrediënt van subjectief welbevinden, naast de vervulling van meer fysieke noden zoals eten, drinken en huisvesting. Psychologen en andere hulpverleners weten dit natuurlijk al lang. Vraag is of deze wetenschap ook door politici ten volle naar waarde wordt geschat.

Filosofen, psychologen en sociologen discussiëren reeds een paar decennia over de mogelijkheid en wenselijkheid van een zogenaamde politiek van het geluk. Zouden politici niet actiever moeten nadenken over en maatregelen treffen die bijdragen tot het welzijn, en niet enkel de welvaart, van de burger?

Tot op zekere hoogte doen ze dit al. Een goed werkend systeem van sociale zekerheid bijvoorbeeld is onmiskenbaar gestut door een politieke bekommernis om het geluk van mensen. Sommige ‘geluk-onderzoekers’ zoals de Nederlander Ruut Veenhoven vinden echter dat de staat verder moet durven gaan.

Als uit onderzoek bijvoorbeeld zou blijken dat gehuwde mensen gelukkiger zijn dan alleenstaanden, dan zou een regering maatregelen moeten treffen die het huwelijk promoten. Velen vinden deze staatsinmenging paternalistisch en in strijd met de individuele vrijheid. Bovendien valt het te betwisten of geluk wel een meetbaar, laat staan maximaliseerbaar product is. Maar een staat kan zich beperken tot maatregelen die stimuleren in plaats van opleggen, en dus de individuele vrijheid respecteren.

En een maatregel kan zich richten op die algemene goederen waarvan het belang door wetenschappers unaniem beaamd wordt. Een van die basale, fundamentele geluksfactoren is sociaal contact.

En dit gegeven roept vragen op over een tweede nieuwsfeit van deze week, namelijk de beslissing van minister Muyters om het systeem van de opleidingscheques te beperken. Het valt te begrijpen dat een Minister van Werk weigert om yoga-opleidingen en bloemschikcursussen nog langer te subsidiëren. Heel verstaanbaar is ook de angst vanuit de amateurkunstensector dat er inschrijvingen, uren en dus banen zullen sneuvelen ten gevolge hiervan.

Maar minstens even gerechtvaardigd zou een reactie vanuit de welzijnssector zijn geweest. Zonder de feitelijke gevolgen van de beslissing van minister Muyters reeds te kennen, lijkt het voorspelbaar dat de hogere kostprijs van sociaal-culturele vormingen en opleidingen mensen zal afschrikken. En dat zou gevolgen kunnen hebben voor hun subjectief welbevinden. Dat er een nefast effect is van sociaal isolement op psychisch welzijn staat immers vast. Mocht de regering erin slagen om (financiële of andere) maatregelen te treffen die het sociaal engagement verhogen in onze sterk geïndividualiseerde samenleving, dan valt een positief effect te verwachten op het algemeen welzijn.

Dergelijke maatregelen zijn het overdenken en het betalen waard. Of het Ministerie van Werk de (financiële) verantwoordelijkheid ervoor moet dragen, staat terecht ter discussie. En uiteraard zijn hier empirische veronderstellingen in het geding die ik als filosoof niet hard kan maken.

Maar als Vlaanderen het verschrikkelijke cijfer van 3 zelfdodingen per dag, of 16 per 100 000 inwoners (één van de hoogste cijfers ter wereld) wil terugdringen, is het belangrijk dat men het welzijn van de Vlaming, dat deels maar niet uitsluitend door zijn welvaart bepaald wordt, serieus neemt als voorwerp van wetenschappelijk onderzoek en als doeleinde van het politiek beleid. De beslissing van minister Muyters nodigt hiertoe uit.

Katrien Schaubroeck Postdoctoraal onderzoeker FWO Vlaanderen Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, K.U.Leuven

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content