Günter Grass wil dat Turkije zijn misdaden tegen de Armeniërs erkent

In april 1915 begon de Turkse raid tegen de Armeniërs. In Istanbul riep Günter Grass het officiële Turkije op om zijn misdaad te erkennen.

Günter Grass, een vitale wereldoorlogveteraan in Istanbul, zo omschreef de ‘Frankfurter Allgemeine’ de Duitse schrijver en Nobelprijswinnaar. Grass zat tot vorige week vast in Turkije. De aswolk van de IJslandse vulkaan beschikte het zo. Van die onvrijwillige vakantie maakte Grass gebruik om de drukproeven van zijn nieuwe roman te corrigeren: een boek over de gebroeders Grimm.

De Duitse schrijver had een druk programma achter de rug. In Istanbul ontmoette hij zijn collega’s Orhan Pamuk en Yasar Kemal. Hij discussieerde met Turkse studenten, bracht een bezoek aan de redactie van het Turks-Armeense weekblad ‘Agos’ en had een gesprek met de weduwe van Hrant Dink, de Turkse journalist van Armeense afkomst die in 2007 vermoord werd omdat hij de Turkse raids tegen de Armeniërs (april 1915) een genocide had genoemd.

In Turkije bekritiseerde Grass de onwil van het officiële Turkije om de confrontatie met de minder aangename aspecten van zijn geschiedenis aan te gaan en zijn weigering om openlijk over zijn misdaden tegen de Armeniërs te spreken. Van een Duitser als Grass wordt zulke kritiek in Turkije gemakkelijker geslikt dan van een Turk die hetzelfde zegt. In Turkije wordt Duitsland immers beschouwd als een kampioen in de moeilijke oefening van de ‘Vergangenheitsbewältigung’, zeg maar de openbare verwerking en beheersing van een boosaardig nationaal verleden. Grass vertelde in Istanbul dat hij uit ervaring weet hoe moeilijk het is om de confrontatie met een obscuur verleden niet uit de weg te gaan. De uitlatingen van Grass werden in de Turkse pers nuchter becommentarieerd. In het algemeen werd Grass’ kritiek als overtuigend ervaren. De schrijver verklaarde zelf verrast te zijn hoe fair en onpolemisch de media op zijn verklaringen reageerden.

In verband met de Turkse acties tegen de Armeniërs nam Grass het woord ‘genocide’ niet in de mond: ‘Hoe het uiteindelijk genoemd wordt is niet het dringendste probleem. Belangrijk is wel dat er kennis van genomen wordt. Jonge mensen hebben het recht het verleden van hun eigen land te kennen en moeten vernemen wat er gebeurd is. Wat men kan verwachten is een verontschuldiging van de (Turkse) regering aan het adres van de Armeniërs.’

In Turkije vond Grass de cultus rond Atatürk onaangenaam. Hij bekritiseerde ook het dogmatische hoofddoekverbod, dat hij een schijnprobleem noemde: ‘Mijn grootmoeder was ook een hoofddoekdraagster, een Kasjoebische.’

Grass was redelijk anoniem in Istanbul. Bijna niemand herkende hem, ook al stond hij met zijn foto in alle kranten. Eén keer werd hij op een terrasje wel herkend door een Duitse passant, die zijn gezelschap attent maakte op de schrijver: ‘Kijk eens, daar zit Heinrich Böll.’

.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content