Wided Bouchrika

De Heksen (Roald Dahl)

Wided Bouchrika Freelancejournaliste

Elke zaterdagochtend vroeg uit de veren, want om 12u sluit de bib. Ik moet wel tweeduizendtachtig jeugdboeken gelezen hebben. Vijftien jaar later sloeg ik ‘De Heksen’ van Roald Dahl nog eens open. Natuurlijk vond ik die Opperheks met dubbele tong door overmatig alcoholgebruik extreem cool.

Elke zaterdagochtend vroeg uit de veren, want om 12u sluit de bib. Het was een traditie om erheen te fietsen met mijn moeder en dan in de vertrouwde stilte mijn vingers over vele ruggen te laten glijden. Blauwe, groene, gele, rode of gestreepte vettige labels van al die om kinderboeken heen geklampte kindervingers. Het was uitkijken boven de bruine goed gevulde rekken naar de volwassenafdeling met de witte met cijfertjes bedrukte labels.

2080 jeugdboeken en Harry Potter telt niet

Tot dan verslond ik alles wat ik in de voorste regionen van de Hamse bibliotheek vinden kon. Terwijl mijn mama helemaal achterin tussen de tuinmagazines snuisterde, koos ik telkens zorgvuldig vijf boeken uit. Of mama moest dan maar eens een boekske achterlaten. Anthony Horowitz, Annie MG Schmidt, Marc de Bel, Paul Van Loons Griezelbus, … ik las het allemaal. Ja natuurlijk, vijf boeken per week met 52 weken per jaar van mijn eindeloze jeugd. Dat zijn er heel wat. Tweeduizendtachtig om precies te zijn.

En dus toen ik eindelijk bij de volwassenclub hoorde en heerlijke combinaties van lettertjes op grauwe muffe bladen in mijn onvolgroeide hoofd – het zal nooit volgroeid zijn – ramde, verdwenen de geliefkoosde glanzende ruggen uit mijn kindertijd in de koele schaduw onder mijn brein. Slechts eentje wist uit de duisternis te klauteren toen mij gevraagd werd naar mijn favoriete jeugdboek. (Harry Potter telt niet als jeugdboek als ik nog maandelijks van een marathon geniet en er geen lunchgesprek voorbijgaat zonder dat ik mijn moeilijke relatie met Harry’s karakter uit zeker?)

‘Ik moest wel op de wereld gezet zijn om een heks te verpersoonlijken’

Het was ‘De Heksen‘ van Roald Dahl dat een plekje in mijn hart veroverde. Als immer zwarte Lola geloofde ik, dat ik wel op de wereld gezet moest zijn geweest om een heks te verpersoonlijken. Mager, gewiekst, griezelig. Dat was ik wel! Zo moest mijn moeder ook nooit investeren in een nieuw carnavalskostuum. Elk jaar opnieuw was ik heks. Het enige verschil met mijn dagelijkse verschijning het met zwart oogpotlood getekende spinnenweb op mijn kaak. Dan eens links, dan weer rechts. Mijn moeder kon dat niet onthouden, mijn obsessief-compulsieve stoornis ten spijt.

Ook nu puilt mijn kleerkast nog uit van de zwarte sleuren. Er is dus niet veel veranderd. Zo merkte ik toen ik Dahls boek na vijftien jaar nog eens opensloeg. De af en toe bedenkelijke raad aan kinderen doorheen het boek buiten beschouwing gelaten (‘Kinderen zouden nooit in bad moeten gaan, het is een levensgevaarlijke gewoonte‘ en ‘Wil je een trekje van mijn sigaar? Als je sigaren rookt, zal je nooit verkouden worden‘), zou ik het boek zo aan mijn onbestaande kinderen voorlezen. Om na twee zinnen te vergeten dat er kinderen met opengesperde oren en ogen een verhaaltje willen volgen en gewoon stilzwijgend in het boek te verdrinken. Laat mama gerust.

‘Kinderen huilen nog steeds als ze me zien’

Natuurlijk erger ik me weer aan het hoofdpersonage en vind ik de Opperheks met Roemeens accent – of dubbele tong door overmatig alcoholgebruik – extreem cool. Al heb ik de verfilming ontelbare keren gezien en ken ik elke passage vanbuiten, ‘De Heksen’ blijft ontzettend spannend. Gaat de kleine jongen betrapt worden en net als veelvraat Bruno Jenkins omgetoverd worden in een muis? Ik hoop van niet, maar weet van wel. Uiteindelijk is ‘ie best wel slim en gebruikt hij het heksenmiddel tegen hen zelf. De wereld redt hij net niet, helaas. Maar hij vindt het wel fijn, een muis te zijn. Die gast is alles kwijt: ouders, thuisland, vertrouwde lichaam en zelfs zijn staart in muizengedaante. En hij blijft daar super chill bij.

Zo wil ik ook zijn. Maar ik vrees dat ik meer zoals de heks ben, die haar grote brede voeten in lekker flashy pumps wurmt en haar gezicht elke ochtend dicht plamuurt om de monsterlijke trekken te verbergen. Wel moet ik nog oefenen op dat lieve dame spelen. Kinderen huilen nog steeds bij mijn aanblik.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content