Over boer Mehmed en U2

Maglaj is een stadje van 10.000 inwoners, 120 kilometer ten noorden van Sarajevo, en niet ver van de grens met Republika Srpska. Tijdens de oorlog werd het 9 maanden lang belegerd door Servische troepen. In de papierfabriek, waarvan de meeste inwoners afhankelijk waren, onstond een tijdelijke productielijn van wapens voor het Bosnische leger. Arabische moehajedin schoten hun geloofsgenoten ter hulp. Vrijwel alle dorpen in de omtrek werden verwoest.
De meeste huizen zijn intussen heropgebouwd, de vluchtelingen zijn teruggekeerd, en het samenleven verloopt weer incidentloos.

Jasenko werkt voor de lokale organisatie Balkanakcija, een dochterorganisatie van de Belgische ngo Balkanactie, die hier in de nasleep van de oorlog nuttig reconstructiewerk verrichtte. “Balkanakcija doet voornamelijk aan samenlevingsopbouw in de vorm van trainingen aan dorpsraden, en financiert infrastructuurwerken”, vertelt Jasenko terwijl hij ons rond rijdt langs omliggende dorpen. “We proberen mensen tevens een milieubewustzijn aan te leren, en zijn in enkele dorpen zelfs begonnen met gescheiden afvalophaling. Pionierswerk in Bosnië. Voor de jeugd hebben we workshops multimedia, en een online radio, Magnet Radio, met meestal Bosnische muziek. Behalve turbo-folk, folk op dance beats. Razend populair, maar niet om aan te horen.”

Jasenko ziet er eerder een Metallica-type uit. Lang sluik haar, zwarte kleding en een oorring. “Toen U2 in 1997 als eerste na de oorlog in het stadion van Sarajevo optrad, was iedereen er van overtuigd dat Sarajevo weer op de touragenda van de grote bands stond. Intussen zijn we een illusie armer. De meeste supergroepen spelen tijdens hun Europese tours wel in Ljubljana, Zagreb en Belgrado, maar slaan Sarajevo steevast over. Voor zover ik me herinner concerteerden tot nu toe alleen Simply Red, Jamiroquai en The Kelly Family in Sarajevo. En Bijele Dugme, de legendarische eerste band van Goran Bregovic, die onlangs een reünieconcert speelden in zowel Zagreb, Sarajevo als Belgrado.”

Van Bregovic is het een kleine stap naar die andere wereldberoemde Bosniër Emir Kusturica. Jasenko kijkt verveeld weg als ik zijn naam aanhaal. “Niemand hier moet hem. Hij is afkomstig uit Sarajevo, maar keerde na de oorlog nooit terug. Hij heeft niet de minste blijk van steun of medeleven laten merken. Goede films? Ja, maar als persoon is hij het niet waard vernoemd te worden. Hij is een zelfverklaard Serviër.”

We houden halt aan een boerderijtje dat er redelijk bouwvallig bij staat. Boer Mehmed voedert zijn 5 koeien. “We keerden als eerste bewoners terug, meteen na de oorlog, in 1995. Met geleend geld kochten we een koe en geleidelijk aan breidden we onze groententuin uit. We zagen hoe andere families landbouwmachines kregen van de gemeente, en die meteen verder verkochten. Wij hadden ook wel een traktor kunnen gebruiken, maar kregen niks.”
Mehmed plukt zoete druiven van de ranken tegen zijn gevel, terwijl zijn vrouw Sahva limonade in schenkt.

“Dit soort verhalen zijn niet nieuw”, vertelt Jasenko ons. “Corruptie en vriendjespolitiek dringen door tot in de verdeling van humanitaire goederen. Deze mensen hebben de pech dat ze niemand kennen in het stadhuis.”
“Jullie merken het misschien niet, maar de meeste dorpelingen zien jullie, westerlingen, in de eerste plaats als potentiële donoren. Niet dat ze meteen om geld vragen, maar ze laten wel duidelijk merken wat ze nog nodig hebben.”

Bij valavond kijken we vanop het oude Ottomaanse kasteel, de enige bezienswaardigheid in Maglaj, uit over de stad aan de Bosna-rivier. Jasenko wijst de frontlijnen aan. “Sommigen zeggen dat de oorlog drie waarheden heeft. Ik weet alleen dat wij werden aangevallen en ons moesten verdedigen. Als de oorlog nu ter sprake komt, dan gaat het meestal over de grappige of de avontuurlijke dingen, en zelden over de tragiek. Ondanks alles bracht de oorlog ook mensen samen.”

“Balkanakcija werkt samen met de Bosnisch-Servische ngo Makmost in het stadje Doboj in de Servische Republiek. Zonder problemen en professioneel. Maar met mijn Servische collega’s praat ik nooit over de oorlog. Dat zou een eindeloos gesprek zijn. We hebben dat loodzware verleden van ons afgeworpen.”

(Meer beelden van Maglaj in de beeldreportage Bosnië-Herzegovina 3)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content