Bart Cornand

Metamorphosen

‘Ik ga op reis en ik neem mee.’ Het oude kinderspelletje vat de aard van de jazz aardig samen.

‘Uiteindelijk – en daar moet je mee leren omgaan – ben ik een culturele toerist. Die hier en daar wat meeneemt en er zijn versie van jazz van kneedt. Op het eind van de rit is dat interessanter dan in het verleden te leven’, zegt pianist Brad Mehldau in een zeldzaam interview in Knack.

We hadden het die dag in Amsterdam enigszins obligaat over zijn jazztrio kunnen hebben, over zijn samenwerking met tenorist Joshua Redman, over de keuze van rockproducer John Brion voor een orkestrale plaat. Dat idee lieten we al snel varen toen we uitkwamen bij Mehldaus muzikale drijfveer: het besef dat je je plaats moet kennen in de wereld, en de zoektocht naar die plek.

Mehldau is steeds meer cultureel ontheemd. Sinds zeven jaar pendelt hij tussen New York en Amsterdam (een familiale kwestie), maar ook cultureel is hij steeds nadrukkelijker een Europeeër – in zijn essays en liner notes verwijst hij vlotjes naar Nietzsche en Brahms.

Muzikaal haalt hij zijn inspiratie sinds een jaar of tien vaak uit de rock, met vertolkingen van songs van Radiohead voorop, en voor zijn nieuwe cd Highway Rider entte hij zich nadrukkelijk op de schriftuur van klassiek componist Richard Strauss en diens existentialistische meesterwerk Metamorphosen. Of hoe een plaat een roadmovie van de geest kan zijn.

Die kwestie wordt in het recentste nummer van The New Yorker ook aangekaart door de jonge, talentvolle bassiste Esperanza Spalding, die al in de armen werd gesloten door groten als Joe Lovano en McCoy Tyner. Spalding, tussen haakjes, is van zwarte-Aziatische-indiaanse-hispanic afkomst. ‘De samenwerking met Tyner bevestigde mijn ideeën over deze muziek’, zegt ze. ‘That the most important artist and the most important time is, like, right now. Je idolen verafgoden helpt deze muziek echt niet vooruit.’

Betekent dat dan dat we de jazzstandards maar moeten opbergen? Natuurlijk niet. Wie onbewogen blijft bij de liveversie van Embraceable You door übertraditionalist Wynton Marsalis (Live at the Village Vanguard, 1999) heeft geen hart. Louis Armstrongs Hot Fives & Hot Sevens zitten ook bij mij gebetonneerd in mijn iPod.

Vind je bluesharmonie te eng? ‘Dan verzin je toch nieuwe akkoorden?’ weet ook Cassandra Wilson. Maar de centrale vraag voor elke jonge muzikant is: wat is je plaats? Dat kom je pas te weten door te reizen. In je hoofd. In de bibliotheek. In je aftandse eerste autootje. Omdat er een hele wereld bestaat buiten The Real Book. Als jazzmuzikanten daaraan verzaken, zullen ze op een dag staan waar Richard Strauss in 1945 stond: uitkijkend over een land dat aan scherven ligt.

Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content