Welkom in Azerbeidzjan!

“Azerbaycan”, staat in grote witte letters op de bergflank geschreven. Of ik die mag fotograferen? “No sir. Big problem”, zegt de grenswachter ernstig.

Het visum voor Azerbeidzjan hadden we voor het vertrek al, via een omslachtige en bureaucratische procedure met uitnodigingsbrieven, aangevraagd. “Het is niet zeker of jullie het land hiermee zullen binnen mogen”, had de man op de Azerbeidzjaanse ambassade in Brussel ons gezegd, toen hij ons de visa overhandigde. “Ze zijn eigenlijk te lang op voorhand uitgeschreven.”

Grenspost Lagodekhi, Kakhetie, Oost-Georgie. We lopen over de brug over de grensrivier, voorbij een reusachtige, door de zon verbleekte affiche waarop Saakashvili en Ilham Aliyev, kameraadschappelijk in de zetel gezeten, de reizigers toelachen.

“Azerbaycan”, staat in grote witte letters op de bergflank geschreven. Of ik die mag fotograferen? “No sir. Big problem”, zegt de grenswachter ernstig.

Visa en paspoorten worden gecontroleerd door een gezellige bende geuniformeerden, die als een familie samen naar een Turkse soap zitten te kijken. “Welkom in Azerbeidzjan!”, zegt de hoogste in rang. Zelfs onze rugzakken worden niet gecontroleerd. Wat een makkie.

We nemen een aftandse bus naar Zaqatala, het eerste stadje over de grens. Flikkerende nep-palmen en kerstlichtjes in de bomen geven het begrip straatverlichting een creatieve invulling.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content