Franz Kafka houdt de literaire wereld nog altijd in de ban

© Piet de Moor

De safes waarin zich het literaire werk van Kafka bevond, zijn na 50 jaar in Zürich geopend. Wat erin zat weten we niet. De strijd om de manuscripten van Kafka gaat onverminderd verder.

In de Zürichse UBS-bank zijn maandag de vier safes geopend die al meer dan vijftig jaar enkele manuscripten van Franz Kafka bevatten. Dat gebeurde in aanwezigheid van enkele Israëlische advocaten, literatuurwetenschappers en manuscriptexperts. Over de inhoud hebben zwijgen die getuigen als vermoord.

De Israëlische krant Haaretz meent niettemin te weten dat zich in het convoluut een handschrift bevindt van een Kafka-verhaal dat al lang gepubliceerd is. In de krant werd tevens gespeculeerd dat in de bundel de oerversie van het verhaal ‘Hochzeitsvorbereitungen auf dem Lande’ zou steken. De krant is doorgaans goed geïnformeerd en bericht geregeld over de twist om het erfdeel van Kafka. Die twist speelt zich af tussen enerzijds de Israëlische staat en anderzijds de twee dochters van Max Brods secretaresse, die door Brod, een vriend van Kafka, als erfgename was aangeduid van de manuscripten die in zijn bezit waren. Volgens de krant zou de bundel uit de Zwitserse safes ook enkele tekeningen van Franz Kafka bevatten.

Er hangt een geheimzinnig waas rond de kwestie. We weten alleen dat een vrouwelijke rechter in Tel Aviv het erfdeel aan een nauwkeurig onderzoek zal onderwerpen. Ze zal zich buigen over de inhoud van de Zürichse safes en over de Kafka-manuscripten die in de safes van twee andere banken in Tel Aviv lagen. Voor die sfeer van geheimzinnigheid zijn de twee vrouwelijke erfgenamen verantwoordelijk. Per gerechtelijk besluit dwongen ze een informatieblokkade over de inhoud van de safes af. De krant Haaretz ging daartegen in beroep, maar er is nog geen uitspraak.
Max Brod had Kafka’s manuscripten in de jaren dertig meegenomen naar Palestina. Na zijn dood vielen ze zoals gezegd gedeeltelijk in de handen van Esther Hoffe, zijn secretaresse, die drie jaar geleden overleed. Haar bezit ging naar haar twee dochters Eva en Ruth. Die dames zijn intussen zelf al in de zeventig. Ze zouden nu eindelijk eens over hun erfdeel willen beschikken.

Maar de Israëlische rechter moet beslissen naar wie de manuscripten gaan. De Israëlische staat is van mening dat het om nationaal erfgoed gaat dat thuishoort in de Nationale Bibliotheek. De zusters Hoffe vinden echter dat zijzelf recht hebben op Kafka’s nalatenschap. Waarschijnlijk willen ze de manuscripten verkopen aan het literair archief van Marburg, dat ook al het script van Kafka’s ‘Proces’ bezit. Esther Hoffe verkocht het in 1988.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content