De PS-lijn met Frank Vandenbroucke

Het is geen toeval dat de PS een discrete lijn opende met Frank Vandenbroucke.

In een bekende toespraak voor de Federal Reserve over deflatie en hoe die plaag buiten de deur te houden, zei een wat cynische Ben Bernanke: ‘De regering van de Verenigde Staten beschikt over een welbepaalde technologie, een drukpers, die toelaat zoveel dollarbiljetten te drukken als ze maar wil, zonder noemenswaardige kosten.’

Kennelijk beschikken ze in Frankfurt bij de Europese Centrale Bank over soortgelijk alaam. Want ook daar hebben ze een manier gevonden om geld bij te drukken. Dat gaat zo. In probleemlanden, zoals Spanje, kopen banken de schuldobligaties van de overheid, en ze dragen die vervolgens naar de ECB als onderpand voor leningen. Het systeem lijkt veel op dat met de landbouwoverschotten die destijds door traders werden opgekocht en prompt naar de interventie werden gedragen in ruil voor cash, waarmee dan opnieuw landbouwoverschotten werden gekocht.

Hoelang de ECB, die eind juni al voor ruim 51 miljard euro van die probleemobligaties kocht, met dit systeem kan doorgaan, is zeer de vraag. Maar de ECB heeft geen andere keuze, wil ze het de wankelende constructie overeind houden. Want bevlogen discoursen over een nog verder doorgedreven Europese integratie moeten vooral de nervositeit in de Europese hoofdkwartieren over de oplopende schulden van de lidstaten verbergen.

Sommige landen zijn daarom alvast aan grote bezuinigingsoperaties begonnen. Duitsland snoeit de komende vier jaar 80 miljard euro weg uit de staatsuitgaven. In het Verenigd Koninkrijk kijken ze aan tegen ‘een begroting uit de hel’, met een besparing gespreid over vijf jaar van ruim 136 miljard euro.
Andere, vooral de eurolanden die uit het vizier van de beursspeculanten willen blijven, schonen de eigen begrotingen op en beginnen met de afbouw van hun staatsschuld – met als onvermijdelijke gevolg ‘een versobering van de verzorgingsstaat’ volgens de ene, een nakende ‘sociale ijstijd’ volgens anderen.
In die nerveuze Europese omgeving wordt in het federale koninkrijk België, dat de staatsschuld tot boven de 100 procent van het bruto binnenlands product zag oplopen, aan de vorming van een nieuwe regering gesleuteld.

Nu de schok van de verkiezingsuitslag stilaan verwerkt is, hernemen in de Wetstraat allengs de aloude politieke berekeningen en machtsmanoeuvres. Maar dezer dagen zal blijken of de informatieronde van Bart De Wever een uitzicht biedt op de vorming van een federale regering. Zoniet – en dat beseffen alle betrokkenen – wacht een communautaire kladderadatsch. Want de kiezer heeft de partijen geen ruimte gelaten. Een federale regering zonder de N-VA van Bart De Wever aan Vlaamse kant en zonder de PS van Elio Di Rupo aan Franstalige zijde, is uitgesloten.

Wie dit ooit onmogelijk geachte verbond van ‘frères ennemis’ komt versterken om tot een werkbare tweederdemeerderheid te komen, blijft dan weer onduidelijk. Een mogelijke terugkeer van de MR van Didier Reynders, die in 2007 en 2008 Yves Leterme door de politieke mangel haalde, heeft alvast iets onheilspellends.
Ook al omdat de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, waarzonder Bart De Wever niet terug kan naar zijn partijcongres, een detail is vergeleken bij de werkelijke opdracht waar de volgende regering voor staat.

De coalitie, wat ook de samenstelling mag zijn, moet om te beginnen tegen 2015 minstens 22 miljard euro structureel besparen. En de Europese Unie zal daar streng op toekijken, want ze wil de kopende jaren geen heropvoeringen meer van de Griekse tragedie.

Bij de PS beseffen ze dat die pijnlijke saneringsoperatie onvermijdelijk is en dat die noodgedwongen gepaard zal gaan met een staatshervorming en een diepgaande transformatie, zeg maar krachtige aansturing van het arbeidsmarktbeleid. Het is zaak de eigen achterban, zowel in Wallonië als in Vlaanderen, op de sociale gevolgen voor te bereiden.

Het is geen toeval dat de PS de voorbije weken een discrete lijn opende met Frank Vandenbroucke om enkele communautaire dossiers door te nemen. Het was immers Vandenbroucke die destijds als Vlaams minister van Werk op confederale wijze een akkoord onderhandelde met zijn Waalse evenknie Jean-Claude Marcourt over een staatshervorming inzake werkgelegenheidsbeleid. Een initiatief waar ze destijds bij de SP.A weinig mee gediend waren.

Nu worden die oude teksten van 2008 weer opgediept. Want in hun akkoord pleitten Vandenbroucke en Marcourt voor een dialoog van gemeenschap tot gemeenschap. Zij oordeelden dat wat zij bereikten ook mogelijk moest zijn op andere terreinen.
In de toverwereld van het gezond verstand is inderdaad veel mogelijk.

Rik Van Cauwelaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content